6.4 Hoe komt de overheid rond?

6.4 Hoe komt de overheid rond? 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.4 Hoe komt de overheid rond? 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Deze les leer je:
  • Wat de rijksbegroting en de miljoenennota zijn
  • Hoe je rekent met grote getallen
6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)

Slide 3 - Tekstslide

1

Slide 4 - Video

03:00
Wat is de miljoenennota?
A
Hetzelfde als de rijksbegroting
B
Dat leest de koning voor op prinsjesdag
C
De uitleg van de rijksbegroting
D
De cijfers van de rijksbegroting in grafieken

Slide 5 - Quizvraag

Begroting:
  • Een overzicht van te verwachten inkomsten en uitgaven in een bepaalde tijd
6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)
  • Rijksbegroting
  • Een overzicht van te verwachten inkomsten en uitgaven van Het Rijk in een bepaald jaar

Slide 6 - Tekstslide

Miljoenennota:
  • Toelichting op de rijksbegroting
  • Uitleg over de gemaakte keuzes
6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Tijdlijn...

  1. Ministeries leveren begroting in
  2. Minister van financiën stelt rijksbegroting samen
  3. Presenteren rijksbegroting en miljoenennota (3e dinsdag in September)
  4. Debatten 1e en 2e kamer
  5. Goedkeuring 1e en 2e kamer
  6. Plannen worden toegepast
6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)

Slide 9 - Tekstslide

Rekenen met grote getallen:
  • 84,3 miljard = 84.300.000.000
  • 84,3 miljard = 84.300 miljoen
6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)
  • Bereken:
  • 84,3 miljard - 624,3 miljoen
  • 1,2 miljard - 364 miljoen
84,3 miljard - 624,3 miljoen
84.300 miljoen - 624,3 miljoen
83.675,7 miljoen
1,2 miljard - 364 miljoen
1.200 miljoen - 364 miljoen
836 miljoen

Slide 10 - Tekstslide

Rekenen met grote getallen:
  • delen met grote getallen = wegstrepen van nullen!!
6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 1)
  • Bereken:
  • 84,3 miljard / 624,3 miljoen
  • 1,2 miljard / 364 miljoen
84.300.000.000 
 624.300.000 

843.000  = 
6.243

135,03
1.200.000.000
364.000.000

1.200   = 
364 

3,3

Slide 11 - Tekstslide

6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 2)
Deze les leer je:
  • wat een begrotingstekort en - overschot is

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

6.4 Hoe komt de overheid rond? (deel 2)
Begrotingsoverschot

  • Er worden meer inkomsten, dan uitgaven verwacht (inkomsten > uitgaven)
  • Begrotingstekort
  • Er worden meer uitgaven, dan inkomsten verwacht                                                 (inkomsten < uitgaven)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Meer inkomsten dan uitgaven?
= een begrotingsoverschot

Slide 16 - Tekstslide

Meer uitgaven dan inkomsten=?
Dit is een begrotingstekort

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video