6.4 Schaal 1B6

6.4 Schaal
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

6.4 Schaal

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

- Terugblik 6.3
- Leerdoelen
- Uitleg mbv filmpje
- Oefenen
- Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

De boor uit opdracht 20 van 400 Euro kost nu nog 350 Euro. Hoeveel procent korting krijg je op de boor? Vul alleen het getal in. Nu mag je het %-teken weglaten.

Slide 3 - Open vraag

Oplossing


                               :8                                                         :400      x 50


                               :8                                                         :400      x50
De korting is 12,5%
Euro
400
50
%
100
12,5
Korting = 400 - 50 Euro
Euro
400
1
50
%
100
0,25
12,5

Slide 4 - Tekstslide


Slide 5 - Open vraag

Oplossing
Euro
400
Procent
100
21

Slide 6 - Tekstslide

Oplossing





                               :100           x 21
Mevrouw Wevers betaalt 84 euro aan btw
Euro
400
4
84
Procent
100
1
21

Slide 7 - Tekstslide

Zijn er nog andere vragen
- opdrachten die besproken moeten worden?
- behoefte aan extra uitleg?

Zet het in de chat (naar mij persoonlijk)

Slide 8 - Tekstslide

Schaal

Slide 9 - Woordweb

Leerdoelen
Je leert: Hoe je de schaal berekent met een verhoudingstabel

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Uitleg
Hoe bereken je de schaal met een verhoudingstabel?

  • Maak een tabel --> Bovenin het aantal cm in de tekening, onderin het aantal cm in werkelijkheid
  • Vul de bekende gegevens in
  • Bereken hoeveel 1 cm in de tekening is --> Dus bovenin terug rekenen naar 1
  • Schrijf het antwoord op de vraag op



Slide 12 - Tekstslide

Uitleg

Slide 13 - Tekstslide

Kleine dingen groter maken
Als je kleine dingen in het groot tekent dan is de schaal net andersom. 
De schaal -> aantal mm op de tekening : aantal mm in de werkelijkheid 
Een teek kan 2 mm groot zijn, maar je kunt het ook tekenen op 100mm





De schaal is dus 50:1, de tekening is dus 50x groter dan de werkelijkheid
in de tekening in mm
100
50
werkelijk teek in mm
2
1
÷2
÷2

Slide 14 - Tekstslide

De vlo is in het echt 2 mm lang. Bij biologie moet je de vlo tekenen op een schaal van 180:1. Hoeveel cm wordt de tekening?
A
360 cm
B
36 cm
C
90 cm
D
9 cm

Slide 15 - Quizvraag

Een vliegtuig heeft een lengte van 80 meter. Een schaalmodel van het vliegtuig is 5 cm lang. Welke schaal heeft het model?
A
1:16
B
1:160
C
1:1600

Slide 16 - Quizvraag

Een vliegtuig heeft een lengte van 80 meter. Een schaalmodel van het vliegtuig is 5 cm lang. 
Welke schaal heeft het model?
cm tekening
5
1
cm werkelijkheid
8000
1600
                                                 : 5
De schaal is 1 : 1600
Let erop dat de maten gelijk zijn
80 meter = 800 dm = 8000 cm

Slide 17 - Tekstslide

Samengevat

Is de verhouding tussen de afmetingen van een tekening /maquette en de afmetingen in werkelijkheid.
Notatie
1:300    de tekening is een verkleining (gebouwen, plattegrond, etc.)
300:1    de tekening is een vergroting (bacteriën, etc.)

Verhoudingstabel
Schaal= tekening : werkelijkheid

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk: Les 4: Schaal (par. 6.4)

Bekijk het volgende uitlegfilmpje over: https://www.youtube.com/watch?app=desktop&v=L9nZX__PHzY 
• Lees de aanpak en het voorbeeld op blz.184/185
• Maak som 27 en 29
• Lees de theorie en het voorbeeld op blz.186
• Maak som 31 en 32
• Kijk goed na, verbeter duidelijk en netjes eventuele fouten.

Ik krijg dus de nagekeken opdrachten 27, 29, 31 en 32  via Teams/ Magister/mail

Ondersteuning: O27,27,O31 en 31

VWO + uitdaging: 27, 31 U6 en U7



Slide 19 - Tekstslide

Al gemaakt:
Regulier:
6.1 opdrachten 4 t/m 8
6.2 opdrachten 10 t/m 16
6.3 opdrachten 20, 22 t/m 24

Voor de mensen die wat ondersteuning kunnen gebruiken
6.1 opdrachten O4, 5, 6, O7 en 8
6.2 opdrachten O10, 10, 11, O12, 13, O15, 15
6.3 opdrachten 20, 22, O23 en 23

Voor de mensen die VWO willen gaan doen, uitdaging zoeken
6.1 opdrachten 4, 6,7, U1 en U2
6.2 opdrachten 10,11,12, 13, 15,16 en U3
6.3 opdrachten 20,23, U4 en U5



Slide 20 - Tekstslide

Ga nu aan de slag met:
De huiswerk opdrachten

Slide 21 - Tekstslide