Formuleren H1 blz. 34

Goedemiddag A3C
Ga rustig zitten.
Hang je jas over je stoel.
Pak alvast je leesboek.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goedemiddag A3C
Ga rustig zitten.
Hang je jas over je stoel.
Pak alvast je leesboek.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- 10 min lezen.
- Terugblik op de vorige twee lessen.
- Start formuleren H1 --> Uitleg theorie.
- Aan de slag.

Slide 2 - Tekstslide

10 min. lezen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Samentrekkingen controleren
- Je kan foutieve samentrekkingen herkennen en verbeteren.

Slide 5 - Tekstslide

Samentrekking --> Als in een samengestelde zin dezelfde woorden twee keer voorkomen, dan kan je ze de tweede keer meestal weglaten.

De woorden weglaten mag alleen als ze aan drie voorwaarden voldoen:
Ze hebben dezelfde: 
1. functie
2. betekenis
3. getal. 

Slide 6 - Tekstslide

Functie
Je mag woorden weglaten als ze o.a. dezelfde (grammaticale) functie hebben.  Is dat niet zo, dan heb je een foutieve samentrekking

Denk bij functie aan:
onderwerp, lijdend voorwerp, soort werkwoord (hww, zww of kww), werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, bijwoordelijke bepaling, meewerkend voorwerp, etc. Maar denk ook aan de woordsoorten. 
 


Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld 'Functie'
Voorbeeld (opdr. 2 zin 1): 
De meivakantie duurt twee weken en besteden we aan een leuke stedentrip.
In het eerste deel is meivakantie: onderwerp
Meivakantie wordt weggelaten, maar heeft in het tweede deel de functie: lijdend voorwerp. (... en de meivakantie besteden we aan een leuke stedentrip.)

Het is hier dus een foutieve samentrekking, op basis van de functie in de zin.


Slide 8 - Tekstslide

Betekenis
Je mag woorden weglaten als ze o.a. dezelfde betekenis hebben. Is dat niet zo, dan heb je een foutieve samentrekking.

De betekenis van een woord in het eerste deel, moet dus in het tweede deel hetzelfde zijn. Als dat zo is, mag je hem samentrekken. Als dat niet zo is, dan moet je beide noemen.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld 'Betekenis'
Voorbeeld (opdr. 3, zin 1)
Els zei: "Mijn vader werkt veel te hard en daardoor vaak op mijn zenuwen."

In het eerste deel betekent werkt 'arbeid verrichten'. In het tweede deel wordt het bedoeld als 'invloed hebben op'. 

De betekenis is dus anders, dus is er sprake van een foutieve samentrekking op basis van betekenis.

Slide 10 - Tekstslide

Getal
Je mag woorden weglaten als ze o.a. hetzelfde getal hebben. Is dat niet zo, dan heb je een foutieve samentrekking.

Het getal van een woord in het eerste deel, moet dus in het tweede deel hetzelfde zijn. Als dat zo is, mag je hem samentrekken. Als dat niet zo is, dan moet je beide noemen.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld 'Getal'
Voorbeeld (opdr. 4, zin 6)
In de etalage lag niet alleen sportkleding, maar ook volleyballen, rackets en hockeysticks.
Let op: er zijn hier 2 samentrekkingen.
In de etalage = bwb in alle delen. Functie en getal zijn ook hetzelfde: dus goede samentrekking.     Maar:
lag = enkelvoud in het eerste deel, maar moet in het tweede meervoud zijn.
In de etalage lag niet alleen sportkleding, maar lagen ook volleyballen, rackets en hockeysticks.

Slide 12 - Tekstslide

Vragen?

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
blz. 35
M. opdr. 2, 3 en 4

Klaar? 
Probeer ook 5 + 6 te maken. 

Slide 14 - Tekstslide