2hv begrijpend lezen en taalschat

Inhoud 
1. Bespreken opdracht 28: verbanden (blz. 165)
2. Tekstvormen: verslag 
3. Maken opdracht 34, 35 en 36 

1. Taalschat 
2. Lezen 5.3 Gevoelswaarde en maken opdracht 26
3. Bestuderen 5.1 en 5.2 
4. Game 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Inhoud 
1. Bespreken opdracht 28: verbanden (blz. 165)
2. Tekstvormen: verslag 
3. Maken opdracht 34, 35 en 36 

1. Taalschat 
2. Lezen 5.3 Gevoelswaarde en maken opdracht 26
3. Bestuderen 5.1 en 5.2 
4. Game 

Slide 1 - Tekstslide

Doel
1. Ik begrijp de verbanden in een tekst 
2. Ik kan kenmerken geven van een zakelijk/ objectief verslag en een persoonlijk/ subjectief verslag 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat hoort erbij een zakelijk en objectief verslag? (blz. 169)

Slide 4 - Open vraag

Wat hoort erbij een persoonlijk en subjectief verslag?

Slide 5 - Open vraag

Maken opdr. 34, 35 en 36
Klaar? 

- Werken aan de opdrachten van Nederlands 
- Huiswerk? 


Slide 6 - Tekstslide

Taalschat 
1. Lezen 5.3 en maken opdr. 26 (blz. 162) 
2. Nakijken opdr. 26 
3. Bestuderen 5.1 en 5.2 

Doel:
Ik weet de betekenis van (nieuwe) woorden 

Slide 7 - Tekstslide

Opdr. 26
Knuffeldier (positief), eendagsvlieg (negatief), waterrat (neutraal), huismus (negatief), driftkikker (negatief), beunhaas (negatief), melkkoe (negatief), feestbeest (positief), stresskip (negatief), vechthaan (negatief), belhamel (neutraal), geldwolf (negatief) 

Slide 8 - Tekstslide

Bestuderen 5.1 en 5.2 
Bestudeer de woorden op je eigen manier. 

Game



Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link