In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen?
Lesdoel: aan het einde van deze les weet ik hoe ik werkwoorden in de voltooide en verleden tijd spel en heb ik daarmee geoefend om het goed te snappen en onthouden
Uitleg werkwoordspelling / zelfstandig werken 15 min.
Extra uitleg / aan de slag 25 min.
Afsluiter
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de regel voor de tegenwoordige tijd?
Slide 4 - Open vraag
Hoe weet je nou hoe je een werkwoord spelt?
Slide 5 - Tekstslide
Hoe weet je nou hoe je een werkwoord spelt?
Slide 6 - Tekstslide
Verleden tijd + voltooide tijd
Lopen - liep - heb gelopen
Slapen -
Eten -
werken -
Noteer de verleden tijd + voltooide tijd van de volgende woorden
Slide 7 - Tekstslide
Verleden tijd + voltooide tijd
Lopen - liep - heb gelopen
Slapen - sliep - heb geslapen
Eten - at - heb gegeten
Werken - werkte - heb gewerkt
Noteer de verleden tijd + voltooide tijd van de volgende woorden
Slide 8 - Tekstslide
Stap 1
Noteer de ik-vorm
Slide 9 - Tekstslide
Stap 2
Gebruik 't ex-kofschip/'t sexy fokschaap
Slide 10 - Tekstslide
Verleden tijd + voltooide tijd
Regel: 'T SeXy FoKSCHaaP
Stap 1: noteer de ik-vorm
Stap 2. Bedenk in gedachten wat de laatste letter van de stam is (hele ww - en)
Stap 3. Laatste letter in 'T SeXy FoKSCHaaP? +t(e)(n) Laatste letter NIET in 'T SeXy FoKSCHaaP? +d(e)(n)
Ik verhuisde ik overnachtte
Hij is verhuisd wij overnachtten
Ik waste
Voor de spelling van sterke werkwoorden gebruiken we geen regels, hier moet je mee oefenen.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Hij heeft jou nooit echt (geloven).
Slide 13 - Open vraag
Wij (overnachten) daar vorige week nog.
Slide 14 - Open vraag
(worden) jij niet gek van je broer?
Slide 15 - Open vraag
Hij (verhuizen) vandaag nog
Slide 16 - Open vraag
extra uitleg / aan de slag
Ik kan het al supergoed
Je maakt opdracht 4 + 5 die op blz. 11 staan.
Daarna ga je verder met de STER-oefeningen (blz. 10)
Maak het oefen-s.o.
Ik maak nog wel eens een foutje
Je begint bij opdracht 1 van ‘verleden tijd - zwak’. Dit start op blz. 4.
Je maakt daarna het oefen-s.o.
Ik vind het heel lastig
Je werkt het hele boekje door. Als je t.t. onder de knie hebt, ga je door naar v.t., vervolgens naar voltooid deelwoord, etc.