Lidwoorden & ein-Gruppe




lidwoorden & ein-Gruppe
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les




lidwoorden & ein-Gruppe

Slide 1 - Tekstslide

Mannelijke woorden:
der Mann -> ein Mann

Vrouwelijke woorden:
die Schule -> eine Schule

Onzijdige woorden:
das Kaninchen -> ein Kaninchen
M
V
O
MV
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
Meervoud woorden:
die Eltern -> keine Eltern

Slide 2 - Tekstslide

ein Lehrer
mein Lehrer
unser Lehrer
ihr Lehrer


M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
ein-Gruppe:
mijn - mein
jouw - dein
zijn - sein
haar - ihr
onze - unser
jullie - euer
hun - ihr
uw - Ihr
geen - kein
eine Lehrerin
meine Lehrerin
unsere Lehrerin
ihre Lehrerin


Slide 3 - Tekstslide

Warum ist (haar) Freundin hier?
1/5
A
ihr
B
ihre
C
Ihr
D
Ihre

Slide 4 - Quizvraag

Gestern hat (mijn) Vater mich abgeholt.
2/5
A
mein
B
meine
C
dein
D
deine

Slide 5 - Quizvraag

(uw) Freunde sind alle hier!
3/5
A
ihr
B
ihre
C
Ihr
D
Ihre

Slide 6 - Quizvraag

Morgen fliegt (jouw) Oma nach Berlin.
4/5
A
sein
B
seine
C
dein
D
deine

Slide 7 - Quizvraag

(ons) Dorf ist sehr klein.
5/5
A
uns
B
unse
C
unser
D
unsere

Slide 8 - Quizvraag

Nu ga je het zelf opschrijven!

Ken je de ein-Gruppe al uit je hoofd? Dan gaat het nog makkelijker!

Slide 9 - Tekstslide

Wie viel hat (jouw) Bruder ausgegeben?
1/8

Slide 10 - Open vraag

(mijn) Mutter hat uns gebracht.
2/8

Slide 11 - Open vraag

Hat (onze) Lehrerin gut erklärt?
3/8

Slide 12 - Open vraag

(het) Buch ist nicht spannend.
4/8

Slide 13 - Open vraag

Hat (haar) Mann den Brief geschrieben?
5/8

Slide 14 - Open vraag

Wo sind (zijn) Freunde geblieben?
6/8

Slide 15 - Open vraag

(de) Stier hat mich nicht gesehen.
7/8

Slide 16 - Open vraag

Wann ist (jullie) Opa eigentlich hier?
8/8

Slide 17 - Open vraag

Samenvatting!
  • mannelijke en onzijdige woorden: géén e achter ein & de woorden uit de ein-Gruppe 
  • vrouwelijke + meervoud woorden: wel een e achter ein & woorden uit de ein-Gruppe

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide