BSR 07/03 2kb spelling §12

Open je boek alvast op blz 240-241.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

§11 Voltooid deelwoord
§12 Werkwoordalarm
Voordat we beginnen:
WELKOM 2T
CURSUS 7
SPELLING
timer
2:00
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Open je boek alvast op blz 240-241.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

§11 Voltooid deelwoord
§12 Werkwoordalarm
Voordat we beginnen:
WELKOM 2T
CURSUS 7
SPELLING
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

1. Een kwartiertje lezen.
2. Herhaling paragraaf 11.
3. Klassikale uitleg cursus 7
paragraaf 12.
4.  Opdrachten paragraaf 12.
5. Terugblikken en afronden.

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Tekstslide

  • Je kunt voltooid deelwoorden spellen, ook als ze bijvoeglijk gebruikt worden.
  • Je kunt werkwoorden in tegenwoordige tijd en in voltooid deelwoord foutloos spellen, ook als ze hetzelfde klinken.
Lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden. 
Aantekeningen
bij spelling

Slide 5 - Tekstslide

Sterke werkwoorden
Zwakke
werkwoorden
Sterke werkwoorden zijn sterk genoeg om in de verleden tijd van vorm te veranderen.
lopen - liepen
zoeken - zochten
gaan - gingen
Zwakke werkwoorden zijn niet sterk genoeg om in de verleden tijd van vorm te veranderen.
hopen - hoopten
maken - maakten
bestellen - bestelden


Slide 6 - Tekstslide

 Het voltooid deelwoord

Slide 7 - Tekstslide

Kenmerken voltooid deelwoord
  • Een voltooid deelwoord begint bijna vaak met
      ge–, be-, ver-, ont-.
  •  Een voltooid deelwoord eindigt op –en, –t of –d.
  •  Bij een voltooid deelwoord hoort altijd een hulpwerkwoord.
        De meest voorkomende hulpwerkwoorden zijn : zijn,
        hebben  en worden.
  •  het VD staat meestal achteraan in de zin.

Slide 8 - Tekstslide

VD van sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van vrijwel alle sterke werkwoorden eindigt op -en of -n:
                 Ik heb heerlijk geslapen.
                 Wij hebben gisteren pasta gegeten.
                 Hij heeft het niet gedaan!
Bij het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden schrijf je wat je hoort. Hij heeft zijn band geplakt.

Slide 9 - Tekstslide

Dus:
Sterke werkwoord
voltooid deelwoord eindigt op -(e)n:
smelten - smolten: Het ijs is gesmolten.

Zwakke werkwoord
voltooid deelwoord eindigt op -t of -d :
maken - maakten: Zij hebben wat moois gemaakt.

Slide 10 - Tekstslide

Je kunt niet altijd horen of een voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt. Weet je niet of een voltooid deelwoord op een –t of –d eindigt? Gebruik dan:
  • De verlengproef (langer maken).
  • Of ’t ex kofschip.

Slide 11 - Tekstslide

Ik ben gisteren ... (verhuizen).
A
verhuist
B
verhuisd
C
verhuisdt

Slide 12 - Quizvraag

De gevangene is na een week eindelijk ... (ontsnappen)
A
ontsnapt
B
ontsnapd

Slide 13 - Quizvraag

Tijdens de wedstrijd heeft Joy zich ... (blesseren).
A
geblesseerd
B
geblesseert
C
geblesseerdt

Slide 14 - Quizvraag

§12 Werkwoordalarm
Werkwoorden kun je in drie werkwoordsvormen schrijven: de tegenwoordige tijd (tt), de verleden tijd (vt) en het voltooid deelwoord (vd). Bij sommige werkwoorden moet je extra goed opletten. De tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord klinken dan hetzelfde, maar je schrijft ze anders. Het is dus belangrijk dat je kunt bepalen of een werkwoord persoonsvorm tt of voltooid deelwoord is.

Slide 15 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
Voltooid deelwoord
Deze trui verkleurt nu al.
Sam verstuikt zijn enkel.
Micky verkleedt zich.
In de film gebeurt wel.
Jij belooft altijd van alles.



Deze trui is verkleurd.
Sam heeft zijn enkel verstuikt.
Micky heeft zich verkleed.
In de film is veel gebeurd.
Jij hebt alles beloofd.



Slide 16 - Tekstslide

Schema werkwoordspelling 
blz. 267-268.

Slide 17 - Tekstslide

Welk werkwoord is verkeerd gespeld?

Als je mij vermoord, zul je nooit weten wie je heeft verraden.
A
vermoord
B
verraden

Slide 18 - Quizvraag

Welk werkwoord is verkeerd gespeld?

Ik heb de indruk dat je mij niet de waarheid verteld.
A
heb
B
verteld

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord klopt niet in onderstaande zin? Verbeter het woord ook.

Het duister verzameld de lichtgevende manen, wat de wereld in gevaar brengt.

Slide 20 - Open vraag

Welk woord klopt niet in onderstaande zin? Verbeter het woord ook.

Ik ben ontvoert, maar ben ook weer ontsnapt.

Slide 21 - Open vraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in.

Elk jaar ... (worden) het aantal emoji ... (uitbreiden).

Slide 22 - Open vraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in.

Het aanbod van emoji wordt ... (bepalen) door een aantal grote techbedrijven.

Slide 23 - Open vraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in.

Sommige bestaande emoji worden ... (aanpassen), maar er worden ook nieuwe ... (ontwerpen).

Slide 24 - Open vraag

Uitlegfilmpje!

Slide 25 - Tekstslide

Wat?
Cursus 7 Spelling §13: Mixopdrachten.
In de online leeromgeving.
Hoe?
In stilte, op je iPad. Muziek mag.
Hulp
De theorie in deze LessonUp en de theorie in je boek.
Tijd
Vijftien minuten.
Waarom?
Om te oefenen met leestekens.
Klaar?
Oefen verder in de online trainer of maak een samenvatting van de groene blokjes theorie.
Huiswerk voor de volgende les
timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

  • Je kunt voltooid deelwoorden spellen, ook als ze bijvoeglijk gebruikt worden.
  • Je kunt werkwoorden in tegenwoordige tijd en in voltooid deelwoord foutloos spellen, ook als ze hetzelfde klinken.
Lesdoelen

Slide 27 - Tekstslide

'Ik weet waaraan ik een voltooid deelwoord kan herkennen.'
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 28 - Poll

'Ik weet hoe ik een voltooid deelwoord moet spellen.'
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 29 - Poll

Welke vragen heb je nog?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Je hebt ... (beloven) dat je het geld zou ... (weggeven).

Slide 32 - Open vraag

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencode:
2kb: JNDPO

Slide 33 - Tekstslide