103. Deel 7b, blok 3, week 1 Les 2 - breuken gelijknamig maken


73+72=.....
A
145
B
75
C
71
D
72
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
RekenenBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


73+72=.....
A
145
B
75
C
71
D
72

Slide 1 - Quizvraag


51+54=......
A
1
B
55
C
105
D
255

Slide 2 - Quizvraag


61+62=....
A
21
B
63
C
123
D
41

Slide 3 - Quizvraag

2/4 + 1/4 =

Slide 4 - Open vraag

3/5 + 3/5 =

Slide 5 - Open vraag

Wat zijn gelijknamige breuken ook alweer?

Slide 6 - Open vraag

Vereenvoudigen
De eenvoudigste vorm is een breuk waarbij de teller en de noemer zo klein mogelijke zijn.

Met breuken vereenvoudigen wordt het zo klein mogelijk maken van breuken bedoeld.

Slide 7 - Tekstslide

DE GGD (grootste gemeenschappelijk deler).
- Kijk goed naar de teller en de noemer !
- Door welk getal kan je  zowel de telller als de noemer delen?

Hoe ging dat ook alweer?

Slide 8 - Tekstslide

Vereenvoudig 5/10

Slide 9 - Open vraag

LESDOEL
Ik kan breuken gelijknamig maken en ongelijknamige breuken optellen en aftrekken en daarna vereenvoudigen.



Slide 10 - Tekstslide


Slide 11 - Open vraag


Wat is de teller?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Maak de breuken gelijknamig.
1. vermenigvuldig de noemers
met elkaar
2. vermenigvuldig de noemer van A met de teller van B. Dit wordt de nieuwe teller van B.
3. vermenigvuldig de noemer van B met de teller van A Dit wordt de nieuwe teller van A.

Slide 17 - Tekstslide

Wat ga jij vandaag leren?

Slide 18 - Open vraag

We gaan nu oefenen!
Gebruik het wisbord !!!

Slide 19 - Tekstslide

Wat is stap 1 als je deze som
2/3 + 1/4 wilt uitrekenen?

Slide 20 - Open vraag

Hoe doe ik dat?
Maak de breuken gelijknamig.
1. vermenigvuldig de noemers
met elkaar
2. vermenigvuldig de noemer van A met de teller van B. Dit wordt de nieuwe teller van B.
3. vermenigvuldig de noemer van B met de teller van A Dit wordt de nieuwe teller van A.
A
B
4. Reken nu de som uit.
5. Kijk of je de uitkomst kunt vereenvoudigen

Slide 21 - Tekstslide

Nu samen?
Maak de breuken gelijknamig.
1. vermenigvuldig de noemers
met elkaar
2. vermenigvuldig de noemer van A met de teller van B. Dit wordt de nieuwe teller van B.
3. vermenigvuldig de noemer van B met de teller van A Dit wordt de nieuwe teller van A.

Slide 22 - Tekstslide

Nu jullie?
Maak de breuken gelijknamig.
1. vermenigvuldig de noemers
met elkaar
2. vermenigvuldig de noemer van A met de teller van B. Dit wordt de nieuwe teller van B.
3. vermenigvuldig de noemer van B met de teller van A Dit wordt de nieuwe teller van A.

Slide 23 - Tekstslide

Nu jij?
Maak de breuken gelijknamig.
1. vermenigvuldig de noemers
met elkaar
2. vermenigvuldig de noemer van A met de teller van B. Dit wordt de nieuwe teller van B.
3. vermenigvuldig de noemer van B met de teller van A Dit wordt de nieuwe teller van A.

Slide 24 - Tekstslide

Juf doet het voor

Slide 25 - Tekstslide

Nu jullie
Wat is de som?
Maak ze .
Reken de som uit.
Kijk of je kunt vereenvoudigen (de GGD).




Slide 26 - Tekstslide

Nu jullie
Wat zijn de stappen?

Slide 27 - Tekstslide

Nu jij
Denk aan alle stappen!

Slide 28 - Tekstslide

aan het werk
 Deel 7b, blok 3, week 1
Opgave 1P

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link