4.6 Zwangerschap

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Planning voor vandaag

1. Herhaling

2. Uitleg over zwangerschap

Herhaling

Schrijf de antwoorden in je schrift (in stilte)

1. Hoe kan je voorkomen dat je een SOA krijgt? 

2. Leg uit wat een SOA is.

Antwoorden

Schrijf de antwoorden in je schrift (in stilte)

1. Gebruik een condoom.

2. Seksueel overdraagbare aandoening: een ziekte die je krijgt door seks.

Huiswerk bespreken

Blz. 56-60

Opdracht 2, 3 en 4

Daarna kiezen tussen 6 OF 7

Leerdoelen 

• Je kunt uitleggen hoe de bevruchting bij de mens gaat.

•  Je kunt uitleggen hoe een zwangerschap gaat.
  

• Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.

Bevruchting

• = samensmelten van kern van zaadcel met kern van eicel
• Bevruchting is in de eileider                                                                             

Innesteling

• bevruchte eicel deelt zich
• klompje cellen gaat door eileider naar baarmoeder
• Innesteling: klompje zet zich vast in slijmvlies baarmoeder
• vrouw is zwanger
• innesteling is 5 tot 7 dagen na ovulatie
• klompje cellen groeit uit tot kind --> na ongeveer 38 weken: geboorte

Dit is een aantekening

is een vrouw dan nog ongesteld?

1

Zaadcellen komen binnen bij de vagina

Aan de slag (mavo)

Blz. 68-72

Maak opdracht 1, 6 en 7

klaar?

maak een begrippenlijst

Snap je het nog niet helemaal? Lees blz. 63-67

Aan de slag (havo)

Blz. 63-66

Maak opdracht 1, 6 en 8

klaar?

maak een begrippenlijst

Snap je het nog niet helemaal? Lees blz. 58-62

Planning voor vandaag

1. Herhaling

2. huiswerk

3. Uitleg over zwangerschap

Herhaling

Beantwoord in je schrift:

1. wat is bevruchting?

2. wat is innesteling?

Antwoorden

• samensmelten van kern van zaadcel met kern van eicel  
• klompje cellen zet zich vast in baarmoederslijmvlies                                                                     

huiswerk

Blz. 68-72

Maak opdracht 1, 6 en 7

Opdracht

1. Wat is het verschil tussen een embryo en een foetus?

2. Wat is de taak van de placenta?

3. Wat zijn de vruchtvliezen?

4. Wat is de taak van het vruchtwater?

5. Wat wordt er bedoeld met prenataal onderzoek?

Tip; lees 4.6

Antwoorden

Opdracht 1

• embryo --> kindje van week 1-8: krijgt voedsel door baarmoederslijmvlies
•  vanaf 8e week tot geboorte: foetus -->   voedsel door placenta

Opdracht 2

• placenta:  hierin stroomt bloed in bloedvaten van embryo vlak langs bloed van moeder en zorgt voor voeding
• embryo zit vast met navelstreng aan placenta

(O² en CO², voedingsstoffen en afvalstoffen)

hierdoor kunnen stoffen uitgewisseld worden

bloed van moeder stroomt niet door embryo

Antwoorden

• Opdracht 3
• Om foetus liggen 2 vruchtvliezen
  
• Opdracht 4
• daar binnen: vruchtwater
• bescherming tegen stoten,                                                uitdroging  en wisseling temperatuur
• baby kan zich hierin bewegen

Opdracht 5

• Prenataal onderzoek: onderzoek of ongeboren kind ziek is en wat voor geslacht het kan hebben

+/- 10 weken een echo (geluidsgoven): bepalenhoeveel weken zwanger, berekening geboorte 

9-14 wkn: combinatietest --> test syndroom van Down

na 11 wkn: NIPT --> DNA onderzoek via bloed of er erfelijke ziekte is (wetenschappelijk onderzoek).

na 20 wkn: echo --> onderzoek afwijkingen hart, hersenen, organen, ledematen en geslacht

vlaams

Aan de slag in stilte (mavo)

Blz. 68-75

Opdracht 2, 3 en 4

Daarna kiezen tussen 6 en 7 OF 8 en 9

Tip: lees 4.6 als je het nog niet begrijpt.

Ben je klaar? Maak een begrippenlijst/opdracht 9 

Leerdoelen 

• Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt.
  
•  Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
  
• Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.

Hoeveel weken na de bevruchting vindt de geboorte ongeveer plaats?

1. 36
2. 38
3. 40
4. 42

Waar vindt de innesteling van de bevruchte eicel plaats?

1. eierstok
2. eileider
3. baarmoeder
4. vagina

Aan de slag

Online mk en lr § 4.6 opdr 1, 2, 3, 5, 7 en 8

Dit is tevens huiswerk. 

Aan de slag

Maak alle opdrachten bij 4.6

OF

Maak een begrippenlijst (schrijf de begrippen over en zoek de betekenis)