betoog

Schrijfvaardigheid
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schrijfvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Het betoog

Slide 2 - Tekstslide

Op school. Zoek op:
Wat is een betoog? 
Wat is het tekstdoel?
Wat is een stelling?
Schrijf de antwoorden op.


timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide


Een betoog heeft als tekstdoel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 4 - Quizvraag


Wat moet je als schrijver doen als je tekstdoel overtuigen is?
A
Je legt uit en geeft vooral feiten
B
Je probeert een mening te geven met argumenten.
C
Je probeert lezers te overtuigen iets te gaan doen.
D
Je schrijft een tekst die je voor de gezelligheid kunt lezen.

Slide 5 - Quizvraag

Kenmerken betoog:
Tekstdoel= overtuigen.
Schrijver geeft in de tekst zijn mening.
Betoog schrijven naar aanleiding van een stelling.
Schrijver geeft argumenten voor zijn mening.

Slide 6 - Tekstslide

Een stelling:
  • is een zin waarover je van mening   kunt verschillen.
  • is niet te lang.
  • bevat geen ontkenning.

Slide 7 - Tekstslide

Argumenten:
  • zijn redenen voor je mening.
  • je ondersteunt ze met voorbeelden.

Slide 8 - Tekstslide

  • Tekstdoel van een betoog is overtuigen.
  • Je schrijft een betoog naar aanleiding van een stelling.
  • Over een stelling kun je van mening verschillen.   
  • Om je mening duidelijk te maken, gebruik je argumenten   of redenen.
  • Bij elk argument geef je voorbeelden.
Samengevat

Slide 9 - Tekstslide

Kies uit één van deze stellingen:
  • Kinderen moeten strenger opgevoed worden.
  • De pauzes op deze school moeten langer worden.
  • Het is onmogelijk om zonder telefoon te leven.



Schrijf zelf een betoog

Slide 10 - Tekstslide