3A 6.2 Voedselrelaties en kringlopen les 3: Stikstofkringloop

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Ecologie

  • 6.1 Organismen en omgeving 
  • 6.2 Voedselrelaties / kringlopen
  • 6.3 samenleven
  • 6.4 Natuurbeheer
  • 6.5 Mens en milieu
  • 6.6 Duurzaamheid
  • 6.7 Energiestromen ecosysteem
  • 6.8 Voedselproductie

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht
In de afbeelding zie je de koolstofkringloop. Beantwoordt de volgende vragen:
  1. Wat zijn producenten?
  2. Geef 2 voorbeelden van consumenten
  3. Wat zijn reducenten? 
  4. Waar staan de nummers 
1 t/m 4 voor?

Slide 3 - Tekstslide

Startopdracht
In de afbeelding zie je de koolstofkringloop. Beantwoordt de volgende vragen:
  1. Wat zijn producenten?
  2. Geef 2 voorbeelden van consumenten
  3. Wat zijn reducenten? 
  4. Waar staan de nummers 
1 t/m 4 voor?
Antwoorden
1. Planten (organismen die aan fotosynthese doen/ glucose maken)
2. Dieren (mensen, insecten enz.)
3. Schimmels en bacteriën
4. 1 = fotosynthese,
    2, 3 en 4 = verbranding

Slide 4 - Tekstslide

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 6.2 --> Stikstofkringloop
  • Opdracht stikstofkringloop
  • Opdrachten maken in LessonUp
  • Huiswerk
  • Afsluiting 

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen beschrijven.
  • Je kunt de kringlopen van water, koolstof en stikstof beschrijven.

Slide 6 - Tekstslide

Stikstofkringloop
  • Alle organismen hebben stikstof nodig. 
  • Stikstof is een belangrijk onderdeel van eiwitten en DNA.

De verschillende stoffen waarin stikstof kan 
voorkomen en van het ene naar het andere 
organisme gaat, noem je de stikstofkringloop. 

Slide 7 - Tekstslide

Stikstofkringloop

Slide 8 - Tekstslide

Stikstofkringloop
  • Stikstof komt in de bodem o.a. voor in de stof nitraat (mineraal).
  • Planten nemen water uit de bodem op met daarin nitraat.
  • Ze gebruiken het nitraat samen met glucose voor de vorming van eiwitten (organische stof). 
Planten hebben dus stikstof nodig voor het maken van eiwitten. Planten kunnen zelf geen stikstof opnemen, maar wel nitraat. In nitraat zit stikstof en zo komen de planten aan de stikstof. 

Slide 9 - Tekstslide

Stikstofkringloop
  • Planteneters zetten een deel van deze eiwitten om in dierlijke eiwitten.
  • Ook dierlijke eiwitten bevatten
 stikstof.
  • Vleeseters nemen deze 
eiwitten op via het vlees 
dat ze eten. 

Slide 10 - Tekstslide

Stikstofkringloop
  • Niet alle eiwitten worden opgegeten en verteerd.
  • Eiwitten zitten ook in uitwerpselen of in dode planten of dieren.
  • Reducenten (rottingsbacteriën)
gebruiken die eiwitten als brandstof.
  • Bij de verbranding van de eiwitten 
ontstaat ammoniak --> wordt omgezet 
naar ammonium --> bacteriën nitraat. 
  • Een deel wordt ammoniakgas.

Slide 11 - Tekstslide

Stikstofkringloop
  • Stikstof zit ook in de lucht.
  • Planten en dieren kunnen geen stikstof uit de lucht opnemen, maar stikstofbindende bacteriën wel
  • Deze bacteriën komen                onder andere voor in  wortelknolletjes van planten zoals klaver en lupine ------------>

Slide 12 - Tekstslide

Stikstofkringloop
  • Een deel van de stikstof die deze stikstofbindende 
    bacteriën uit de lucht opnemen,      komt als nitraat in de bodem          terecht. 

  • Planten kunnen nitraat opnemen en gebruiken dit voor het maken van plantaardige eiwitten. 

Slide 13 - Tekstslide

De stikstofkringloop 
Ammonium
Nitraat
Stikstofgas
Ammoniakgas

Slide 14 - Sleepvraag

Eiwitten bevatten stikstof. Stikstof komt in de bodem voor in nitraten. Planten nemen deze minerale zouten op en gebruiken ze om eiwitten op te bouwen uit glucose. Dieren kunnen zelf geen eiwitten maken uit glucose en nemen ze op met hun voedsel. Bij de afbraak van eiwitten in dode resten ontstaan weer nitraten. In de wortels van verschillende plantensoorten leven bacteriën in wortelknolletjes. Deze bacteriën gebruiken stikstof uit de lucht om nitraten op te bouwen. De informatie hierboven beschrijft een stikstofkringloop. Het schema hiernaast geeft deze kringloop weer.
1
2
3
4
Dieren
Planten
Rottings-
bacteriën
Wortelknol-
bacteriën

Slide 15 - Sleepvraag

Een plant kan van glucose nog andere stoffen maken, zoals eiwitten, vitaminen en vetten.
Welke stof uit de grond is nodig voor de omzetting van glucose in eiwitten?

Slide 16 - Open vraag

Welk organisme kan stikstof uit de lucht halen?
A
Mensen
B
Stikstofbindende bacteriën
C
Planten
D
Dieren

Slide 17 - Quizvraag

Bij stikstofbinding wordt gasvormige stikstof omgezet in stikstofhoudende mineralen.

Bij welke genummerde pijl is sprake van stikstofbinding?

A
Pijl 1
B
Pijl 2
C
Pijl 3
D
Pijl 4

Slide 18 - Quizvraag

Welke stof neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
Ammoniak
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat

Slide 19 - Quizvraag

Planten en dieren hebben stikstof nodig om eiwitten te maken. Planten kunnen stikstof niet zomaar opnemen, daar hebben ze stikstofbindende bacteriën voor. Hoe krijgt een dier stikstof binnen?

Slide 20 - Open vraag

Hoe wordt in de voedselketens stikstof doorgegeven?
A
Als nitraat
B
Als ammoniak
C
Als koolhydraten
D
Als eiwitten

Slide 21 - Quizvraag

Opdracht stikstofkringloop
Klaar?
Lever je opdracht in.
Maken: LessonUp vragen stikstofkringloop
Begin aan je huiswerk: opdracht 11 (samenhang)

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk

Lezen 6.2 Stikstofkringloop

Maken:
  • LessonUp vragen stikstofkringloop
  • Opdracht 11 (boek)




Slide 23 - Tekstslide