MOVO 3e jaar - oktober 2023
1 / 42
Lesduur is: 45 minIntroductie
In de thema modules vertellen bekende Nederlanders waarom het belangrijk is om in actie te komen voor deze thema’s. Jongeren worden gemotiveerd om zelf in actie te komen voor een van de volgende thema’s: klimaat, gelijke kansen, diversiteit, maatschappij en gezondheid.
Jongeren worden geïnspireerd en gemotiveerd om in actie te komen binnen het thema diversiteit. BN’er Thomas van Grinsven legt uit wat diversiteit is en wat dit voor Thomas persoonlijk betekent. De jongeren worden zelf aan het denken gezet wat diversiteit voor hen betekent en hoe zij kunnen bijdragen aan meer acceptatie voor verschillende groepen mensen. Binnen het thema diversiteit wordt gefocust op seksuele oriëntatie en de acceptatie daarvan.
Instructies
Deze les is ontworpen om klassikaal te geven. Na het afronden van de module komen de jongeren zelf in actie.
IN ACTIE KOMEN AAN HET EIND VAN DE MODULE
Individueel of in groepjes in actie komen:
Na elke module komen de jongeren individueel of in groepjes in actie voor het thema. Iedereen kan dezelfde challenge doen of de docent kiest een aantal challenges waaruit de jongeren kunnen kiezen.
OF
Met de hele klas in actie komen:
Na het volgen van een module komt de hele klas in actie door een grote challenge uit te voeren binnen het thema. Op deze manier maak je er echt een project van.
Tussenstand uitzetten
De tussenstand die weergeven wordt in de module kan je zelf uitzetten. Klik hiervoor op geef les. Ga vervolgens naar de pincode aan de linker onderzijde en klik erop. Er verschijnt een scherm met daarin de optie: toon tussenstand. Als je het vinkje verwijdert, wordt de tussenstand niet meer getoond.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze oefening dient als ijsbreker om het thema te introduceren op een laagdrempelige manier. Diversiteit betekent dat mensen van elkaar verschillen: in deze oefening zal dit o.a. via meningen zijn, maar welke elementen beïnvloeden hun mening? Man/ vrouw zijn, geloof, sociale positie, ... Dit zijn dingen die je via een gesprek over hun motivatie waarom zij iemand als meer verantwoordelijk zien dan de andere kan uitpluizen.
Indien iedereen dezelfde persoon als schuldige aanduidt, kan je de leerlingen ook een ranking laten maken, wie is het meest verantwoordelijk, wie komt op de tweede plaats enz.
Op wat voor manieren kunnen mensen van elkaar verschillen?
VRAAG 1
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Vind je dat iedereen recht heeft op een gelijke behandeling?
VRAAG 2
JA
NEE
Slide 5 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
VRAAG 3
Heb je wel eens in een situatie gezeten waarin je bevoor- of benadeeld werd?
JA
NEE
Slide 8 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 4
Waar denk jij aan bij het begrip 'kansenongelijkheid?'
Een quizvraag: Op grond waarvan wordt het meest gediscrimineerd in België?
A
GESLACHT
B
GODSDIENST
C
HERKOMST
D
SEKSUELE GEAARDHEID
Slide 10 - Quizvraag
Stel de vraag en laat de leerlingen hun antwoord op hun telefoon invoeren.
Wanneer ze hun antwoord hebben gegeven, open je het gesprek.
Slide 11 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel procent van de jongeren die lesbisch, homo- of biseksueel is, wordt hiermee gepest?
VRAAG 5
A
21 %
B
51 %
C
41 %
D
11 %
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel procent van de jongeren die lesbisch, homo of biseksueel is, hoort het woord ‘homo’ regelmatig als scheldwoord?
VRAAG 6
A
18 %
B
38 %
C
68 %
D
88 %
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
VRAAG 9
Er is een verschil tussen sekse en gender.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
VRAAG 10
Waar staat deze vlag voor? En de kleuren?
Slide 20 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat hoort volgens jou nog bij diversiteit maar is nog niet aan bod gekomen?
Slide 21 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 27 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 28 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 29 - Tekstslide
Dit is het spel dat je combineert met de krijttekening. In jullie enveloppe staat een leidraad hoe je dit spel kan spelen. Je mag hier zeker jou eigen invulling aan geven. Aangeraden tijd om dit spel te spelen: max. 20 minuten.
Slide 30 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekent diversiteit voor jou?
Kies een afbeelding die laat zien wat diversiteit voor jou betekent.
Slide 31 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 32 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 33 - Tekstslide
extra
Slide 34 - Tekstslide
Indien je ergens onvoldoende materiaal hebt, kan e deze stellingen en werkvorm gebruiken.
Slide 35 - Tekstslide
werkvorm: leerlingen krijgen per stelling de kans zich in het lokaal te verplaatsen:
■ links: niet erg (ik vind dit niet discriminerend)
■ rechts: erg (dit is discriminerend)
■ gradaties mogen door verschillende posities in te nemen tussen de twee extreme kanten.
■ Leerlingen krijgen telkens de kans om hun positie toe te lichten en mogen steeds van positie veranderen indien zij een goed argument horen.
○ leerkracht leidt een klasgesprek over de keuzes
■ Waarom heb je voor deze positie gekozen? Welke factoren hebben een invloed op jouw positie ten opzichte van de situatie?
■ Zou je het zelf durven zeggen als je gekwetst bent door een bepaalde uitspraak?
■ links: niet erg (ik vind dit niet discriminerend)
■ rechts: erg (dit is discriminerend)
■ gradaties mogen door verschillende posities in te nemen tussen de twee extreme kanten.
■ Leerlingen krijgen telkens de kans om hun positie toe te lichten en mogen steeds van positie veranderen indien zij een goed argument horen.
○ leerkracht leidt een klasgesprek over de keuzes
■ Waarom heb je voor deze positie gekozen? Welke factoren hebben een invloed op jouw positie ten opzichte van de situatie?
■ Zou je het zelf durven zeggen als je gekwetst bent door een bepaalde uitspraak?
Slide 36 - Video
Laat zien tot 2min14
Slide 37 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 38 - Tekstslide
begeleidende vragen als hulp:
Is deze opmerking discriminerend? Waarom wel/ niet?
■ indien nee: Waarom zouden anderen hier
misschien wel aanstoot aan nemen?
■ Vind jij dat jij jouw taalgebruik/ woordkeuze
moet aanpassen omdat anderen hier een
probleem mee hebben (ook al bedoel je dit niet
zo)?
○Als dit jou zou kwetsen, zou je het durven zeggen?
○ Zou de situatie anders zijn indien dit twee meisjes
waren? Waarom wel/ niet?
Slide 39 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 40 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 41 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 42 - Tekstslide
omkadering/ hulp:
micro agressie:
= een uitspraak/ handeling waarbij iemand (on)bedoeld wordt beledigd op grond van zijn sekse, gender of huidskleur
Veel zwarte vrouwen maken mee dat mensen aan hun haar komen of vragen of ze aan hun haar mogen komen. Op deze manier wordt hun haar als iets buitengewoon/ abnormaal gezien.
- Is het vragen om aan iemand zijn haar te komen ongepast?
- Waarom zou iemand dit als beledigend kunnen ervaren?
- Is dit een vorm van discriminatie? Waarom wel/ niet.
- Hoe zou jij je voelen wanneer je op voorhand moet nadenken hoe je handen moet ontwijken?
