3.1 Wat is politiek?

4.1 Wat is politiek
3.1 Wat is politiek?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

4.1 Wat is politiek
3.1 Wat is politiek?

Slide 1 - Tekstslide

Noem drie zaken waarbij de politiek invloed heeft in jouw leven.

Slide 2 - Woordweb

Afspraken:
De les
Deze periode:
Hoofdstuk 4: Politiek
Hoofdstuk 5:  Rechtstaat en grondwet. 

Vanaf de volgende les een kennen en kunnen lijstje.
Toets inzien kan met KWT.
Vanaf deze periode ook andere werkvormen. 

28-11 naar Den Haag (ProDemos) niet eerder terug dan 15:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat is politiek
Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden.

Slide 4 - Tekstslide

Ambtenaren en de overheid
Ambtenaren zijn personen die voor de overheid werken
De overheid zijn alle ambtenaren en politici samen

Slide 5 - Tekstslide

Algemeen belang
De politiek bemoeit zich alleen met dingen die van algemeen belang (voor veel mensen belangrijk) zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Overheidsfinanciën
De overheid betaalt de zaken van algemeen belang door het heffen van belastingen aan burgers en bedrijven.
Als de overheid te weinig geld heeft kan ze:
  1. bezuinigen (minder uitgeven)
  2. geld lenen
  3. belasting verhogen

Slide 7 - Tekstslide

Miljoenennota

Slide 8 - Tekstslide

Politieke keuzes maken
Kijkopdracht: noem twee redenen waarom politieke partijen hun beloftes niet altijd waar kunnen maken.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

noem twee redenen waarom politieke partijen hun beloftes niet altijd waar kunnen maken.

Slide 11 - Open vraag

Democratie
Democratie.  Het volk heeft invloed op politieke besluiten.
Het woord democratie komt van de Griekse woorden: démos (volk) en kratein (regeren).

Slide 12 - Tekstslide

Directe en indirecte democratie

Indirecte democratie: Het volk kiest volksvertegenwoordigers die de keuzes maken.
Directe democratie: Het volk mag rechtstreeks stemmen over een beslissing. Voorbeeld: referendum.
Referendum: Volksstemming over een belangrijk onderwerp.

 

 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Directe of indirecte democratie.
direct
indirect

Slide 15 - Poll

Slide 16 - Tekstslide

Wat
Vul het google formulier in
Maak opdrachten van paragraaf 4.1
Tijd
Tot einde van de les 
Hoe
Zachtjes praten mag.
Muziek via Chromebook ook. 
Hulp
De docent loopt rond.
Klaar
Maak de eindtoets van paragraaf 1
Maak een samenvatting/Flashkaarten/Begrippenlijst
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide