SE1 HH H2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Voorbereiding toetsweek

Hoofdstukken toetsweek: H1, H2 en H4

• H1 Stoffen § 1.1 t/m 1.5 en RV
  
• H2 Licht en beeld § 2.1 t/m 2.5
• H4 § 4.1 t/m 4.4 en RV
  

De lengte van de fiets is 1,70m. Op het beeld is de lengte van de fiets 1 cm. Bereken de vergroting.

Een loep heeft een beeldafstand van 30mm. Je plaatst een 0,5 cm lang voorwerp op 12 mm voor de loep. Bereken de vergroting.

In zonlicht komt ook infrarood en ultravioletstraling voor. Welke soorten straling kan een mens niet zien?

1. Infrarood
2. Ultraviolet

De witte bal heeft zwarte stippen. Hoe komt het dat wij die stippen zwart zien?

1. Alle kleuren van het licht worden geabsorbeerd
2. Alle kleuren van het licht worden weerkaatst
3. Alleen de donkere kleuren van het licht worden geabsorbeerd
4. Alleen de lichte kleuren van het licht worden weerkaatst

Hans heeft een rode lamp in de badkamer. Op het handdoekenrek hangen van boven naar beneden een blauwe, een witte en een rode handdoek. Welke kleuren ziet Hans van boven naar beneden?

1. boven: paars midden: rood onder: rood
2. boven: rood midden: wit onder: zwart
3. boven: wit midden: wit onder: zwart
4. boven: zwart midden: rood onder: rood

Ali en Glenn staan in de buurt van een lamp. Van beiden wordt een schaduw op straat gevormd. Op welke plaats bevindt zich de lamp?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Welk onderdeel van het oog geeft het cijfer 4 aan?

1. hoornvlies
2. ooglens
3. pupil
4. iris

Je kijkt naar een vogel in de verte. De vogel vliegt in jouw richting. Je ziet hem steeds scherp op je netvlies. Hoe verandert de bolvorm van de ooglens?

Hoe heet de verandering van de bolling van de ooglens?

Marian is bijziend. Welk probleem heeft zij bij het zien?

Marian is bijziend. Wat voor bril heeft zij nodig?

Zelfstandig werken

Wat? Leren en oefenen opdrachten H2 (zie ook Gedeelde documenten)

Hoe? Alleen, maar mag ook samen in Breakout rooms

Hulp? Leerboek, leerlingen of docent

Noëlle/Puck/Jasmijn & Caressa/Dennis/Luna & Lisa

Wat wil je nog een extra keer uitgelegd hebben?

Een ijsschots heeft een massa van 15 000 kg. De dichtheid van het ijs is 920 kg/m^3. Bereken het volume van de ijsschots in m^3.

Leg uit waarom de dichtheid van waterdamp kleiner is dan die van ijs.