Mens en milieu (toetsversie)

Goedemorgen!
This is the place to   Bio
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
This is the place to   Bio

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt voor- en nadelen noemen van kunstmest, vergeleken met natuurlijke mest
  2. Je kunt het verband noemen tussen uitspoeling en eutrofiëring.
  3. Je kunt uitleggen hoe het in relatief korte tijd verbranden van veel fossiele brandstoffen bijdraagt tot de opwarming van de aarde; je gebruikt hierbij de termen: C-kringloop (koolstof), CO2-productie, versterkt broeikaseffect.
  4. Je kunt beargumenteren waarom het gebruik van alternatieve energiebronnen bijdraagt aan duurzaamheid, met name biobrandstof.
  5. Je kunt uitleggen wat niet-hernieuwbare en hernieuwbare hulpbronnen zijn en hier voorbeelden van noemen.
  6. Je kunt de voordelen noemen van het gebruik van biologische bestrijding t.o.v. chemische bestrijding; je gebruikt hierbij de termen: resistentie, persistentie, accumulatie, biodiversiteit, predatoren.


Paragraaf 16.1.1; 16.1.3; 16.2.1-16.2.4; 16.3;16.5.1-16.5.4;

Slide 2 - Tekstslide

H16: 
Mens en milieu
Toetsversie T511

Slide 3 - Tekstslide

Bemesting en eutrofiëring

Slide 4 - Tekstslide

Bemesting
Toevoegen van mineralen en voedingsstoffen aan de bodem. 

Kunstmest
Natuurlijke (stal)mest

Rijk aan stikstof- (N) en fosfaatverbindingen (PO4) 

Slide 5 - Tekstslide

Kunstmest
Uit fosfaaterts (Marokko en China)

Oorzaak groene revolutie na WO II

Fosfaat raakt op...

Slide 6 - Tekstslide

Natuurlijke (stal)mest

reducenten en afvaleters

mineralen

opname door planten/algen/bacteriën
Kunstmest

reducenten en afvaleters

mineralen

opname door planten/algen/bacteriën

Slide 7 - Tekstslide

Uitspoeling 
Door het gebruik van teveel (kunst)mest kunnen de mineralen met de regen in het grondwater terechtkomen 
(= uitspoeling)

Het grondwater staat in contact met oppervlaktewater (bijv. sloot of meer)

Slide 8 - Tekstslide

Eutrofiëring leidt tot algenbloei (waterbloei)  en (vis)sterfte

Slide 9 - Tekstslide

Eutrofiëring

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Fossiele brandstoffen en de koolstofkringloop

Slide 12 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen
Steenkool
Aardolie
Aardgas
Fossiele brandstoffen

Slide 13 - Tekstslide

Gebruik fossiele brandstoffen
Energiebronnen

Anders = niet fossiel

Koolstofrijke (C) verbindingen dragen bij verbranding bij aan versterkt broeikaseffect.

(versimpelde weergave)
C(s)+O2(g)>CO2(g)

Slide 14 - Tekstslide

Ontstaan fossiele brandstoffen
Ontstaan uit organische stoffen uit planten en dieren.

Afhankelijk van de warmte, druk en tijd ontstaat een ander soort fossiele brandstof

Slide 15 - Tekstslide



Voordelen:
  • goedkoop
  • gemakkelijk te gebruiken
  • gemakkelijk te vervoeren



Nadelen:

  • Ontstaat CO2
  • CO2 is oorzaak broeikaseffect
  • Afvalstoffen kunnen luchtverontreiniging  veroorzaken
  • ze raken een keer op


Fossiele brandstoffen

Slide 16 - Tekstslide

Koolstofkringloop

Slide 17 - Tekstslide

Natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect

Slide 18 - Tekstslide

Cyanobacterien ofwel blauwalg
Gevolgen klimaatverandering
Algenbloei

Uitdijende woestijnen

Stijgende zeespiegel

Lange droogtes

Slide 19 - Tekstslide

Biobrandstof

Slide 20 - Tekstslide

Biobrandstoffen 
Biobrandstoffen: brandstoffen die afkomstig zijn van organisch materiaal. 
  • Biodiesel
  • Bioalcohol

1e generatie: uit eetbare delen van planten
2e generatie: uit biomassa (afval)
3e generatie: algen en wieren

Nadeel van biobrandstof: veel grond nodig om plantaardig materiaal te kweken, duur. 

Voordeel van biobrandstof: De uitgestoten CO2 was al onderdeel van de cyclus en draagt hierdoor minder bij aan het versterkt broeikaseffect.

Slide 21 - Tekstslide

Hernieuwbare energiebronnen
Hernieuwbare energiebronnen raken niet op.

Voorbeelden van hernieuwbare energiebronnen
  • Wind
  • Water
  • Zon

Slide 22 - Tekstslide

Chemische en biologische bestrijding

Slide 23 - Tekstslide

Chemische bestrijding
  • Insecticiden: tegen insecten.
  • Herbiciden: tegen onkruid.

Voordelen: snel, goedkoop, effectief.

Nadelen: 
Accumulatie: top van de voedselketen verzamelt hoge concentraties gif.
Persistentie: slecht afbreekbaar, komt in drink- en grondwater terecht. 
Resistentie: plaagdieren kunnen een natuurlijke resistentie tegen het gif ontwikkelen.
niet soort-specifiek: doden van veel nuttige soorten dieren en planten, slecht voor de biodiversiteit.

Slide 24 - Tekstslide

Biologische bestrijding
  • Predator = "roofdier"
  • Parasiet
  • Ziekteverwekker

Voordeel: geen gebruik van gif en nadelige gevolgen daarvan.
Nadeel: duur

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt voor- en nadelen noemen van kunstmest, vergeleken met natuurlijke mest
  2. Je kunt het verband noemen tussen uitspoeling en eutrofiëring.
  3. Je kunt uitleggen hoe het in relatief korte tijd verbranden van veel fossiele brandstoffen bijdraagt tot de opwarming van de aarde; je gebruikt hierbij de termen: C-kringloop (koolstof), CO2-productie, versterkt broeikaseffect.
  4. Je kunt beargumenteren waarom het gebruik van alternatieve energiebronnen bijdraagt aan duurzaamheid, met name biobrandstof.
  5. Je kunt uitleggen wat niet-hernieuwbare en hernieuwbare hulpbronnen zijn en hier voorbeelden van noemen.
  6. Je kunt de voordelen noemen van het gebruik van biologische bestrijding t.o.v. chemische bestrijding; je gebruikt hierbij de termen: resistentie, persistentie, accumulatie, biodiversiteit, predatoren.

Slide 26 - Tekstslide