H7.4

Welkom
3 MAVO ||  2023-2024

Hoofdstuk 7
De overheid voor ons allemaal

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom
3 MAVO ||  2023-2024

Hoofdstuk 7
De overheid voor ons allemaal

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Vorige les
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Wat was ook alweer privatiseren?

Slide 3 - Open vraag

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Kun je beschrijven wat de rijksbegroting is
  • Kun je de gevolgen benoemen wanneer de overheid een begrotingstekort heeft

Slide 4 - Tekstslide

Miljoennnota
  • De rijksbegroting is een overzicht van alle inkomsten en uitgaven die de rijksoverheid in het komende jaar verwacht.

  • De miljoenennota is een toelichting op deze inkomsten en uitgaven.

  • De minister van Financiën presenteert elk jaar op de derde dinsdag van september (Prinsjesdag) de rijksbegroting aan de Tweede Kamer.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Belastingen
De belangrijkste inkomsten krijgt het Rijk door belastingen. Er zijn twee groepen:
  • Kostprijsverhogende belastingen
  • Belastingen op inkomen, winst en vermogen
  • Andere inkomsten van het Rijk zijn sociale premies en de niet-belastingontvangsten zoals winst uit staatsbedrijven en boetes.

Slide 8 - Tekstslide

Indirectie belastingen
  • Kostprijsverhogende belastingen zijn indirecte belastingen.
  • Bijvoorbeeld accijns en btw. Die zijn verwerkt in de prijs die je als consument betaalt aan de leverancier. Die draagt deze belasting af aan de overheid.
  • Je noemt ze indirecte belastingen omdat je ze via de leverancier aan de overheid betaalt.

Slide 9 - Tekstslide

Directe belastingen
  • Belastingen op inkomen, winst en vermogen zijn directe belastingen. Je betaalt ze rechtstreeks aan de overheid. Bijvoorbeeld inkomstenbelasting.
  • Als je in loondienst werkt, houdt je werkgever op jouw salaris loonbelasting in en maakt dat over aan de Belastingdienst.
  • Bv’s en nv’s betalen over hun winst vennootschapsbelasting.

Slide 10 - Tekstslide

Als de accijns en btw verhoogd wordt, dan is dit een verhoging van
A
Indirecte belastingen
B
directe belastingen

Slide 11 - Quizvraag

Wat betaal jij aan belastingen?
Wat betaal jij aan de overheid?
Zijn het directe of indirecte belastingen?
Leg je antwoord uit

Slide 12 - Open vraag

Prinsjesdag
'De derde dinsdag van september'
  • Ministers en kamerleden komen weer van vakantie
  • Begin van het nieuwe politieke jaar 

  • Koning Willem-Alexander en Maxima rijden in de Gouden Koets van het koninklijk paleis naar de Ridderzaal in Den Haag

Slide 13 - Tekstslide

Daarna....
Minister van Financiën presenteert de miljoenennota aan de Tweede Kamer


Tweede Kamer moet deze goedkeuren
Minister van financiën Wopke Hoekstra

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Begrotingstekort
  • Als de overheid verwacht dat ze meer geld moet uitgeven dan dat er binnenkomt, is er een begrotingstekort.

Slide 16 - Tekstslide

Wat kun je doen als je geld tekort komt?

Slide 17 - Open vraag

De overheid kan dit tekort voorkomen door te bezuinigen, of door te zorgen voor extra inkomsten.

Kan de overheid een begrotingstekort niet voorkomen, dan moet de overheid geld lenen.

Slide 18 - Tekstslide

Staatsschuld
  • De staatsschuld is het totaal aan leningen dat de overheid op een bepaald moment heeft.
  • Doordat de overheid in alle jaren met een begrotingstekort geld heeft geleend, is een staatsschuld ontstaan.
  • Die schuld daalt als de overheid aflost op de leningen. Over de staatsschuld betaalt de overheid ieder jaar rente.

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Maken H7.4 opgave 1 t/m 7
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd

Slide 20 - Tekstslide

Programma
  • Vorige les
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 21 - Tekstslide

Noem een aantal (minimaal 3) grote uitgaven van de overheid

Slide 22 - Open vraag

De totale uitgaven zijn 302,1 miljard. Aan sociale zekerheid wordt 85,8 besteed. Bereken hoeveel procent aan sociale zekerheid besteed wordt.

Slide 23 - Open vraag

Wat zijn de grootste inkomstenposten van Nederland?

Slide 24 - Open vraag

De totale inkomsten zijn 305,5 miljard. Aan indirecte belastingen ontvangt de overheid 96,5 miljard. Hoeveel procent is dat?

Slide 25 - Open vraag

Kun je beschrijven wat de rijksbegroting is

Slide 26 - Open vraag

Kun je de gevolgen benoemen wanneer de overheid een begrotingstekort heeft

Slide 27 - Open vraag

Begrotingstekort
  • Als de overheid verwacht dat ze meer geld moet uitgeven dan dat er binnenkomt, is er een begrotingstekort.

Slide 28 - Tekstslide

De overheid kan dit tekort voorkomen door te bezuinigen, of door te zorgen voor extra inkomsten.

Kan de overheid een begrotingstekort niet voorkomen, dan moet de overheid geld lenen.

Slide 29 - Tekstslide

Staatsschuld
  • De staatsschuld is het totaal aan leningen dat de overheid op een bepaald moment heeft.
  • Doordat de overheid in alle jaren met een begrotingstekort geld heeft geleend, is een staatsschuld ontstaan.
  • Die schuld daalt als de overheid aflost op de leningen. Over de staatsschuld betaalt de overheid ieder jaar rente.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Belastingen
De belangrijkste inkomsten krijgt het Rijk door belastingen. Er zijn twee groepen:
  • Kostprijsverhogende belastingen
  • Belastingen op inkomen, winst en vermogen
  • Andere inkomsten van het Rijk zijn sociale premies en de niet-belastingontvangsten zoals winst uit staatsbedrijven en boetes.

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag
Maken H7.4 6 t/m 13
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd

Slide 33 - Tekstslide