5.1 Leenheren en leenmannen

5.1 Leenheren en leenmannen
Boeken en schriften op tafel

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.1 Leenheren en leenmannen
Boeken en schriften op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wij starten vandaag met 5.1
Aan het eind van deze les:
  1. Weet je de betekenis van de volgende begrippen:
    feodalisme/leenstelsel, leenman en leenheer
  2. Kan je omschrijven hoe groot het Frankische Rijk was.
  3. Kan je uitleggen hoe het feodalisme/leenstelsel werkt.
  4. Kan je uitleg geven hoe het Frankische Rijk werd bestuurd.
  5. Weet je wie Karel de Grote was. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Het Frankische Rijk
We gaan een kort filmpje kijken over het ontstaan van het Frankische Rijk. Let bij het bekijken van het filmpje op de volgende vraag: 

Wat valt je op hoe dit rijk wordt bestuurd?

Slide 9 - Tekstslide

Wat is je opgevallen over hoe het Frankische Rijk wordt bestuurd?

Slide 10 - Open vraag

Karel de Grote
Vorst van het Frankische Rijk

Zo'n groot rijk.... dat was moeilijk besturen!

Maar waarom eigenlijk?


Slide 11 - Tekstslide

Waarom kon Karel de Grote niet in zijn eentje het Frankische Rijk besturen?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

De oplossing: het feodalisme/leenstelsel







Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat gebeurt er op deze afbeelding?

Slide 20 - Open vraag

Karel de Grote is in het systeem van het feodalisme de .....
A
leenheer
B
leenman

Slide 21 - Quizvraag

Waarom bestond het feodalisme?
A
Het besturen van een groot rijk ging moeilijk door slechte wegen en slechte communicatie.
B
Leenmannen wilden toch al macht hebben, dus was het feodalisme een mooie oplossing.
C
Karel de Grote was niet goed genoeg om een groot rijk in zijn eentje te besturen
D
Karel de Grote gunde anderen ook een stukje macht.

Slide 22 - Quizvraag

Wat moet een leenman doen voor de leenheer?

Slide 23 - Open vraag

Stelling: het feodalisme is zowel voor de leenheer als voor de leenman erg gunstig. Leg dit uit.

Slide 24 - Open vraag

Aan de slag
HAVO: Maak opdracht 2 t/m 4 
VWO: Maak opdracht 2 t/m 4 

Slide 25 - Tekstslide

Einde les
Aan het eind van deze les:
  1. Weet je de betekenis van de volgende begrippen:
    feodalisme/leenstelsel, leenman en leenheer
  2. Kan je omschrijven hoe groot het Frankische Rijk was.
  3. Kan je uitleggen hoe het feodalisme/leenstelsel werkt.
  4. Kan je uitleg geven hoe het Frankrische Rijk werd bestuurd.

Slide 26 - Tekstslide

In de volgende les
bekijken we de gevolgen van het feodalisme
en maken we kennis met ridders!
 

Slide 27 - Tekstslide