Thema 5 Basisstof 1 Je omgeving waarnemen

toets hoofdstuk 4
Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.
Bladzijde 82
Biologie Les 1
Vanaf bladzijde 84
Opdracht 1 tot en met 8
Vanaf bladzijde 84
Opdracht 1 tot en met 8
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

toets hoofdstuk 4
Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.
Bladzijde 82
Biologie Les 1
Vanaf bladzijde 84
Opdracht 1 tot en met 8
Vanaf bladzijde 84
Opdracht 1 tot en met 8

Slide 1 - Tekstslide

Zintuigen, impulsen, zenuwen

Slide 2 - Tekstslide

Welke zintuigen ken je al?

Slide 3 - Woordweb

Zintuigen
Om je omgeving waar te nemen, gebruik je je zintuigen. Een zintuig is een orgaan dat reageert op prikkels (bepaalde invloeden uit de omgeving). Voorbeelden van prikkels zijn licht, geluid, geur en aanraking. Doordat je zintuigen prikkels opvangen, kun je dingen waarnemen.

Slide 4 - Tekstslide

Prikkels uit je omgeving:
Licht
Geluid
Gevoel
Geuren
Smaken

Slide 5 - Tekstslide

Reageren op prikkels
Prikkel = chocolade bonbons

Zintuig = ogen.

Impuls = signaal naar hersenen
Impuls = signaal naar spieren

Reageren = bonbon pakken

Slide 6 - Tekstslide

Reageren op je omgeving
  1. Je ontvangt prikkels op met je zintuigen.
  2. Je zintuigen sturen signaaltjes naar het zenuwstelsel.
  3. Via het zenuwstelsel komen signaaltjes bij je hersenen.
  4. Je hersenen sturen spieren aan.

Slide 7 - Tekstslide

Zintuigen
Alle zintuigen samen vormen het zintuigenstelsel. In de oren komen twee zintuigen voor: het evenwichtszintuig en het gehoorzintuig. In elk oog ligt een gezichtszintuig, in de neus ligt het reukzintuig en in de tong liggen de smaakzintuigen.

Slide 8 - Tekstslide

Zintuigen
In de zintuigen liggen zintuigcellen. Zintuigcellen zijn aangesloten op zenuwen die verbonden zijn met de hersenen. Als zintuigcellen prikkels opvangen, ontstaan in de zintuigcellen impulsen, een soort elektrische signalen (‘seintjes’). De zenuwen leiden de impulsen naar de hersenen.

Slide 9 - Tekstslide

Reageren op prikkels
Prikkel = chocolade bonbons
Zintuig = ogen.
Impuls = signaal naar hersenen
Impuls = signaal naar spieren

Reageren = bonbon pakken
https://schooltv.nl/video/proefkonijnen-in-de-klas-hoe-is-het-om-niets-te-ervaren/

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

De huid

Slide 12 - Tekstslide

Zintuigen in de huid
In de huid liggen vier zintuigen waarmee je iets kunt voelen:
  • Warmtezintuigen - wat warmer is dan de huid
  • Koudezintuigen - wat kouder is dan de huid
  • Drukzintuigen  
  • Tastzintuigen

Slide 13 - Tekstslide

Het zenuwstelsel

Zenuwstelsel: Centraal zenuwstelsel en zenuwen

Centraal zenuwstelsel: Hersenen en ruggenmerg

https://schooltv.nl/video/clipphanger-wat-is-synesthesie/

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video