5.2 Planten groeien + 5.3 Planten voeden zich (1HV)

Nectar H5 Planten
Deze les: 
  • §5.2 Planten groeien
  • §5.3 Planten voeden zich

Huiswerk: 
Opdracht 3 t/m 14 van §5.2 + opdracht 3 t/m 15 van §5.3 

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Nectar H5 Planten
Deze les: 
  • §5.2 Planten groeien
  • §5.3 Planten voeden zich

Huiswerk: 
Opdracht 3 t/m 14 van §5.2 + opdracht 3 t/m 15 van §5.3 

Slide 1 - Tekstslide

Organen van de plant
Even oefenen!

a. Benoem organen 1 t/m 6
b. In welk orgaan worden zaden gemaakt? 
c. In welk(e) orgaan/organen vindt fotosynthese plaats?
Bloem
1
Vrucht
2
Zaad
3
Blad
4
Stengel
5
Wortel
6

Slide 2 - Tekstslide

Hiernaast staat een plantencel, benoem onderdelen 1 t/m 7

Slide 3 - Open vraag

Hiernaast zie je een doorsnede van een blad. Bij 10 wordt een vaatbundel weergegeven. Uit welke twee vaten bestaat deze? Wat is het verschil?

Slide 4 - Open vraag

Leerdoelen §5.2
  • Je leert hoe uit een zaadje een plantje komt;
  • Je leert hoe het plantje verder groeit;
  • Je leert hoe een boom groeit.

Slide 5 - Tekstslide

De levenscyclus van een plant.

De ontwikkeling van een plant: 
  • Zaad ontkiemt;
  • Plant groeit uit en krijgt bloemen;
  • Uit de bloemen ontstaan vruchten en zaden;
  • De zaden worden verspreid en de cyclus begint opnieuw.  




1
Een bruine boon is een zaad
2
Het zaadje neemt water op via het poortje. Het zaadje zwelt op en de zaadhuid breekt open.
3
Het worteltje komt naar buiten.
4
Het worteltje groeit de bodem in en de zaadlobben komen boven de grond.
5
Het kiemplantje groeit en gebruikt hierbij voedingsstoffen uit de zaadlobben.
6
Het kiemplantje wordt groter en krijgt meer bladeren.
7
Er is een volwassen tomatenplant ontstaan.
8
Aan de bonenplant ontstaan bloemen. Uit de bloemen ontstaan peulvruchten, met zaden. 
9
De bonen uit de peulvrucht zijn de zaden.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe komt een plant uit een zaadje?
  • Nadat planten hebben gebloeid, veranderen de bloemen in vruchten. 
  • In de vrucht zitten de zaden.
  • De zaden bestaan uit 2 zaadlobben. Daartussen zit de kiem. Om de 2 zaadlobben zit een zaadhuid.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe komt een plant uit een zaadje?
  • Als er een nieuw plantje uit een zaadje groeit, dan noem je dat ontkiemen. 
  • De kiem, is eigenlijk een mini-plantje. 
  • In de zaadlobben zit heel veel reservervoedsel waardoor de kiem goed kan groeien na de ontkieming.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe groeit een plantje verder?
  • Als de kiem plantjes steeds groter en zwaarder worden, dan noem je dat groei. 
  • Door lengtegroei vanuit de uiterste topjes, worden de stengels en wortels steeds langer.
  • Als een plant nieuwe delen krijgt, dan noem je dat ontwikkeling.

Slide 9 - Tekstslide

Aan het werk 
1. Maak opdracht 3 t/m 14 van §5.2

2. Lees §5.3 aandachtig door!

3. Maak opdracht 3 t/m 15 van §5.3

Slide 10 - Tekstslide

In de tekening van de binnenzijde van de bruine boon zijn de delen 1, 2 en 3 aangegeven. Bij het ontkiemen van een plantje uit een bruine boon worden bepaalde delen van een zaad groter.
Eén deel wordt dan juist kleiner.
Wat wordt bij de ontkieming groter en wat wordt er kleiner?

A
Groter: 1 en 3 Kleiner: 2
B
Groter: 1 en 2 Kleiner: 3
C
Groter: 2 en 3 Kleiner: 1

Slide 11 - Quizvraag

In welke fasen van ontkieming vindt fotosynthese plaats?
A
1, 2, 3 en 4
B
2, 3 en 4,
C
3 en 4
D
alleen 4

Slide 12 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen welke stoffen planten nodig hebben;
  • Je kan uitleggen welke stoffen een plant maakt en waar die stoffen in de plant opgeslagen worden.

Slide 13 - Tekstslide

Welke stoffen heeft de plant nodig om fotosynthese uit te kunnen voeren?
niet nodig
Zuurstof
Water
Glucose
Koolstofdioxide

Slide 14 - Sleepvraag

Welke vorm van energie is nodig voor fotosynthese?
A
Geen energie is nodig
B
Windenergie
C
Zonne-energie
D
Dit gaat met kolen

Slide 15 - Quizvraag

Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 16 - Sleepvraag

Welke stoffen hebben planten nodig?
  • Water: via de wortels
  • Mineralen: via de wortels
  • Koolstofdioxide: via de huidmondjes gaat dit de bladeren in

Slide 17 - Tekstslide

Waarom doen planten aan fotosynthese?
A
Om zich te beschermen tegen de zon
B
Om hun eigen voedsel te produceren (glucose)
C
Om hun energie in kwijt te kunnen
D
Om CO2 en water te produceren

Slide 18 - Quizvraag

Welke stoffen maakt een plant?
Zuurstof: in de bladgroenkorrels

Glucose: in de bladgroenkorrels

Slide 19 - Tekstslide

In welk onderdeel van het blad vind fotosynthese plaats?
A
In de bladgroenkorrels
B
Binnenin de huidmondjes
C
Aan de onderkant van het blad
D
Fotosynthese vind niet plaats in het blad

Slide 20 - Quizvraag

Wat zorgt voor de groene kleur van de bladeren?
A
Caroteen
B
Bladgroenkorrels
C
Xanthophyll
D
Groene verf

Slide 21 - Quizvraag

In de afbeelding zijn chrysanten getekend.

Kan bij chrysanten in de bladeren fotosynthese plaatsvinden? En in de stengels? En in de wortels? En in de bloemen?


wel fotosynthese
geen fotosynthese
bladeren
stengels
wortels
bloemen

Slide 22 - Sleepvraag

Wat vervoeren de houtvaten en in welke richting?
A
Omhoog, water en mineralen
B
Boven + Beneden, water en mineralen
C
Omhoog, water met voedingsstoffen
D
Boven + Beneden, water met voedingsstoffen

Slide 23 - Quizvraag

Wat vervoeren de bastvaten en in welke richting?
A
Omhoog, water en mineralen
B
Boven + Beneden, water en mineralen
C
Omhoog, water met voedingsstoffen
D
Boven + Beneden, water met voedingsstoffen

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Opslaan reserve voedsel
  • Knol: verdikte wortels of dikke ondergrondse stengels.
  • Bol: verdikte Bladeren, de rokken.
  • Zaden: in de zaadlobben, met name vetten

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen welke stoffen planten nodig hebben;
  • Je kan uitleggen welke stoffen een plant maakt en waar die stoffen in de plant opgeslagen worden.

Slide 27 - Tekstslide

Nectar H5 Planten
Deze les: 
  • §5.2 Planten groeien
  • §5.3 Planten voeden zich

Huiswerk: 
Opdracht 3 t/m 14 van §5.2 + opdracht 3 t/m 15 van §5.3 
SO 5.1 t/m 5.4 op maandag 17 april

Slide 28 - Tekstslide