8.1 en 8.2

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking voor Liberia

Slide 5 - Open vraag

Bereken voor Malawai het inkomen per hoofd van de bevolking.

Slide 6 - Open vraag

Bereken het nationaal inkomen per hoofd. Schrijf je berekening op.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Welvaart is de mate waarin je je behoeftes kunt voorzien.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

17) Bekijk de grafieken hiernaast.
Welk van deze twee landen is een ontwikkelingsland?
Schrijf op waar dat uit blijkt.

Slide 12 - Open vraag

Bekijk deze Lorenzcurve.

Welke van de drie curves is die van een ontwikkelingsland? A, B of C?
A
A
B
B
C
C

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

De vicieuze cirkel van armoede
Lage besteding
Lage productie
Armoede
Werkloosheid

Slide 16 - Sleepvraag

Maak de vicieuze cirkel van armoede kloppend.
Slecht eten
Geen geld
Ziektes

Slide 17 - Sleepvraag

Maak de vicieuze cirkel kloppend.
Lage inkomens
Slechte banen
Kinderen werken
Geen scholing

Slide 18 - Sleepvraag

Aantal inwoners: 15 miljoen
Nationaal inkomen: 435 miljard euro
Bereken het inkomen per hoofd

Slide 19 - Open vraag

Heeft een vicieuze cirkel een einde?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Hoe kun je niet de vicieuze cirkel doorbreken?
A
beter onderwijs
B
opheffen protectiemaatregelen
C
kinderen moeten werken
D
betere gezondheidszorg

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Kenmerken van een ontwikkelingsland zijn onder andere…
A
armoede, slechte gezondheidszorg, warm klimaat
B
economische achterstand op rijke landen en slechte gezondheidszorg
C
armoede, slecht onderwijs en slechte gezondheidszorg
D
veel criminaliteit, hoog geboortecijfer en slechte infrastructuur

Slide 27 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een ontwikkelingsland?
A
ondervoeding
B
analfabetisme
C
ongelijke inkomensverdeling
D
hoog nationaal inkomen per hoofd van de bevolking

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Mali heeft een monocultuur. Wat is het kenmerk van een monocultuur
A
De export brengt maar weinig geld op
B
De export is extra gevoelig voor prijsschommelingen
C
De import is extra gevoelig voor prijsschommelingen
D
De import kost veel geld

Slide 30 - Quizvraag

Wat is geen nadeel van een monocultuur?
A
Bij een misoogst heb je minder of geen inkomsten
B
Als de vraag daalt op de wereldmarkt, dan heb je minder of geen inkomsten
C
je bent afhankelijk van maar 1 of enkele exportproducten
D
Vaak zijn het onbewerkte grondstoffen en die leveren bij export minder op dan industriële producten

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Wat is geen oorzaak van economische achterstand?
A
Gebrek aan goed onderwijs
B
Slechte infrastructuur
C
Corrupte regering
D
Veel technische kennis

Slide 33 - Quizvraag

Inkomen per hoofd van de bevolking 
Noodhulp
Ontwikkelingslanden
Structurele hulp
De oorzaak van het ene probleem is een gevol van een ander probleem. Met hulp van buitenaf kan het worden doorbroken.
Landen met een grote economische achterstand op rijke westerse landen
Hulp in noodsituaties, zoals geven van voedsel, medicijnen. Met als doel op korte termijn de mensen te laten overleven
Vicieuze cirkel
Hulp aan ontwikkelingslanden om de oorzaken van armoede te bestrijven en de landen economisch zelfstandig te maken. Deze hulp is gericht op lange termijn
Het gemiddelde inkoper per inwonter van een land

Slide 34 - Sleepvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Hulp die een land rechtstreeks geeft aan een ontwikkelingsland.
De verhouding tussen de prijs van exportproducten en de prijs van de importproducten.
Ontwikkelingslanden zijn voor hun exportinkomsten afhankelijk van een of enkele (landbouw)producten.
Deze bank heeft als belangrijkste taak omtwikkelingslanden te helpen met leningen. De Wereldbank is een onderdeel van de Verenigde Naties.
Monocultuur
Ruilvoet
Wereldbank
Bilaterale hulp

Slide 37 - Sleepvraag

Wat is een ruilvoet?
A
Van ruilen komt huilen
B
Ziekte aan je voeten omdat je te hard moet werken
C
De verhouding tussen de prijs van export- en importproducten
D
De prijs die ontwikkelingslanden krijgen voor hun producten

Slide 38 - Quizvraag

Ruilvoet is verhouding tussen import en export. Wanneer verbetert de ruilvoet?
A
Exporthoeveelheid daalt en importhoeveelheid stijgt
B
Exporthoeveelheid stijgt en importhoeveelheid daalt
C
Exportprijs daalt en importprijs stijgt
D
Exportprijs stijgt en importprijs daalt

Slide 39 - Quizvraag

Bij een Monocultuur heeft negatief effect
op de ruilvoet
A
juist
B
niet juist
C
juist en niet juist

Slide 40 - Quizvraag