Samenstellingen, verkleinwoordje, bijvoeglijknaamwoord les 2 LT

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Spelling 
verkleinwoordjes
samenstellingen
-e bij bijvoeglijk naamwoord?

Slide 2 - Tekstslide

Verkleinwoordje

Slide 3 - Tekstslide

Woord verkleinen?
- je erachter, maar..... uitzondering
1. pje / tje / etje: bloempje / lepeltje / dingetje
2. etje: dan verdubbeling medeklinker    vb: sterretje
3. -ng, dan nk: vb koning / koninkje
4. eindigt op o, a, u, e: dan verdubbeling : vb omaatje / menuutje
5. -y: dan 'tje : vb baby'tje / essay'tje

Slide 4 - Tekstslide

Samenstellingen

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een
samenstelling?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoe kan je dit op twee manieren lezen?

Slide 9 - Tekstslide

  • Als de samenstelling van een woord ook één persoon of ding betekent, dan schrijf je het aan elkaar. Ook als het woord erg lang wordt.

  1. kindercarnavalsoptochtvoorbereidingswerkzaamheden

  1. lagekostenluchtvaartmaatschappij

Slide 10 - Tekstslide

Als er verwarring is over de uitspraak, komt er een koppelteken (-) tussen de woorden


Klinkerbotsing:
zee-egel
auto-ongeluk


Slide 11 - Tekstslide

Samenstelling -en, -e, -s
  • Groentesoep of groentensoep?
  • kippehok of kippenhok?
  • rodekool of rodenkool?

Slide 12 - Tekstslide

voorbeeld
Braam + jam -> bramenjam
boek + tas -> boekentas
stoel + dans -> stoelendans

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

De hoofdregels
1. ZNW met meervoud van het zelfstandig naamwoord op -en?
Rozengeur, paardenbloem 
2. ZNW met meervoud op -es? -> e
Horlogezaak, aspergesoep
3. ZNW met meervoud op -en en -es? ->  e 
Groentesoep, secondelijm
2. Linkergedeelte geen zelfstandig naamwoord of een uitdrukking -> -e
goedemorgen, bolleboos, beresterk



Slide 15 - Tekstslide

Wat is het meervoud van seconde?
A
seconde
B
secondes
C
secondes/seconden
D
seconden

Slide 16 - Quizvraag

uitzonderingen op de hoofdregels 
1. Zelfstandige naamwoorden met geen letterlijke, maar een versterkende betekenis: apetrots, beresterk, takkewijf
2. Unieke personen en zaken: Koninginnedag, hellevuur, maneschijn
3.Samenstellingen waarbij de aparte delen onherkenbaar zijn: 
papegaai, bakkebaard, bullebak

Slide 17 - Tekstslide


Jullie zijn BEER + GOED bezig! Je bent een echte BOL + BOOS
A
berengoed, bollenboos
B
beregoed, bolleboos
C
berengoed, bolleboos
D
beregoed, bollenboos

Slide 18 - Quizvraag

In de (1) stond vermeld dat de minister een (2) was.
A
1 = krantekop 2 = huilebalk
B
1 = krantenkop 2 = huilebalk
C
1 = krantekop 2= huilenbalk
D
1 = krantenkop 2= huilenbalk

Slide 19 - Quizvraag

Wat is juist geschreven?
A
Paardebloem
B
Paardenbloem

Slide 20 - Quizvraag

Wat is juist geschreven?
A
Maneschijn
B
Manenschijn

Slide 21 - Quizvraag

Wat is juist geschreven?
A
Kampioenschaal
B
Kampioensschaal

Slide 22 - Quizvraag

Wat is juist geschreven?
A
Tarwekorrel
B
Tarwenkorrel

Slide 23 - Quizvraag

De (1) denkt dat we op 30 april nog steeds (2) vieren.
A
1 = bakkerszoon 2= Koninginnedag
B
1 = bakkerszoon 2 = Koninginnendag
C
1= bakkerzoon 2= Koninginnedag
D
1= bakkerzoon 2 =Koninginnendag

Slide 24 - Quizvraag

Samenstellingen met een tussenklank-s

Je schrijft de tussenklank-s als je die hoort in de samenstelling.

  • Dorp + gek = dorpsgek

  • Dorp + straat = dorpsstraat

Slide 25 - Tekstslide

Als het tweede deel van de samenstelling begint met een 's', hoor je niet of er een tussenklank-s moet staan.


Vervang dan tweede deel door een ander woord.
  • Station + straat

  • Meisje + speelgoed

  • voorjaar + show

  • bruid + sluier

Slide 26 - Tekstslide

Wat zijn de regels bij tussenletters?
Er zijn diverse vormen van samenstellingen:
- Geen tussenletter                     telefoonhoesje - tafelpoot
- Tussenletters -en-                    bloemenwinkel - leerlingenraad
- Tussenletter -e-                         apetrots - gemeentebestuur
- Tussenletters -s-                       koningszoon - personeelschef


Belangrijk: het eerste deel van de samenstelling bepaalt de regel!


Slide 27 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag


Werkboekje
  • blz 297, opdr 1 t/m 3
  • blz 298 en 299, opdr 1, 2, 3
  • blz 300 en 301, opdr 1 en 2
  • gemengde opgaven: blz 300 en 301: opg 1 t/m 4



Slide 31 - Tekstslide