Zakelijke brief 2F

Zakelijke brief
Je weet de regels voor de zakelijke brief.
Je schrijft een nette klachtenbrief over het nieuwe rooster.

voorkennis opfrissen
samen argumenten bedenken
kennis toepassen: schrijven


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zakelijke brief
Je weet de regels voor de zakelijke brief.
Je schrijft een nette klachtenbrief over het nieuwe rooster.

voorkennis opfrissen
samen argumenten bedenken
kennis toepassen: schrijven


Slide 1 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een zakelijke brief? Geef minimaal één voorbeeld.

Slide 2 - Open vraag

In welke stijl schrijf je een zakelijke brief?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 3 - Quizvraag

Welk woord hoort bij 'formeel'?
A
Zakelijk
B
Persoonlijk

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de juiste aanhef bij een zakelijke brief?
A
Hoi
B
Hallo
C
Geachte
D
Geen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste groet bij een zakelijke brief?
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Houdoe!
D
Hatelijke groet,

Slide 6 - Quizvraag

Hoe schrijf je de plaats en datum?
A
Nieuwegein, 10-10-2023
B
N'gein, 10 oktober 2023
C
nieuwegein, 10 Oktober 2023
D
Nieuwegein, 10 oktober 2023

Slide 7 - Quizvraag

Sleep de eerste 5 onderdelen van een zakelijke brief naar de juiste plek.
Plek 3
Plek 2
Plek 1
Plek 4
Plek 5
Geadresseerde
Plaats, datum
Afzender
Onderwerp
Aanhef

Slide 8 - Sleepvraag

Welke onderdelen zie je in alle zakelijke brieven?
A
argument voor
B
argument tegen
C
stelling
D
inleiding, kern, slot

Slide 9 - Quizvraag

Waaraan kun je zien dat er een nieuwe alinea begint?
A
Het eerste woord wordt met hoofdletters geschreven.
B
Er staat een witregel boven.
C
Het eerste woord is altijd 'u'.
D
Het eerste woord is altijd 'ik'.

Slide 10 - Quizvraag

Hoe geef je het onderwerp aan?
A
Onderwerp:
B
Deze brief gaat over:
C
Betreft:
D
Het onderwerp hoef je niet aan te geven.

Slide 11 - Quizvraag

Je schrijft een e-mail aan een tijdschrift. Je bent al jaren lid, maar vindt het te kinderachtig worden. Je wilt je abonnement opzeggen. Schrijf het onderwerp op:

Slide 12 - Open vraag

Je hebt een laptop gekocht en hebt hierover een klacht.
Je schrijft een e-mail waarin je de klacht uitlegt en om een oplossing vraagt. Schrijf het onderwerp op:

Slide 13 - Open vraag

Een zakelijke brief begint met 'Hoi Karin Smit'.
Dit is geen goede aanhef voor een zakelijke brief.
Schrijf hieronder de juiste aanhef op.

Slide 14 - Open vraag

Een zakelijke brief eindigt met 'Groeten, Wilco de Jong'.
Dit is geen goede groet voor een zakelijke brief.
Schrijf hieronder de juiste groet op.

Slide 15 - Open vraag

Horen de woorden/ zinnetjes in een persoonlijke of in een zakelijke brief? 
Zet ze in het juiste rijtje. De rijtjes worden even lang.
Zakelijke brief
Persoonlijke brief
Beste
Geachte
Alvast bedankt
Bij voorbaat dank
Jammer genoeg
Tot mijn spijt
Groetjes
Met vriendelijke groet
Gauw
Spoedig

Slide 16 - Sleepvraag

Kijk alleen naar de vorm, de inhoud hoef je niet te lezen.

Slide 17 - Tekstslide

Kijk alleen naar de vorm, de inhoud hoef je niet te lezen.

Slide 18 - Tekstslide

En nu zelf aan de slag!
Je bent niet tevreden over de veranderingen in je rooster. 
Schrijf een overtuigende klachtenbrief.
Let goed op de conventies en denk aan witregels. Andere aandachtspunten:
• Bedenk (en schrijf) wat je precies wilt bereiken met je klacht.
• Geef twee argumenten voor jouw oplossing.
• Zorg voor een beleefde brief, ondanks je gevoelens.
Schrijf de brief op een leeg A4. 
 Succes!

Slide 19 - Tekstslide

Argumenten
Een argument wordt gebruikt om een standpunt te onderbouwen.
Een tegenargument gebruik je om aan te tonen dat een standpunt onjuist is.
Voorbeeld:
(mening:)       Het rooster moet .... zijn, omdat
(argument:)   ...............
(mening:)       Het rooster moet niet ..... zijn, want
(argument:)   ................
Signaalwoorden die een argument aangeven: omdat, namelijk, immers




Slide 20 - Tekstslide

Argumenten bedenken

Slide 21 - Woordweb

Denk aan de juiste vorm...

Slide 22 - Tekstslide

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 23 - Woordweb

Feedback op de les
Tips/tops

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Tekstslide