les 1

Hoofdstuk 7: Omzetbelasting
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BA-2Tertiary Education

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7: Omzetbelasting

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
7.1 Belasting op de toegevoegde waarde (BTW)
7.2 Boekhoudkundige verwerking omzetbelasting

Slide 2 - Tekstslide

7.1 Belasting op de toegevoegde waarde (BTW)
Omzetbelasting of de BTW zoals wij die kennen, verhoogd de prijs voor de consument. 
  • Wordt berekend over alle goederen en diensten die een onderneming verkoopt.
  • Het is door de consument te betalen belasting op goederen en diensten. 

In Aruba heet de omzetbelasting BBO: Belasting op bedrijfsomzetten (6%).


Slide 3 - Tekstslide

7.1 Belasting op de toegevoegde waarde (BTW)

Slide 4 - Tekstslide

7.1 Belasting op de toegevoegde waarde (BTW)
Een ondernemer is verplicht omzetbelasting aan alle afnemers in rekening te brengen.

Wordt doorberekend in de verkooprijs---> Betaald door de consument.
Verkoopfactuur: omzetbelasting moet vermeld worden.



Slide 5 - Tekstslide

Hoe werkt de omzetbelasting?
  • Over alle goederen die een onderneming verkoopt, zowel aan een bedrijf of consument.
  • Verkoop --> ontvangt BTW van de klant --> afdragen aan de fiscus (belasting dienst)- Te betalen OB
  • Als de onderneming zelf inkoopt moet de bedrijf BTW betalen en mag hij de betaalde btw terugvragen.-Te ontvangen OB
  • VB. €2000 moet afdragen en €500,- terugvragen--> Wat moet hij werkelijk betalen aan de fiscus? € 1500,- (€2000-€500)

Slide 6 - Tekstslide

Hoe werkt de omzetbelasting?

Slide 7 - Tekstslide

Hoe werkt de omzetbelasting?

Slide 8 - Tekstslide

7.2 Boekhoudkundige verwerking omzetbelasting
De ondernemer administreer de omzetbelasting op twee rekeningen:
  • Te Betalen omzetbelasting of verschuldigde omzetbelasting;
  • Te vorderen omzetbelasting of Te verrekenen omzetbelasting.

Wij zullen gebruik maken van de volgende rekeningen:
  • 180 Te vorderen omzetbelasting (OB)
  • 181 Te betalen omzetbelasting (OB)
 

Slide 9 - Tekstslide

De vraag is nu: wanneer hebben we te maken met de rekening 180 te vorderen omzetbelasting en wanneer met de rekening 181 Te betalen omzetbelasting?
  • 180 Te vorderen omzetbelasting (OB): omzetbelasting die een ondernemer bij inkoop van goederen en diensten betaalt, kan hij bij de fiscus terugvragen. (Behoor tot vlottende activa--> Bezitting --> debetzijde)

  • 181 Te betalen omzetbelasting (OB): omzetbelasting die hij bij verkoop van goederen of diensten ontvangt, moet hij afdragen aan de fiscus. Behoor tot vreemd vermogen--> schuld --->creditzijde


Slide 10 - Tekstslide

wanneer hebben we te maken met de rekening 180 te vorderen omzetbelasting en wanneer met de rekening 181 Te betalen omzetbelasting?

Slide 11 - Tekstslide

Samengevat!
  • Als een ondernemer iets inkoopt betaalt ze btw aan de leverancier dus kan dit terugvragen aan de fiscus. Dit gebeurt per kwartaal: 180 Te vorderen omzetbelasting (OB) en wordt geboekt aan de debetzijde.

  • Als een ondernemer iets verkoopt betaalt de klant de btw, dus moet de bedrijf afdragen aan de fiscus en gebeurt per kwartaal en wordt geboekt aan de creditzijde.  181 Te betalen omzetbelasting (OB) 

Slide 12 - Tekstslide

voorbeeld

Slide 13 - Tekstslide

Inkoopfactuur zonder OB:

           700 voorraad goederen      
 Aan   140 Crediteuren    

                          IF met OB (nos a cumpra, por pidi e plaka bek)

           700 voorraad goederen
           180 Te vorderen OB
 Aan 140 Crediteuren

Slide 14 - Tekstslide

Vb.1 Pag 7
Vb.1 Pag 7
IF (inkopen = te vorderen OB)

Slide 15 - Tekstslide

Verkoopfactuur zonder OB

        130  Debiteuren
Aan 840 Opbrengst verkopen

        800 Inkoopwaarden 
Aan 700 voorraad goederen
Verkoopfactuur met OB
(Paga Belasting->paso nos a bende)

         130 Debiteuren
Aan 840 Opbrengst verkopen
Aan 181 Te betalen OB

        800 Inkoopwaarden 
Aan 700 voorraad goederen

Slide 16 - Tekstslide

vb. 2
VF: Te betalen OB

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk H6
opgaven: 1 t/m 3 

Slide 18 - Tekstslide

Opgave 1

Slide 19 - Tekstslide

Verschil tussen inclusief en exclusief
Inclusief:                                                                                      Exclusief:

Nettobedrag              100%           € 469.75                           € 559
OB                                    19%+           -  89,25 +                         € 106,21+
Factuurbedrag         119%             €559,00                            €665,21

Vb: verkocht op rekening goederen inclusief 19% ob voor € 559
       verkocht op rekening goederen exclusief 19% ob voor € 559
       

Slide 20 - Tekstslide

Opgave 2a
Opgave 2b

Slide 21 - Tekstslide

Opgave 3

Slide 22 - Tekstslide

vragen?

Slide 23 - Tekstslide

Tot volgende week!

Slide 24 - Tekstslide