Oefen PW - H4 Ongelijkheid
1 / 14
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Nederland is een...
A
Lage inkomensland
B
Midden inkomensland
C
Hoog inkomensland
Slide 2 - Quizvraag
In Nederland (hoge inkomensland) werken de meeste mensen in de ...
A
Primaire (landbouw) sector
B
Secundaire (industrie) sector
C
Tertiaire (diensten) sector
Slide 3 - Quizvraag
Leg uit waarom een multinational zijn fabrieken heeft staan in lageloonlanden.
Slide 4 - Open vraag
Noem een voorbeeld van een multinational.
Slide 5 - Open vraag
Maak een hoe/hoe verband tussen de woorden welvaart en landbouwsector.
Slide 6 - Open vraag
Wat hoort bij welke locatie?
Hoge inkomenslanden
Lage inkomenslanden
Midden inkomenslanden
Lage lonen
Hoop opleidingsniveau
Veel fabrieken
Veel werkenden in de dienstensector
Hoge inkomens
Veel mensen leven onder de armoedegrens.
Geen/weinig basisbehoeften
Opkomende landen
Slide 7 - Sleepvraag
Welzijn betekent...
A
Rijkdom gemeten in levensomstandigheden
B
Armoede meten met BBP.
C
Rijkdom gemeten in geld.
D
Rijkdom meten met de basisbehoeften.
Slide 8 - Quizvraag
Welke twee antwoorden horen bij de informele sector?
A
Niet officiële/echte werkzaamheden
B
Bouwvakkers
C
Leraar
D
Schoenenpoetsers
Slide 9 - Quizvraag
Op de foto is sprake van...
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid
Slide 10 - Quizvraag
Formele sector
Informele sector
Slide 11 - Sleepvraag
Welke vestigingsplaats factor zie je op de foto?
A
Ligging aan zee
B
Lid van de EU
C
Goed opgeleide bevolking
D
Belasting zijn lager dan omliggend gebied
Slide 12 - Quizvraag
Welke twee mainports heeft Nederland?
Slide 13 - Open vraag
Reflectie: Ik vond de oefentoets...
Moeilijk
Gewoon
Goed te doen
Erg makkelijk
