Dementie 1

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
  • Introductie
  • Anatomie van de hersenen
  • Dementie algemeen
  • Vormen van dementie
  • Alzheimer
  • Vasculair
  • Fronto-temporaal
  • Lewy-Body
  • Overig/Parkinson dementie
4 Fases van Dementie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introductie - Wie zijn wij?
  • Opleiding
  • Werkervaring
  • Werkveld/taken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even Warm Draaien - Quiz

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dementie is ...?
A
Geestelijke aftakeling
B
Geen psychische stoornis
C
Somatische verslechtering
D
Geen van de bovenstaande

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is vergeetachtigheid altijd de eerste klacht bij dementie?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Vergeetachtigheid wordt wel vaak als voorbode van dementie gezien. Maar het blijkt dat dit gelukkig lang niet altijd het geval is.
Welk deel van de hersenen is beschadigd bij fronto-temporale dementie?
A
Het voorste gedeelte
B
Het middelste gedeelte
C
Het achterste gedeelte

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vasculaire dementie kan het gevolg zijn van:
A
Een hartinfarct
B
Een beroerte
C
Een longembolie

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De meest in het oog springende klacht bij de ziekte van Alzheimer is:
A
Hallucineren
B
Vergeetachtigheid
C
Persoonlijkheids-veranderingen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De symptomen bij Lewy body-dementie vertonen vaak overlap met:
A
De ziekte van Parkinson
B
De Ziekte van Alzheimer
C
Beide

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De behandeling bij dementie richt zich vooral op het verbeteren van de kwaliteit van leven
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Treft dementie alleen mensen boven de 65 jaar?
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Naar schatting 12.000 Nederlanders jonger dan 65 jaar hebben dementie. De jongste geregistreerde patiënt is pas 27 jaar.
Meneer X kreeg de ziekte van Alzheimer toen hij 73 jaar was. Heeft de dochter van meneer X nu een zeer grote kans om de ziekte ook te krijgen?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Directe erfelijkheid speelt een beperkte rol bij de ziekte van Alzheimer. Er is wel een erfelijke vorm van deze ziekte, deze treft mensen vaak al voor het 60e levensjaar.
Anatomie van de hersenen
  • Hersenen zijn onderdeel van het centraal zenuwstelsel
  • Doen veel verschillende functies die op verschillende plekken in het brein worden uitgevoerd
  • Globale indeling: 
  • Grote hersenen (cerebrum): 
  •          4 kwabben/bewust denken
  • Kleine hersenen (cerebellum)
  •         Coördinatie, Houding, Evenwicht: Hersenstam
  •          Basale lichaamsfuncties: Ademhaling, Hartslag
  •          Reflexen: hoesten, slikken en braken
  • Linkerhersenhelft stuurt rechter lichaamshelft aan,  Rechterhersenhelft stuurt linker lichaamshelft aan



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anatomie van de hersenen: Celniveau
  • Hersengebieden bestaan uit hersencellen
  • Hersencellen staan in verbinding met elkaar
  • Ene cel kan andere cel afremmen of activeren
  • Door loslaten van neurotransmitters
  • Hersenschade: cel kapot of verbinding kapot
  • Medicatie werkt vaak door beïnvloeden neurotransmitters
  • Bij hersenschade werkt medicatie soms minder effectief want hechtingsplaats van neurotransmitters op cel is kapot
  • (rustgevende medicatie heeft bijvoorbeeld dan geen effect)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dementie Algemeen
Verzamelterm voor allerlei klachten/symptomen (syndroombeschrijving)
Moeten invloed hebben op het dagelijks leven

Geheugenstoornissen + één van de volgende:
  • afasie (problemen met taal)
  • apraxie (problemen met taken/handelingen uitvoeren)
  • agnosie (problemen met herkennen van objecten en personen)
  • afwijkingen in het plannen en organiseren (executieve functies)
  • gedragsveranderingen
Persoon heeft dit vaak zelf niet door, omgeving wel
Geen andere verklaring voor klachten (bijv. delier)



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van Dementie
  • Ziekte van Alzheimer
  • Vasculaire dementie
  • Fronto-temporale dementie,
  • Lewy-body dementie

Dementie als gevolg van een andere aandoening:
  • Parkinson dementie
  • AIDS
  • Huntington
  • Creutzfeld-Jacob
  • Etc.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van Dementie: Hersenbeschadiging
  • Vaak eerst schade aan de neocortex/hersenschors: denken raakt aangedaan
  • In de loop van de dementie “zakt” schade door de hersenen naar beneden
  • Emotioneel brein en overlevingsbrein werken vaak eerst nog goed
  • Meer emotioneel reageren bij dementie
  • Doen: persoon aanspreken op gevoel (herinneringen/muziek/geuren etc.)
  • Niet doen: niet oprecht over komen/verbloemen eigen gevoelens/stress
Eindstadium dementie:
  • Emotionele brein schakelt uit: apathie
  • Overlevingsbrein schakelt uit: overlijden

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld effect muziek:

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van Dementie: 
Ziekte van Alzheimer
Oorzaak: eiwit ophopingen in de hersenen
Verschijnselen bij Alzheimer:
  • Een sluipend begin, cognitieve achteruitgang
  • Geleidelijke toename van de beperkingen
  • Leer/inprenting- en geheugenstoornissen (desoriëntatie in tijd, plaats en persoon).

+ 1 van de volgende verschijnselen:
  • Afasie (vermindering of verlies van spreken of schrijven).
  • Apraxie (handelingen niet of niet meer goed uit kunnen voeren).
  • Agnosie (het niet herkennen van voorwerpen of waar het voor dient).
  • Sterke achteruitgang van sociaal functioneren (gesprekken voeren, juiste manier reageren).


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van Dementie: 
Vasculaire dementie
  • Klachten door schade aan de bloedvaten: CVA/TIA etc.
  • Vaak stapsgewijs ziekte verloop (kunnen lange tijd stabiel zijn)
  • Vertraging in denken en doen.
  • Geheugen blijft vaak nog redelijk lang intact
  • Vermindering complex aandacht (waaronder de verwerkingssnelheid)
  • Vermindering frontaal-executieve functies (plannen, ordenen, overzicht).
  • Soms uitval van motorische functies, eenzijdig krachtsverlies of verlammingen
  • Soms aantasting van spraak of zintuigen (zien, voelen, horen en ruiken).
  • Wisselende stemmingen (plotselinge boosheid/depressie)
  • Vaak nog lange tijd bewust zijn van eigen achteruitgang

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van Dementie:
Vasculaire dementie
Waar houd je rekening mee in de omgang?
  • Mensen hebben vaak nog goed door dat ze ziek zijn en achteruit gaan.
  • Pas je tempo aan, houd er rekening mee houden dat het even duurt voor ‘het kwartje valt’.
  • Iemand houd je niet voor de gek als hij eerst wel iets weet en even later geen idee heeft waar je het over hebt, dat hoort bij dit ziektebeeld.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van Dementie: 
Fronto-temporale dementie
Verschijnselen:
  • Drie begin vormen: gedragsvariant, taalvariant en motorische variant

  • Ontremming, in de vorm van ongepast gedrag naar omgeving (bijvoorbeeld schelden), maar ook in eten of op seksueel gebied.
  • De houding verandert vaak zonder aanleiding in negatieve zin (vijandig, wantrouwend).
  • Verlies van initiatief en onverschilligheid of juist overdreven uitgelaten, claimend en opdringerig.
  • Emotionele onverschilligheid, reacties die niet passen bij bepaalde emoties of gebeurtenissen.
  • Inzicht in eigen situatie ontbreekt

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van Dementie: 
Fronto-temporale dementie
  • Ongedurigheid of rusteloosheid, bijv. loopdrang(zwerfgedrag).
  • Obsessief-compulsief gedrag (dwanggedachten en/of dwanghandelingen), krampachtig vasthouden aan tijden (maaltijden, koffie e.d.), bepaalde activiteiten en patronen (tellen van dingen, verzamelen van voorwerpen, tikken of kloppen).
  • De spraak wordt minder, minder deelnemen aan gesprekken, korte antwoorden op vragen geven, net niet op bepaalde woorden kunnen komen (geschreven taal is vaak geen probleem).
  • De zelfzorg gaat sterk achteruit: verwaarlozing.
  • Impulsief, stuurloos gedrag, iemand is niet in staat zichzelf te remmen.
  • Hallucinaties (iets horen, zien of voelen wat er in werkelijkheid niet is) en wanen (overtuigd zijn van bepaalde ideeën die niet op waarheid berusten, bijvoorbeeld ik ben bestolen).

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips in de omgang:
Fronto-temporale dementie
  • Besef apathie/probleemgedrag vloeien voort uit onvermogen, het is géén bewuste keuze. De omgeving moet gedrag regelen, het stuur moeten overnemen/afremmen of gas geven.
  • koppeling tussen taal en denken is er vaak niet meer. Bij de vraag om te gaan staan zegt iemand: "Ja" maar blijft zitten, om vervolgens bij een uitgestoken hand als vanzelf omhoog te komen.
  • Bij ongewenst gedrag (roken waar het niet mag) kan bij navraag een provocerend antwoord volgen: "Ja dat weet ik maar ik heb gewoon zin in een sigaret." Dit betekent nog niet dat hij "expres" en welbewust rookt, je uit daagt of treitert, is onvermogen en niet zozeer onwil.
  • Denken verloopt concreter, minder abstract. Stel je vraagt of de ander wil kijken of er nog melk is. Dan kan het gebeuren dat de ander zonder drinken terugkomt. De vraag was toch om te kijken of er nog melk was?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips in de omgang:
Fronto-temporale dementie
  • Eenvoud en regelmaat. Verblijf tussen meer tolerante mensen kan stemming en gedrag kalmeren. 
  • Regelmaat en een weekprogramma bieden houvast. Maak het dag- en weekprogramma zichtbaar (whiteboard).
  • Bij activiteiten en bezigheden, zoek naar taken die uit minder stappen bestaan. Of deel activiteiten in kleine stapjes, geef korte, duidelijke instructie, ‘pak uw kopje maar, roer de suiker, drink de koffie maar op, pak de bal, gooi hem naar mij…’.
  • Omgevingskenmerken kunnen (probleem) gedrag uitlokken. Deurklink, brandmelders ("tik dit glas in"), open koektrommel ect. Zorg voor rustige omgeving, niet teveel afleiding of overprikkeling.
  • Veranderingen in personeelsbestand of woonomgeving kunnen onrust voeden.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips in de omgang:
Fronto-temporale dementie
  • Structuur aanbrengen door vaste afspraken en een vaste dagindeling. Dit geeft gevoel van veiligheid en compenseert gevoel van controle verlies. Afwijken van  vast ritme kan onzekerheid en angst oproepen. Maak gebruik van gewoontes, leg   dingen op de juiste volgorde, verander de volgorde niet.
  • Breng zelf de rem aan die de ander niet meer heeft door kort en duidelijk te  vertellen wat je verwacht en wat wel en wat niet kan. Ga niet in discussie, dwing niet tot dingen, bied alternatieven voor ongewenst gedrag of probeer af te leiden.
  • Maak afspraken over roken/alcohol en geef afgemeten porties eten, vermijd uitlokkende factoren bij seksuele ontremming.
  • Dwangmatige handelingen die niet storend zijn, niet te veranderen; voorkom zo ruzie.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van Dementie: 
Lewy-body dementie
  • Snel verloop: binnen een jaar kan de patiënt sterk achteruitgaan.
  • Sterke wisselingen in cognitieve vermogens. Soms nog zeer goed, soms zeer verward. Geen opzet.
  • Aandachtsstoornissen/concentratie problemen
  • Visueel constructieve stoornissen (moeite met tekenen of ruimtelijke ordening)
  • Problemen met het benoemen van voorwerpen
  • Visuele hallucinaties (dingen zien die er niet zijn).
  • Visuele illusie (iets voor iets anders aanzien).
  • Waanideeën (denkbeeld wat niet overeenkomt met de werkelijkheid).
  • Parkinsonisme

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van Dementie: 
Lewy-body dementie:parkinsonisme
  • Spierproblemen, vooral stijve spieren.
  • Beven van armen en/of benen, vooral in rust (tremor)
  • Vertraging van bewegen en een gebrek aan spontane bewegingen. Dit kan onder andere leiden tot een verminderde gezichtsuitdrukking (maskergelaat), zachtere en monotone spraak, schuifelend looppatroon met minder meebewegen van de armen, startproblemen (moeite met opstaan uit stoel), kleiner handschrift, moeite met fijne vingerbewegingen;
  • Door een verlies van houdingsreflexen is er vaak een slechter evenwicht (balans), waardoor het valrisico verhoogd is.
  • Nachtelijke onrust (REM-slaapstoornis: de droomslaap is verstoord. Normaal is het lichaam verlamd. Bij deze stoornis is dit niet het geval en kan iemand bewegingen gaan maken tijdens het dromen)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips in de omgang: 
Lewy-body dementie
  • Prikkelarme omgeving. Geen meerdere dingen tegelijk, geen activiteit of gesprek met radio of TV. Maak gebruik van de tijden/momenten waarop de ander meer energie heeft (vaak zien we dat bepaalde dagdelen minder moeizaam verlopen dan andere).
  • Het besef van ziekte en achteruitgang blijft vaak langer, geef erkenning voor verdriet en frustratie.
  • Wanen of hallucinaties, angst? dan niet meegaan in beleving dat versterkt angst. Toon begrip, zeg dat jij je voor kunt stellen dat het een angstig gezicht is, maar dat jij die tijger niet ziet. Soms helpt het iets te doen, deur open zodat de denkbeeldige kat weg kan. Blijf kijken of acties helpen of juist angst verergeren. Met kracht ontkennen geeft gevoel van falen.
  • Wanen of hallucinaties hoeven niet angstig te maken; ‘kijk dat kind eens lekker spelen’. Niet meegaan, algemeen reageren  ‘spelende kinderen zijn leuk om naar te kijken’.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van Dementie: Overig: Parkinson dementie
Verschijnselen:
  • Vertraging in denken en handelen.
  • Initiatiefverlies, niet tot actie kunnen komen.
  • Problemen met plannen en overzicht houden.
  • Het oriëntatie vermogen (hoe laat is het, waar ben ik, wie is de ander) en het geheugen blijven meestal vrijwel in tact.

Waar houd je rekening mee in de omgang?
  • Structuur aanbrengen, vaste tijden/gewoonten.
  • Uitleggen wat ze van jou kunnen verwachten en wat jij van hen verwacht.
  • De tijd nemen, rustig praten, wachten tot het ‘kwartje valt’.


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 Fasen van Dementie
  1. Bedreigde ik
  2. Verdwaalde ik
  3. Verborgen ik
  4. Verzonken ik

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasen Dementie:
1. Bedreigde fase
Vergeetachtigheid proberen te verbergen, "niks aan de hand" houding. Ze voelen zich vaak letterlijk bedreigd. Behoefte: omgeving die helpt zonder kleineren/corrigeren. 
Tips:
  • Realiteitsoriëntatie benadering (ROB/ROM), in ‘onze werkelijkheid’ houden. Geen: test vragen zoals “waar bent u geweest”, “wat heeft u gegeten”. 
  • Voorkom gevoel falen: Subtiel goed antwoord geven: 'Het is vrijdag, maar alle dagen lijken hier op elkaar’, Geef al informatie: “u bent naar de carnavalsavond geweest, hoe was het?”
  • Haal samen prettige herinneringen op uit het verleden. Gebruik aanknopingspunten (foto’s/voorwerpen) vanuit het beroep of de levensgeschiedenis.
  • Bied activiteiten aan waar de ander nog goed in is en die ze/hij prettig vindt. 
  • Reageer begripvol op de emoties, benoem gevoelens en frustraties.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasen Dementie:
2. Verdwaalde fase
  • In de tweede (verdwaalde) fase neemt de vergeetachtigheid toe, raken woorden/begrippen kwijt, wordt vermogen tot denken minder en lopen mensen soms rond zonder doel.
  • Ze beleven hun gevoelens vaak heftig. Belangrijk om de levensgeschiedenis te kennen, waar komt iemand vandaan, welke mensen zijn belangrijk in zijn leven, wat deed hij voor werk, heeft hij kinderen?
  • Mensen in deze eerste twee fasen kunnen ineens boos uitvallen en je van dingen beschuldigen zoals ‘Jij hebt mijn portemonnee gestolen’ of ‘Jij hebt dit of dat kwijt gemaakt’.
  • Ontkennen of jezelf verdedigen heeft vaak geen zin, beter om samen naar een oplossing zoeken: ‘Wat vervelend, zullen we samen naar uw portemonnee zoeken?’ of iemand afleiden door een gesprekje over een foto van de kleinkinderen of de mooie plantjes in de vensterbank o.i.d.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips verdwaalde fase
  • Gebruik een validerende benadering (gebaseerd op een empathische houding/ holistische visie), ‘In andermans schoenen staan’ en ‘door hun ogen kijken’ dan: betekenis van gedrag begrijpen.
  • Benoem emoties “ik zie dat u verdrietig bent”
  • Pak (als dit past bij de persoon) de ander tijdens het maken van het contact vast/raak aan
  • Herhaal de kenwoorden/belangrijkste woorden van het verhaal.
  • Bied eenvoudige activiteiten aan die aansluiten bij de vroegere interesses (stimuleren herbeleven van positieve herinneringen).
  • Begrens zo nodig emoties/gedrag. LET OP: begrenzen is geen bestraffen, geen sancties! Toon begrip voor angst of boosheid, maar geef grenzen aan: ‘Ik zie dat u boos bent, maar …is niet acceptabel’. Dit op kortdate / zelfverzekerde manier!

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasen dementie:
3. Verborgen fase
  • Bij de derde (verborgen) fase trekt de mens met dementie zich terug in een innerlijke wereld, is in zichzelf verzonken en loopt doelloos rond.

  • Soms herhalen handelingen zich: iets oprollen, stampen met de voeten, ritme slaan. Het is belangrijk om dan geborgenheid te bieden, te zorgen dat ze het gevoel krijgen er te mogen zijn en dat zij zich kunnen uitspreken (ook al begrijpen wij hen niet).

  • Mensen hebben veel aan een vriendelijke begroeting, een knikje als je hen tegenkomt. Bij een verward verhaal, helpt het vaak als je luistert en reageert met algemene termen als ‘ Nou, dat is ook wat’ of te vragen ‘wat vindt u daar nou van’.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips verborgen fase
  • Gebruik validerende benadering, benoem emoties.
  • Pak de ander tijdens het maken van het contact vast of raak haar/hem aan, als dat niet bij de persoon past, knik de ander geruststellend toe.
  • Spiegel de bewegingen en geluiden van de ander op een respectvolle wijze (d.w.z. maak dezelfde beweging/herhaal de woorden)
  • Maak gebruik van het activeren van de zintuigen; Horen: muziek luisteren, neuriën. Tast: geven van hand/voetmassages, snoezelkussen. Zicht: zet de ander voor een bewegend beeld, wandelen met de ander. Reuk: aromatherapie, kook- en bakgeuren, de ander meenemen naar buiten. Proeven: bied iets aan wat zij vroeger zeer lekker vond.
  • Eventueel PDL inzetten i.o.m. de ergotherapeut.
  • Iemand is snel afgeleid. Zorg voor korte ontmoetingen, verspreid over de dag.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasen dementie
4. Verzonken fase
  • In de verzonken fase krijg je amper reactie, contact is nauwelijks meer mogelijk. De ogen zijn vaak gesloten. Belangrijk om de kans te geven op prettige ervaringen door bijvoorbeeld iemands hand vast te pakken, rustige muziek op te zetten, zacht voor iemand te zingen, handen in te smeren met handcrème, arm of wang te strelen. Probeer harde geluiden en onverwachtse dingen te vermijden zoals stoten tegen bed of rolstoel.
  • Andere voorbeelden van het activeren van de zintuigen, horen: neuriën. Tast: geven van voetmassages, maak gebruik van een snoezelkussen. Zicht: zet de ander voor een bewegend beeld, wandelen. Reuk: aromatherapie, de ander meenemen naar buiten (wees je bewust of veranderen van de omgeving niet teveel van de ander vraagt). Proeven: bied de ander iets aan wat ze/hij vroeger erg lekker vond.
  • Passiviteiten van het dagelijks leven (PDL) inzetten in overleg met de ergotherapeut.


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies