Oefenen voor tentamen p2

Oefenen voor het tentamen
We gaan 3 opgaven oefenen over:
- Schatten / vuistregels
- Procenten
- Verhoudingen
- Pythagoras en SOSCASTOA


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefenen voor het tentamen
We gaan 3 opgaven oefenen over:
- Schatten / vuistregels
- Procenten
- Verhoudingen
- Pythagoras en SOSCASTOA


Slide 1 - Tekstslide

1) Schat de lengte van de giraf. Laat zien hoe je aan je antwoord komt.

2) De man naast de giraf gaat 2,5 uur wandelen. Onderweg rust hij 20 minuten. Hoeveel km heeft de man dan ongeveer gewandeld?

3) De giraf loopt gemiddeld 15% sneller dan de man. Hoeveel m/s
loopt de giraf gemiddeld?

Slide 2 - Tekstslide


Slide 3 - Open vraag

Antwoorden giraf
1) 
- De giraf is 1,7 x langer dan de man. Dit kun je vinden door de lengte op het plaatje van de giraf te delen door de lengte van de man. 
- Een volwassen man is ongeveer 1,80 m. 
- De giraf is dus 1,7 x 1,80 = 3,06 m.

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden giraf
2) 
* 2,5 uur = 2 uur en 30 minuten
* 20 minuten rust, dus 2 uur en 10 min. (2,166 uur) gewandeld.
* een mens wandelt gemiddeld 5 km per uur.
* 2,166 x 5 = 10,83 km.

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden giraf
3) 
* 15% sneller dan 5 km per uur, dus 5 x 1,15 = 5,75 km per uur.
* 5,75 : 3,6 = 1,6 m/s.



Slide 6 - Tekstslide

1) Bereken zijde BD.

2) Bereken hoek BHF (aangegeven in rood).


Slide 7 - Tekstslide


Slide 8 - Open vraag

Antwoorden ruimtefiguur
1)
      (6² + 3²) = 6,7

2)
Aanliggende = 6,7 / Overstaande = 4
Tan-¹ (4 : 6,7) = 31 graden


Slide 9 - Tekstslide

Horizontale as is tijd in uren.
Verticale as is afstand in km.
 
1) Hoeveel km/u rijdt de groene auto gemiddeld?
2) Hoeveel keer harder rijdt de blauwe auto vergeleken met de rode auto?
3) Hoeveel procent rijdt de blauwe auto harder dan de groene auto?

Slide 10 - Tekstslide


Slide 11 - Open vraag

Antwoorden auto´s
1) 
60 : 3 = 20 km/u

2) 
De blauwe auto gaat 4,5 x sneller dan de groene auto (90:20). De groene auto gaat 3 x sneller dan de rode auto. De blauwe auto gaat dus 3x4,5 = 13,5 x sneller dan de rode auto.

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden auto´s
3) 
* Na 1 uur heeft de blauwe auto 90 km afgelegd.
* Na 1 uur heeft de groene auto 20 km afgelegd.
* De blauwe auto rijdt dus 90 - 20 = 70 km/u harder.
* 70 : 20 x 100 = 350% harder.

Slide 13 - Tekstslide