RITME LEREN MET FRUIT

RITME LEREN MET FRUIT
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

RITME LEREN MET FRUIT

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je moeilijke ritmische figuren herkennen en uitvoeren door ze te koppelen aan fruitnamen. Aan het einde van de les kun je ritmische patronen combineren met dierennamen om complexere ritmes te creëren.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het leren van ritmes met behulp van fruitnamen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het koppelen van fruit aan ritmische figuren
Fruitnamen koppelen aan ritmische figuren om moeilijke ritmes gemakkelijker aan te leren.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het combineren van fruitnamen met dierennamen
Fruitnamen combineren met dierennamen om complexere ritmes te creëren en oefenen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het toepassen van verschillende ritmische notaties
Verschillende ritmische notaties gebruiken, zoals hele, halve, en kwart noten, om ritmes aan te leren.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ritme-oefeningen in drie/vier maat uitvoeren
Oefenen van ritmes in verschillende maatsoorten, zoals de driekwartsmaat, om vaardigheden te ontwikkelen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitielijst
Hele noot: een noot die vier tellen duurt in vierkwartsmaat
Halve noot: een noot die twee tellen duurt in vierkwartsmaat
Kwart noot: een noot die één tel duurt in vierkwartsmaat
Driekwartsmaat: een maatsoort met drie tellen per maat

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 9 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.