Trede 9.1

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doelen in de portal
Klik op een onderdeel. Hier kan je de doelen zien, de uitleg bekijken en de oefeningen maken. 
Dit geeft je informatie of je de doelen al beheerst.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Een konijn weegt gemiddeld 3000 ...
A
gram
B
milligram
C
kilo
D
ton

Slide 5 - Quizvraag

Gewicht is een
A
grootheid
B
eenheid

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoe laat is het op deze klok?
A
12:00
B
02:00
C
14:00
D
16:00

Slide 9 - Quizvraag

hoe laat is het ?

08:30
A
half 9
B
half 8
C
half 10
D
8 uur

Slide 10 - Quizvraag

Het is nu 10:10. Hoe laat is het over drie kwartier?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

Mevrouw Peters gaat om 16.37 naar huis. Ze doet 64 minuten over haar reis. Hoe laat is ze thuis?

Slide 14 - Open vraag

Marion moet om 8.25 uur op school zijn. Ze doet er 45 minuten over haar reis. Hoe laat moet ze vertrekken?

Slide 15 - Open vraag

LA 2:

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Tekstslide

Basak fietst 5 m/s.
Wat is haar snelheid in km/u?
A
5 : 3,6 = 1,4
B
5 x 3,6 = 18
C
5 x 60 = 300
D
ik ben moe

Slide 20 - Quizvraag

De snelheid van een auto is 108 km/h.
Hoe groot is de snelheid in m/s?
A
108 x 3,6 = 389 m/s
B
108 : 10 = 10,8 m/s
C
108 : 3,6 = 30 m/s

Slide 21 - Quizvraag

Ineke loop 250 meter in 50 seconden. Wat is de snelheid in km/uur
A
5 km/uur
B
1,4 km/uur
C
18 km/uur
D
9 km/uur

Slide 22 - Quizvraag

een atleet rent 12 sec over 100 meter.
wat is zijn snelheid in m/s?
A
100 m/s
B
8.3 m/s
C
1 m/s
D
0,1 m/s

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Quiz-time...

Slide 25 - Tekstslide

meter en centimeter zijn eenheden van
A
tijd
B
lengte
C
snelheid
D
gewicht

Slide 26 - Quizvraag

km/uur en m/s zijn eenheden van
A
tijd
B
gewicht
C
snelheid
D
inhoud

Slide 27 - Quizvraag

Karel vertrekt om 7:58 uur van huis. Hij doet 37 minuten over zijn reis. Hoe laat is hij op zijn bestemming?

Slide 28 - Open vraag

Karin fietst 18 km/uur.
Wat is haar snelheid in m/s?
A
3
B
20
C
6
D
5

Slide 29 - Quizvraag

Karin fietst 30 km in 90 minuten.
Wat is haar snelheid in km/uur?
A
6
B
5,56
C
10
D
20

Slide 30 - Quizvraag

liter en milliliter zijn eenheden van
A
gewicht
B
lengte
C
tijd
D
inhoud

Slide 31 - Quizvraag

Zet de eenheden van gewicht van groot (links) naar klein (rechts)
kg
mg
ton
g

Slide 32 - Sleepvraag

Grootheid
Eenheid
tijd
cm
gewicht
kg
liter
snelheid
uur
oppervlakte

Slide 33 - Sleepvraag