Vivian

Lesdoelen 4.2
  • Je kunt de begrippen huisnijverheid, energiebronnen, stoommachine en concurrentie uitleggen. 
  • Je kunt het begrip industriële revolutie uitleggen.
  • Je kunt 3 gevolgen noemen waar de uitvindig van de stoommachine voor heeft gezorgd.
  • Je 3 oude energiebronnen noemen.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen 4.2
  • Je kunt de begrippen huisnijverheid, energiebronnen, stoommachine en concurrentie uitleggen. 
  • Je kunt het begrip industriële revolutie uitleggen.
  • Je kunt 3 gevolgen noemen waar de uitvindig van de stoommachine voor heeft gezorgd.
  • Je 3 oude energiebronnen noemen.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe noemen we het gebouw waar mensen werken en machines staan?

Slide 2 - Open vraag

Hoe noemen we het als mensen thuis producten maken?

Slide 3 - Open vraag

Oude energiebronnen


In de huisnijverheid gebruikten mensen hun spierkracht om het weefgetouw en spinnenwiel in beweging te brengen. Naast hun eigen energie en die van dieren gebruikte men ook natuurlijke energiebronnen als waterkracht en windkracht. Watermolens maakten gebruik van stromend water. Zeilboten gebruikten de wind, net als molenaars met hun windmolens. De mensen hadden de natuur dus nodig om apparaten te laten werken.

Slide 4 - Tekstslide

Nieuwe energiebronnen  
Vanaf ongeveer 1780 werd een nieuwe
energiebron gebruikt. Met hout of steenkool
werd water in een ketel verwarmd. De stoom
uit de ketel kon apparaten laten bewegen. De
nieuwe apparaten die op stoomkracht werkten,
werden stoommachines genoemd. Met deze machines kon men bijvoorbeeld
water uit mijnen pompen. Daardoor kon je
steenkool en ijzererts makkelijker uit de mijnen halen.

Slide 5 - Tekstslide

 James Watt
verbeterde de stoommachine. De
stoommachine werd ook gebruikt voor liften in mijnschachten en om machines, boten en
treinen aan te drijven. 
Door stoommachines werden mensen minder
afhankelijk van de natuur. De stoommachines
hadden wel een groot nadeel: ze waren erg groot
en pasten niet in de kleine huisjes van de boeren. Daarom bouwden ondernemers fabrieken.

Slide 6 - Tekstslide

oude energiebron 
nieuwe energiebron

waterkracht
windkracht
stoommachine

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Video

werken in fabrieken
In textielfabrieken stonden spinmachines die
werden aangedreven door stoommachines. De machines zorgden voor een grote productie en de werknemers kregen lage lonen. De industrie kon daardoor goedkoop produceren. De klanten profiteerden van de lage prijzen.

Slide 9 - Tekstslide

werken in fabrieken
De stoommachine en andere uitvindingen
zorgden voor grote veranderingen. In korte tijd
werden veel producten gemaakt en vervoerd.
De ondernemers bouwden fabrieken. Zij namen mannen, vrouwen en kinderen in dienst om de machines te bedienen: de werknemers. Zo werden de ondernemers werkgevers.

Slide 10 - Tekstslide

Welke uitvindingen zijn
er gedaan in de industriële
revolutie?

Slide 11 - Woordweb

Industriële revolutie
De werkgevers maakten veel winst. Die
winst investeerden ze in nieuwe fabrieken,
bruggen en spoorlijnen. De industrie groeide
daardoor snel. De huisnijverheid kon niet op
tegen de strijd om klanten te winnen en
om zo veel mogelijk producten te verkopen.
Veel ambachtslieden moesten door deze
concurrentie hun bedrijfjes sluiten. 

Slide 12 - Tekstslide

Industriële revolutie
Ze verhuisden naar de stad om in fabrieken te gaan werken. Het leven van veel mensen
veranderde daardoor. Deze grote verandering heet de industriële revolutie

Slide 13 - Tekstslide

Voor wie was de komst van de fabrieken voordelig?

Slide 14 - Open vraag

Voor wie was de komst van de fabrieken nadelig?

Slide 15 - Open vraag

Industriële revolutie
Na 1800 werden spoorlijnen in Engeland
belangrijker. Eerst trokken paarden de wagens
met kolen over de rails, vanaf 1821 reden er
stoomtreinen. De treinen vervoerden kolen,
textiel, voedsel en passagiers.
De eerste trein in Nederland reed in 1839 vanaf
Amsterdam. Veel mensen vonden dit maar niets.
Ze dachten dat je er ziek van werd.

Slide 16 - Tekstslide

Industriële revolutie
 Ze waren ook bang dat de koeien door de langsrijdende treinen zure melk zouden geven. Toch reisden steeds meer mensen met de trein, omdat het sneller ging dan met de boot en goedkoper was
dan met de koets.

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd
over de industriële revolutie?

Slide 18 - Woordweb