Week 2 Rectaal

Welk advies zou jij iemand geven die deze opleiding wil gaan volgen?
1 / 48
volgende
Slide 1: Open vraag
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Welk advies zou jij iemand geven die deze opleiding wil gaan volgen?

Slide 1 - Open vraag

Feedback over de opleiding. Wat is jouw ervaring?
Welke tip en top zou jij ons als opleiding willen geven?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rectale toedieningsvormen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma & Lesdoelen
- Uitleg rectale toedieningsvormen
- Uitleg bereidingsmethode van zetpillen
- Uitleg berekening van benodigde grondstoffen
- Zelf berekenen aan de hand van een recept
- Kwaliteitscontrole van zetpillen.

Lesdoelen:
-  Je weet op welke wijze zetpillen gemaakt worden
- Je weet welke basis- en hulpstoffen gebruikt worden bij het bereiden van zetpillen
- Je kunt de juiste hoeveelheden van de benodigde grondstoffen berekenen
- Je weet welke in-procescontroles en hoe je de eindcontroles dient uit te voeren

Slide 4 - Tekstslide

Welke vragen zijn er nog naar aanleiding van vorige week?
Rondvraag
Vragen ?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KD = Kwalificatiedossier
Kerntaak 1 Voert geïndividualiseerde farmaceutische patiëntenzorg uit
W1 - Neemt de zorgvraag aan
W2 - Voert medicatiebewaking uit
W3 - Verzorgt uitgifte van medicijnen
W4 - Geeft instructie over medicatiegebruik
W5 - Verwerkt patiëntgerelateerde informatie en administratie
Kerntaak 2 Verleent niet-receptgestuurde zorg aan de patiënt
W1 - Adviseert over gezondheid en preventie
W2 - Geeft zelfzorgadvies
Kerntaak 3 Biedt productzorg
W1 - Stelt voorgeschreven geneesmiddelen beschikbaar
W2 - Stelt op maat gemaakte geneesmiddelen beschikbaar
W3 - Zorgt voor logistiek en beheer
Kerntaak 4 Werken aan kwaliteit en deskundigheid
W1 - Werkt aan de eigen deskundigheid
W2 - Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
W3 - Werkt multidisciplinair samen en stemt werkzaamheden af
KD = Kwalificatiedossier

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 5 - Rectale toedieningsvormen

Hoofdstuk 10 - Rectale toedieningsvormen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke rectale toedieningsvormen ken je

Slide 8 - Woordweb

Zetpillen
Klysma
Microklysma
Wat is een klysma?
Een vloeistof of suspensie kan met behulp van een klysmaflacon of rectiole rectaal worden ingebracht.


Klysma           volume van 10 tot 100 ml
Rectiole          volume van 3 tot 10 ml


Hulpstoffen: verdikkingsmiddel, oplosbaarheid van gnm te vergroten, pH bij te stellen

Slide 9 - Tekstslide

Hoe groter het volume, des te hoger komt het in de darmen. 
Werkzame stof opgelost of gesuspendeerd met hulpstof verdikkingsmiddel. 
PH bijstellen zodat er geen ernstige irritatie van het slijmvlies ontstaat. 
In de flacon de totale hoeveelheid die nodig is voor dosering




Heeft een klysma een lokale of systemische werking ?
Lokale werking
Systemische werking
Zowel lokaal als systemisch

Slide 10 - Poll

Chloralhydraatklysma in olie opgelost als hypnoticum
Theofyllineklysma opgelost bij astma/copd
Beclometasonklysma’s suspensieklysma colitis ulcerosa
Docusaatklysma opgelost als laxans
Kwaliteitseisen klysma
  • De pH van de oplossing controleren
  • Controleer of de oplossing helder is en of het geen onopgeloste deeltjes bevat.
  • Wanneer het geneesmiddel niet oplost in de klysmabasis, dan moet het gecontroleerd worden op klontjes of ontmenging.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verpakken& etiketteren klysma
  • Klysma’s worden afgeleverd in speciale klysmaflacons. 
  • In sommige gevallen moet de inhoud beschermd worden tegen licht; dit kan door de flacon in aluminiumfolie te verpakken.
  • Op het etiket moet worden vermeld ‘niet om in te nemen’.
FNA-klysmaflacon met een bijgeleverde spuit met rechte canule of een klysmazak met slang.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereiden + berekenen + controleren
Zetpillen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Latijnse benaming voor zetpil is

Slide 15 - Woordweb

suppositorium = zetpil
suppositoria = zetpillen
Wat is een zetpil?
Een zetpil is een torpedovormige of kegelvormige toedieningsvorm met een gewicht van 1 tot 3 gram die via de anus (rectaal) ingebracht wordt.

Slide 16 - Tekstslide

PS dit zijn niet alleen zetpillen, maar ook een vaginale ovule.
Heeft een zetpil een lokale of systemische werking ?
Lokale werking
Systemische werking
Zowel lokaal als systemisch

Slide 17 - Poll

Systemische en lokaal.
Bijv. Lokale werking-> ZnO voor aambeien.
Paracetamol is systemisch
Wanneer wordt er gekozen voor een rectale toedieningsvorm?

Slide 18 - Open vraag

Zie volgende slide
Zetpillen = suppositoria
Wanneer worden rectale toedieningsvormen gebruikt?

  • als de patiënt slecht of niet kan slikken
  • als de patiënt misselijk is of moet braken
  • als het rectum plaatselijk behandeld moet worden

Slide 19 - Tekstslide

Slecht slikken→ kinderen of volwassenen evt. met verminderde bewustzijn.
Voordelen: geen bezwaren, maagklachten zijn wel mogelijk door systemische werking. Geen lever passage, firstpasseffect.

 

Wat zijn de nadelen van een zetpil?

Slide 20 - Open vraag

Nadelen: wisselende opname (100% tot 0%), daardoor hoge dosering (50%) en kan op overdosering bij wel goede opname. Lastig inbrengen. 

Slide 21 - Tekstslide

We gaan hier straks mee rekenen. Iedere zetpil zijn eigen vulwaarde. Je hebt ook hier te maken met verlies. 
Waar op de KNMP kennisbank kun je de basishandelingen vinden?
A
FNA
B
LNA-onderzoeksvoorschriften
C
LNA- procedures bereiding
D
LNA- procedures productzorg

Slide 22 - Quizvraag

Kijk op KNMP Kennisbank, welke informatie is er te vinden?

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Op welke wijze dien je een zetpil in te brengen?

Slide 24 - Open vraag

Eerst wc, handen wassen, goed afdrogen, denk om hygiene. 
tip doop punt in water of sla-olie. 
blijf 5-10 min liggen. Billen bij elkaar, benen strekken. 
Na inbrengen aandrang voelen om naar de wc te gaan, probeer hier niet aan toe te geven, tijd nodig om te smelten en opgenomen te worden. Binnen 10 toch wc opnieuw inbrengen. 

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

"Schiet het zijn doel voorbij"
Zetpilinstructie via Apotheek.nl. De zetpil tot zo’n 2 cm in de anus inbrengen, bij kinderen tot 1 cm. Het rectum is goed doorbloed, daar dus de beste opname.
Orale inname heeft de voorkeur ivm onzekere en onregelmatige opnamen van het gnm.

Slide 27 - Video

Daarom belangrijk om goed uitleg te geven over de toedieningsvorm.

Slide 28 - Tekstslide

Werkzame bestanddelen worden gemengd met hard vet.
Basis + gnm. 
Hard vet laten smelten, goede verdeling voor gelijkmatige opname.. Kleine deeltesgrootte van gnm nodig. 


Slide 29 - Tekstslide

Bij voorkeur niet opnieuw verwarmen.
Geen klontjes zichtbaar.
Mortier mag niet leeg geschrapt worden, alleen uitschenken.
Schoonschrappen van de strip, gestold maar niet uitgehard.


Smelt bij hogere temperatuur. 
Hygroscopisch, dus bewaren in gesloten vat.

Slide 30 - Tekstslide

Lipofiel: de basis smelt bij lichaamstempt. na smelten komt gnm vrij.
Hydrofiel: de basis lost op in het vocht dat de rectum afscheidt, gnm komt vrij na oplossen.
Hydrofiel: de basisverdeling is één om twee (hoe hoger het getal, hoe vaster de basis). Het smelttraject is hoger dan die van de lipofiele basis, daarom geschikt voor warme landen. De hydrofiele basis is wel hygroscopisch, daarom bij voorkeur uitschenken met spuitflesmethode.

Slide 31 - Tekstslide

Wanneer het gnm niet oplost, dan goed opletten dat de viscositeit zo is dat de zetpillen niet uitzakken. Dit wordt ook wel een suspensiezetpil genoemd.
Gnm opgelost dan is het dus een oplossing en kan deze niet uitzakken.
Gnm kan ook vloeistof zijn, dan onstaat er een emulsie, fijne verdeling van vloeistof in een andere vloeistof. Bijv Valproïnezuur = anti-epilepticum
Dispergeren betekent?

Slide 32 - Open vraag

Homogeen verdelen/ mengen
Hoe verdeel je het geneesmiddel homogeen door het vet?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hulpstoffen 
- Miglyol 812:  verlaagt het smeltpunt van de zetpil, zodat ze in het lichaam snel zacht worden. Bijv. zinkoxide zetpillen
- Watervrij colloïdaal siliciumdioxide (Aerosil) : wordt toegevoegd om agglomeraten (klontjes) fijn te wrijven → homogeen (1% van gnm)                 
- Lactose (180):  100 mg lactose/zetpil toevoegen wanneer er ≤50 mg/supp aan werkzame stof in zit. 
- Sojalecethine:   wordt toegevoegd bij bereidingen van zetpillen met grote hoeveelheden vaste stof (bijv. paracetamol 750 mg of meer) om het gietbaar te houden. Beïnvloed het stollingsproces niet noemenswaardig. 
Volgens KNMP Kennisbank geen andere hulpstoffen toevoegen. 
Ook  tabletten en dragees fijngewreven worden ontraden. 

Slide 34 - Tekstslide

Hulpstoffen om de kwaliteit van de zetpil te verbeteren of de bereiding te vergemakkelijken.
Miglyol bij ZnO gebruikt zodat de aambei smelt en er een beschermende zalflaag ontstaat. Kan ook toegevoegd worden bij terminale patiënten met een verlaagde lichaamstemperatuur. 
watervrij colloïdaal siliciumdioxide (Aerosil 200 V®, de verdichte vorm), met een maximum van 1% van het farmacon. 
Lactose toevoegen voor een mooie goede verdeling van vaste stof met de basis .
 Zinkoxide zetpillen -> 
werken licht indrogend en stillen de jeuk. Worden gebruikt bij jeuk en irritatie aan de anus door aambeien

Aerosil ->
ColloIdaal Siliciumoxide (ook gebruikt als "glijmiddel" bij capsules 

Sojalecithine ->
Meestal 2% toevoegen aan totaal poedermengsel, dit beïnvloed het stollingsproces niet! 
Wat ging er mis bij het bereiden van de onderste strip zetpillen?
Wat ging er mis bij het bereiden van de onderste strip zetpillen?

Slide 35 - Tekstslide

Niet goed homogeen gehouden tijdens uitschenken. 
KNMP Kennisbank 
- Mortiermethode: roer telkens nadat 2-3 zetpillen zijn gegoten en controleer op homogeniteit.
- Spuitflesmethode: vul telkens 2-3 zetpillen uit en zwenk tweemaal om. Vul de vormen net overvol.
Zou jij in dit bad stappen?

(de temperatuur is precies goed)
Ja, heerlijk
nee, want...

Slide 36 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Vulwaarde -Overmaat -Verdringingsfactor
  • Vulwaarde = vulgewicht = hoeveelheid zetpilbasis per geheel gevulde zetpilvorm. (1,15ml / 2,3ml / 2,8ml)

  • Overmaat = extra aantal zetpillen berekenen → ivm verlies, gieten met kop, laatste twee zetpillen verwerpen.

  • Verdringingsfactor = een factor dat aangeeft hoeveel gram zetpilbasis verdrongen wordt door 1 gram gnm.  (Zie kennisbank voor tabel.) 

  • Verdringingswaarde = de hoeveelheid zetpilbasis die verdrongen wordt door de benodigde hoeveelheid gnm per zetpil.  
    →  Verdringingswaarde = hoeveelheid geneesmiddel × verdringingsfactor

Slide 37 - Tekstslide

Bereidingswijze, zoveel mogelijk uitgaan van gestandaardiseerde protocollen FNA. 
Is er een vergelijkbaar protocol, beetje aanpassen. Let op of gnm geschikt is voor rectale toediening. 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan zetpilberekening
  1. Wat is de vulwaarde ?
  2. Wat is de verdringingsfactor van het gnm ?
  3. Wat is de verdringingswaarde ?
  4. Hoeveel zetpillen inclusief overmaat ga je maken ?
Bij voorkeur per zetpil uitrekenen (in mg)

R/ Morfine HCl 55 mg da 7 stuks
 m.f.l.a. supp
  s. 1 dd 1

1 . 2,3 ml = 2,07 g = 2070 mg
2f = 0,65 (KNMP Kennisbank)
3. gnm x verdringingsfactor → 55 mg x 0,65 =35,75
je hebt nu berekent de hoeveelheid vet die er niet in past. Veel gemaakte fout is dat dit getal wordt vermenigvuldigt met aantal benodigde zetpillen.
4. 7plus overmaat dus 10 zetpillen ga je maken.
Berekenen van de benodigde hoeveelheden: 10 x 55 mg= 550 mg (0,55 g) 
2070 mg - 35,75 = 2034,25 mg vet per zetpil x 10= 20342,5 mg = 20,34 g 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag

  1. Wat is de vulwaarde ?
  2. Wat is de verdringingsfactor van het gnm ?
  3. Wat is de verdringingswaarde ?
  4. Hoeveel zetpillen inclusief overmaat ga je maken ?
Bij voorkeur per zetpil uitrekenen (in mg)

R/ Bisacodyl 15 mg no. 12
 m.f.l.a supp.
s. 1dd1


Slide 42 - Tekstslide

Berekening:
2,3 ml = 2,07 g = 2070 mg
f= verdringingswaarde zie tabel → 2 grondstoffen:
Bisacodyl → 0,65 en lactose → 0,60
gnm x factor → bisacodyl 15 mg x 0,65 = 9,75 mg
lactose 100 mg x 0,60 = 60 mg
2070mg - 9,75mg - 60 mg= 2000,25 mg vet per zetpil
12 + 6 = 18 zetpillen gaan we maken.
15 mg bisacodyl x 18 = 270 mg
100mg lactose x 18 = 1800 mg = 1, 8 g
2000,25 mg = 2,00 g x 18 = 36, 00 g witepsol (36, 0045)


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke wijze zou jij het eindgewicht bepalen?

Slide 44 - Open vraag

Weeg volle strip, trek gewicht lege strip eraf, deel door het aantal zetpillen van de strip. Je berekent dan het praktisch gemiddeld gewicht per zetpil. 
Daarna P-T=/Tx100%

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Morfine HCL; Fijnwrijven van een overmaat en daarna afwegen
2. Lactose; bij  50mg of minder werkzame stof per zetpil. Om per zetpil voldoende vaste stof t.o.v. het vet te krijgen.
3. Adeps solidus = (hard vet) = Witepsol is de zetpilbasis

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen behaald
Ja
nog niet helemaal
helaas niet

Slide 47 - Poll

- Je weet op welke wijze zetpillen gemaakt worden
- Je weet welke basis- en hulpstoffen gebruikt worden bij het bereiden van zetpillen
- Je kunt de juiste hoeveelheden van de benodigde grondstoffen berekenen
- Je weet welke in-procescontroles en hoe je de eindcontroles dient uit te voeren
Nog behoefte aan extra reken opdrachten?

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies