5.1 gaswisseling

5.1 gaswisseling
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

5.1 gaswisseling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOELEN
5.1
* je kunt delen van het ademhalingsstelsel de functies en kenmerken noemen
* je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de longen
* je kunt de werking van organen voor gaswisseling bij planten beschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op hoe een insect ademt.
Zoek een plaatje en
zorg dat je kan uitleggen wat je daarop ziet.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt een kaartje gekregen met daarop een onderdeel van het ademhalingsstelsel. Zoek hierover een interessant feit op.
UPLOAD een plaatje en VERTEL het feit.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diffusie van een stof gaat altijd...
A
van een hoge naar een lage concentratie, vanzelf
B
van een lage naar een hoge concentratie, vanzelf
C
van een hoge naar een lage concentratie, kost energie
D
van een lage naar een hoge concentratie, kost energie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groot is het oppervlakte van alle longblaasjes samen? Verbind vorm met functie.
Gebruik hierbij het woord diffusie.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

en dan nu...
lees blz 63 t/m 65        maak opgave 4 t/m 7

Je geeft straks aan welke opgaven je wil bespreken.
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

deze opgave wil ik bespreken

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

longblaasje
keelholte
strottenhoofd
slokdarm
luchtpijp
middenrif

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Als er een plek gevuld is, verandert het molecuul van vorm. Daardoor heeft het meer affiniteit om zuurstof te binden.

When hemoglobin has no bound oxygen, nor bound carbon dioxide, it has the unbound conformation (shape). The binding of the first oxygen molecule induces change in the shape of the hemoglobin that increases its ability to bind to the other three oxygen molecules.
In the presence of dissolved carbon dioxide, the pH of the blood changes; this causes another change in the shape of hemoglobin, which increases its ability to bind carbon dioxide and decreases its ability to bind oxygen. With the loss of the first oxygen molecule, and the binding of the first carbon dioxide molecule, yet another change in shape occurs, which further decreases the ability to bind oxygen, and increases the ability to bind carbon dioxide. The oxygen bound to the hemoglobin is released into the blood's plasma and absorbed into the tissues, and the carbon dioxide in the tissues is bound to the hemoglobin.
en dan nu...
 nog meer action in de taxion!

maak opgave 5 t/m 7
mensen thuis... maak het online!
Hb = hemoglobine
HbO2 = oxyhemoglobine = hemoglobine geladen met zuurstof
zuurstof wil van waar een hoge pO2 is naar waar een lage p02 is

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

afb. 9

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de invloed van de een lage pH op deze reactie?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

BINAS
TABEL
83D
aanwezigheid van zuurstof in de buurt van hemoglobine
% hemoglobine waaraan zuurstof zit gebonden 

Slide 19 - Tekstslide

Hoe hoger, hoe meer zuurstof er gebonden is aan hemoglobine.

Het Bohr-effect is de eigenschap van hemoglobine dat als de concentratie van kooldioxide in het bloed toeneemt, de afgifte van zuurstof aan cellen toeneemt. Het omgekeerde Bohr-effect treedt op bij een verlaging van de concentratie van kooldioxide. Door veel te ademen, gaat er veel kooldioxide verloren en geeft het hemoglobine nog maar weinig zuurstof af aan cellen.

Hoe meer naar rechts, hoe lager de affiniteit van zuurstof om aan hemoglobine te binden: het laat makkelijker los. 


Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt koolstofdioxide
richting de longen verplaatst?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

gaswisseling bij planten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het transport van zuurstof naar het bloed gaat langzamer als het oppervlak voor gaswisseling...
A
Toeneemt
B
Afneemt

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het transport van zuurstof naar het bloed gaat langzamer als de afstand tussen de lucht in de longblaasjes en het bloed...
A
Toeneemt
B
Afneemt

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het transport van zuurstof naar het bloed gaat langzamer in een ....
A
Stoffige omgeving
B
Schone omgeving

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het transport van zuurstof naar het bloed gaat langzamer als het bloed
A
veel hemoglobine bevat
B
weinig hemoglobine bevat

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies