Aanspreekpunt zijn L3

Aanspreekpunt zijn
les 3
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Aanspreekpunt zijn
les 3

Slide 1 - Tekstslide

Planning
3.2 en 3.3 herhaling 
3.4, 3.5 en 3.6 uitleg
Samenwerkingsopdracht 
opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen:
- hoe je te weten komt wat de wensen en behoeften van een cliënt zijn
- hoe je een cliënt informeert en doorverwijst
- hoe je omgaat met klachten

Slide 4 - Tekstslide

Online communicatie betekent dat je iemand benadert via fysieke ontmoeting
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Een formeel gesprek voer je meestal met een vriend
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Hoe kun je in een gesprek laten zien dat je empathie hebt voor de ander?

Slide 7 - Open vraag

Met welke verschillende soorten gesprekken krijg je als helpende te maken?

Slide 8 - Open vraag

Soorten gesprekken
Kennismakingsgesprek: aan het begin van een samenwerking om elkaar te leren kennen.

Informatief gesprek: om informatie te geven of te vragen over een onderwerp.

Instructiegesprek: wanneer je uitleg of aanwijzingen geeft over wat iemand moet doen.

Slechtnieuwsgesprek: om slecht nieuws op een respectvolle manier te brengen.

Groepsgesprek: wanneer je met meerdere mensen tegelijk communiceert, bijvoorbeeld in een team of met cliënten.

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent LSD?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Link

3.4 Wensen te weten komen
Nieuw

Slide 12 - Tekstslide

Observeren is het bewust letten op wat iemand doet of zegt?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk om achter de wensen van een cliënt te komen?

Slide 14 - Open vraag

3.5 Informeren en doorverwijzen

Slide 15 - Tekstslide

Informeren betekent onder andere dat je cliënt vooraf duidelijk vertelt wat je gaat doen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk om voorspelbaar te zijn voor cliënten?

Slide 17 - Open vraag

Doorverwijzen
Het is jouw taak om te signaleren of alles goed gaat en help in te roepen als dat nodig is. Je verwijst dan door. Doorverwijzen betekent dat je een client doorstuurt naar een andere deskundige.

Slide 18 - Tekstslide

3.6 Omgaan met klachten

Slide 19 - Tekstslide

Klacht
Soms laat een client of zijn naasten weten dat hij ontevreden is, omdat iets niet goed ging in je werk. Dan heeft hij een klacht. Als je een klacht krijgt, luister dan goed en laat zien dat je meeleeft. 
Toon empathie

Slide 20 - Tekstslide

Klachten afhandelen

Slide 21 - Tekstslide

STOP- methode
S- stoom afblazen 
T- tot de orde roepen
O- opnieuw beginnen
P- passen: stoppen

Slide 22 - Tekstslide

Opdrachten 3.4, 3.5 en 3.6 maken

Slide 23 - Tekstslide

Uitleg samenwerkingsopdracht

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
Aan het einde van de les kun je uitleggen:
- hoe je te weten komt wat de wensen en behoeften van een cliënt zijn
- hoe je een cliënt informeert en doorverwijst
- hoe je omgaat met klachten

Slide 25 - Tekstslide