Week 7 horeca en travel

• Duits
• MBO
• Studiejaar 1

Herzlich Willkommen

Planung heute

5 blokken 

Blok 1: Logo Nachrichten 

Blok 2: Kurz schreiben

Blok 3: Wie spät ist es?

Blok 4: Sprechen + Vorbereitung

Blok 5: Presentatie afmaken over idool 

Logo Nachrichten

Je maakt aantekeningen bij de uitzending. Daarna bespreken we de uitzending. 

Kurz schreiben

Vorige week hebben we een tekst geschreven over de vakantie. 

Wat kun je over jezelf schrijven? 

Je krijgt maximaal 5 minuten om met (!) hulp een tekstje over jezelf te schrijven. 

Beispiel:

Mein Vorname ist Marianne, mein Nachname ist Visscher. 

Ich bin 27 Jahre alt. Ich wohne in Nieuw-Buinen, das liegt in Drenthe. Ich spiele gern Fußball. Am Montag und Mittwoch trainiere ich mit meinem Team. Am Samstag habe ich ein Spiel. Das ist meistens um 14 Uhr. Weiter mag ik es um herrlich zu essen und mich mit Freunden zu treffen. 

Wie spät ist es jetzt?

die Uhrzeiten

Wichtige Wörter:

ein Uhr = een uur

eine Stunde = een lesuur

 eine Viertelstunde = een kwartier

eine halbe Stunde = een half uur

ein Viertel = een kwart

halb = half

vor = voor

nach = over

Handig feitje: De Duitse kloktijden staan in dezelfde volgorde als in het Nederlands. 

Vertaal dus woord voor woord. 

Voorbeeld: vijf over vier = fünf nach vier

De volgende 5 slides ga je oefenen.

Auf Deutsch natürlich!

Voorbeeld:

Vraag: Wie spät ist es? (Hoe laat is het?)

Es ist....(Het is).....

Antwoord: Es ist...

 sieben Uhr.

Schrijf steeds zoals hierboven in het rood

Wie spät ist es?

1. Es ist fünf nach zwei.
2. Es ist fünf Uhr.
3. Es ist Viertel vor zwei.

Wie spät ist es?

1. Es ist zehn Uhr.
2. Es ist halb sechs.
3. Es ist Viertel vor sieben.

Wie spät ist es?

1. Es ist neun Uhr .
2. Es ist fünf vor halb zehn.
3. Es ist halb eins.

Wie spät ist es?

1. Es ist sieben Uhr.
2. Es ist halb sechs.
3. Es ist Viertel nach zehn.

Schrijf de kloktijd voluit in het Duits:
half vijf: Es ist...

Schrijf de kloktijd voluit in het Duits:
kwart over negen: Es ist...

Sprechen

Thema 1 – Zo zien mijn dagen eruit

Leid je praatje in – geef aan hoe laat je doordeweeks opstaat – geef aan hoeveel tijd je ’s morgens nodig hebt voor je naar school gaat – geef aan hoe laat je op school moet zijn – hoe ga je naar school – hoe laat ben je weer thuis – noem twee activiteiten buiten school – zeg bij elke activiteit op welke weekdag het is, hoe laat het begint en hoe laat het is afgelopen – hoe laat eet je avondeten – hoe laat ga je doordeweeks naar bed – sta je in het weekend later op dan doordeweeks, en waarom wel of niet – ga je in het weekend later naar bed, en waarom wel of niet – noem minstens een activiteit voor het weekend – sluit je praatje af

Voor degene die nog presentatie over idool (af) moeten maken, jullie blijven zitten! 

Was fandest du von dieser Unterrichtsstunde?

😒🙁😐🙂😃

Tip en top!

Doei.