5V M5 hfst 8 paragraaf 4 21 22

oefenen

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een stof met pH 4 is ……… x meer/minder zuur dan een stof met pH 5
A
10
B
100
C
1
D
niet

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Als een zuur reageert met water (H2O), dan ontstaan... (geef het beste antwoord)
A
onderandereH3O+
B
H3O+eneenzuurrestion
C
onderandereOH
D
OHeneenzuurrestion

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de pH van zoutzuur met een concentratie van 0,0158M
A
pH =1,80
B
pH =1,801
C
pH = 0,964
D
pH = 0,9643

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de pH voor 0,13M HCl
A
pH = 0,87
B
pH = 0,88
C
pH = 0,89
D
pH = 1,88

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een zure oplossing heeft een pH van 3,43. Bereken
[H3O+]
A
1,4107M
B
2,7103M
C
3,7104M
D
0,54 M

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een oplossing heeft een van pH=5,612.
Bereken
[H3O+]
A
4,09105M
B
0,749M
C
0,749M
D
2,44106M

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de pH als 9,0 g salpeterzuur wordt opgelost in 1,00 L water.
A
pH = 0,24
B
pH = 0,54
C
pH = 0,85
D
pH = 0,95

Slide 8 - Quizvraag

A: 
Het zwakke zuur HCOOH heeft een molariteit van 0,40 M. Bereken de pH van deze oplossing.
A
pH=8,49103
B
pH = 2,07
C
pH = 2,1
D
pH = 0,98

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het zwakke zuur HBrO heeft een molariteit van 0,15 M. Bereken de pH van deze oplossing.
A
pH=4,21010
B
pH = 4,7
C
pH = 4,69
D
pH = 1,0

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de molariteit van het zwakke zuur HCN met een pH van 5,67. (Het volume van de oplossing is 1,00 L)
A
2,14106M
B
0,982 M
C
4,571012M
D
7,5103M

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de molariteit van het zwakke zuur HClO met een pH van 3,98. (Het volume van de oplossing is 1,00 L)
A
1,1108M
B
1,05104M
C
0,57 M
D
0,27 M

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een oplossing is 1 mol van een onbekend zuur opgelost in 1,0 L water. De pH van de oplossing is 2,5. Welke conclusie kun je hieruit trekken?
A
het zuur lost goed op in water
B
het zuur lost slecht op in water
C
het is een sterk zuur
D
het is een zwak zuur

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies