‹Terug naar zoeken

Spaans periode 1 Les 4 28/9

Les 4
- Je kunt vragen stellen.
- Je kunt tellen tot 20.
- Je kunt vertellen wat je beroep is 
   en waar je werkt.
- Je kent de bijvoeglijk voornaamwoord aanpassen aan mannelijk of vrouwelijk
- Je kunt het werkwoord op -er en -ir vervoegen en gebruiken in een zin.




1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Les 4
- Je kunt vragen stellen.
- Je kunt tellen tot 20.
- Je kunt vertellen wat je beroep is 
   en waar je werkt.
- Je kent de bijvoeglijk voornaamwoord aanpassen aan mannelijk of vrouwelijk
- Je kunt het werkwoord op -er en -ir vervoegen en gebruiken in een zin.




Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk les 3
Maken:
MP WB H1 p. 12-13 : opdrachten 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18





Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP WB pag 10 tarea 8
Luister naar de zinnen en kruis aan over welke persoon of personen het gaat.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



8d In tweetallen. Stel elkaar vragen over de personen uit de tekst.

¿Quién... ? ¿Dónde... ? ¿Qué...? 
¿De dónde...? ¿Para qué...?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP TB p. 15
8e Met welke doel leer je Spaans?
Estudio /uso español para....
- contactar con clientes en Latinoamérica
- buscar trabajo en una empresa internacional
- trabajar en una empresa internacional
- chatear con amigos
- estudiar en España
- participar en congresos internacionales

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP TB pag 15 tarea 9a 
Luister naar de fragmenten en kruis aan of de personen praten over werk / school of over vrije tijd

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP TB p. 15 op. 9b

Lees de vragen en kruis aan, wat voor jou geldt. Stel de vragen ook aan twee medestudenten en kruis aan wat op hen van toepassing is.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP TB pag 15 tarea 10
Bereid voor de volgende les 7 zinnen voor waarin je jezelf presenteert. Benoem daarbij:
Nombre y apellidos                                
Ciudad                                                          País/nacionalidad                
Escuela                                                        Empresa    
Idiomas                                                        Motivo para estudiar español


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 10 - Video

Deze video is ter herhaling om je voor te stellen en te vragen hoe het gaat.
MP TB H2 p.19
Metas profesionales
1. Bekijk het plaatje in je boek. Het is een reclame voor een beroepenbeurs. Welke beroepen vind je bij deze jonge vrouw passen?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke beroepen
passen bij de dame?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

MP TB ¿Qué tal?
2, Primeros contactos en la feria
a. Bekijk de foto's. Welke foto's zijn zakelijke situaties?
b. Beluister de fragmenten en koppel ze aan een foto
c. vul de ontbrekende informatie in op de visitekaartjes

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP TB pag 21
3a. ¿Tú o usted? Luister naar de gesprekken. Kruis aan of men elkaar formeel of informeel aanspreekt.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 – 4 – 7 – 9
11 – 13 – 15 – 18
20
42
66
77
35
59
82
94
100

1 – 4 – 7 – 9
11 – 13 – 15 – 18
20 - 42 - 66 - 77
35 - 59 - 82 - 94
100

Slide 17 - Tekstslide

hasta aquí 28/9

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de juiste vorm bij de persoonsvorm van 'tener'
pag. 28
yo
tú
él
nosotros
vosotros
ellos
tienes
tenemos
tengo
tienen
tiene
tenéis

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Tienes tableta o móvil?
Tengo móvil  
¿Tienes bici o coche?
Tengo bici


¿Tienes tableta o móvil?
Tengo móvil
¿Tienes bici o coche?
Tengo bici

¿Tienes amigos españoles?
Sí, tengo amigos españoles
No, no tengo amigos españoles

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP TB p. 23, 7d

In tweetallen. Je wilt weten of je medestudent de volgende dingen heeft. Vraag hem/haar en noteer de antwoorden. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


MP TB p. 23, 8 La agenda de la oficina



In tweetallen. In je adressenboekje ontbreken enkele gegevens. Vraag elkaar om de informatie die mist.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP TB pag 16 tarea 11
Schrijf een brief en benoem daarin:
Nombre y apellidos                                
Ciudad                                                          País/nacionalidad                
Escuela                                                        Empresa    
Idiomas                                                        Motivo para estudiar español

Lever de brief volgende week in via Teams

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP TB pag 16 tarea 12
Vorm tweetallen en voer het gesprekje.




Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP WB pag 13 tarea 17
Bedenk vragen bij de antwoorden.


¿Qué?                                              Wat?
¿Quién?                                          Wie?
¿Dónde?                                         Waar?
¿De dónde?                                  Waarheen?
¿Para que?                                    Waarvoor? (met welk doel?)
¿Por qué?                                      Waarom? (met welke reden?)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP WB pag 14 tarea 19 
a Luister naar de fragmenten en vul in hoe deze personen de 
    telefoon opnemen


b Luister naar het fragment en verbind de zinnen uit de twee 
    kolommen met elkaar

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels voor de klemtoon
1. staat er een accent ' op  > dan ligt daar altijd de klemtoon
    (Aviación, Málaga)
2. eindigt een woord op 
     a. een klinker (a, e, i, o, u) of -s of -n   
          > klemtoon op de één na laatste lettergreep
         (chico, Mallorca, casas, imagen)
    b. alle andere letters
          > klemtoon op de laatste lettergreep
          (trabajar, ciudad, hotel)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP WB pag 15 tarea 21
a Luister naar de woorden en onderstreep de beklemtoonde 
    lettergreep
    Zet daarna de woorden in het schema

b Luister en onderstreep de lettergreep die de klemtoon heeft.
    Zet het accent op de juiste plaats

Klemtoon: dat deel van het woord waar de nadruk ligt

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling

Maak de volgende opdrachten in deze LessonUp om te controleren of je de stof van vorige week beheerst

Na de opdrachten vind je nog enkele slides met herhaling en extra opdrachten.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

apellido
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

día
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

empresa
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ciudad
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal :
las vacaciones

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal :
practicar deporte

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal :
ahora

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Ik kom uit Nederland

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Wij spreken Spaans

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Waar komen jullie vandaan?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Wij zoeken de bank

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Wij bellen

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Wie is dat?

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Meer lessen zoals deze

LVS2 periode 3 les 4 week 11

- Les met 37 slides
SpaansMBOStudiejaar 2

Spaans Periode 1 les 5

- Les met 17 slides
SpaansMBOStudiejaar 2

LS2 periode 7 les 3

- Les met 28 slides
SpaansMBOStudiejaar 1

Spaans LS/STL1 periode 1 les 5 - 3/10

- Les met 19 slides
SpaansMBOStudiejaar 1

ACS/AOS1 periode 1 les 6 - 9/10

- Les met 17 slides
SpaansMBOStudiejaar 1

Liv Spaans periode 3 les 4

- Les met 11 slides
SpaansMBOStudiejaar 1

LV1 periode 1 week 4

- Les met 29 slides
SpaansMBOStudiejaar 1

LV1 verbos regulares -AR, números hasta 20 e idiomas

- Les met 38 slides
SpaansMBOStudiejaar 1