Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woordenschat mbo (figuurlijk taalgebruik, betekenis afleiden uit tekst of woord)
Woordenschat
Lesdoel
: je kunt de betekenis van een woord afleiden uit de tekst of uit het woord.
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woordenschat
Lesdoel
: je kunt de betekenis van een woord afleiden uit de tekst of uit het woord.
Slide 1 - Tekstslide
Je kunt de betekenis van een woord...
... afleiden uit de tekst (1.1)
... afleiden uit het woord zelf (1.2)
Slide 2 - Tekstslide
Betekenis afleiden uit de tekst
Lees de zin waar het woord in staat.
Kijk naar
voorbeelden
,
omschrijvingen
,
synoniemen
en
tegenstellingen
in de tekst.
Let op illustraties.
Slide 3 - Tekstslide
Met de handel in goud gaat het niet goed, maar de handel in cryptomunten floreert juist. Wat betekent floreert?
A
Gaat achteruit
B
Draait goed
Slide 4 - Quizvraag
Hij heeft het voornemen om het project af te maken. Zijn plan is om dat morgen op school te doen. Wat betekent voornemen?
Slide 5 - Open vraag
Betekenis afleiden uit het woord
Lijkt het woord op een woord dat je kent? Bijvoorbeeld
circuleren
of
instrueren
.
Herken je een deel van het woord?
Slide 6 - Tekstslide
Wat betekent het woord massacommunicatie?
Slide 7 - Open vraag
Hoe weet je dit?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Maak een zin met het woord pre-corona.
Slide 10 - Open vraag
Figuurlijk en letterlijk taalgebruik
Het is hier een zwijnenstal!
Slide 11 - Tekstslide
Ik heb een wond aan mijn hoofd.
A
Letterlijk taalgebruik
B
Figuurlijk taalgebruik
Slide 12 - Quizvraag
Ik heb er een hard hoofd in of ik wel zal slagen.
A
Letterlijk taalgebruik
B
Figuurlijk taalgebruik
Slide 13 - Quizvraag
Je hebt een zwak wachtwoord gekozen.
A
Letterlijk taalgebruik
B
Figuurlijk taalgebruik
Slide 14 - Quizvraag
Opdracht
Gezegdes en spreekwoorden worden altijd figuurlijk gebruikt.
In tweetallen teken je de
letterlijke
betekenis van het spreekwoord/gezegde (denk aan het voorbeeld van de zwijnenstal!).
Je schrijft de betekenis van het spreekwoord op de achterzijde van je tekening. Zorg dat de rest van de klas dit niet te zien krijgt.
Na een
kwartier
presenteer je de poster. Je klasgenoten raden welk gezegde het is en wat de betekenis is.
timer
15:00
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
3. Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 2
October 2025
-
29 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 2
October 2024
-
29 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Ook taal - Spreekwoorden over het weer
October 2024
-
12 slides
Begrijpend lezen
Literatuur
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Ook taal - Spreekwoorden over het weer
October 2024
-
12 slides
Begrijpend lezen
Literatuur
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 1 Hoofdstuk 1
September 2024
-
26 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Proefles Woordbetekenissen raden, 0F
July 2018
-
24 slides
Nederlands
Middelbare school
Praktijkonderwijs
MBO
vmbo, mavo, havo, vwo
SCORE Nederlands vo/mbo
Proefles Woordbetekenissen raden, 0F
July 2018
-
24 slides
Nederlands
Middelbare school
MBO
Praktijkonderwijs
vmbo, mavo
SCORE Nederlands vo/mbo
Wereldoriëntatie 7/8 - Ik wil meer weten! - Het varken
October 2024
-
12 slides
Wereldoriëntatie
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas