practicum dichtheid

• Natuur en techniek
• MBO
• Studiejaar 2

practicum dichtheid

Practicum dichtheid

Wat is dichtheid ook al weer?

Hoe kun je dit berekenen?

Wat heb je nodig?

Wat ga je doen?

Volume

Volume kun je bepalen met de onderdompelmethode

volume eind - volume begin = volume van voorwerp

Volume

Volume rechthoekig voorwerp: 

Volume cilinder: 

Volume vaste stof bepalen.

Volume rechthoek                                      volume cilinder.

Volume

Volume van een regelmatige vaste stof

Dichtheid

De hoeveelheid massa van een stof per eenheid van volume.

Dichtheid

ρ

m

V

= dichtheid

= massa

= volume

(g)

(cm​3​​)

(​cm​3​​​​g​​)

1. Even groot zijn
2. Even zwaar zijn
3. Even warm zijn
4. Even hard zijn

1. Het volume van 1 gram stof
2. Het volume van 1 kubieke cm stof
3. De massa van 1 gram stof
4. De massa van 1 kubieke cm stof

1. Manzoor
2. Kardo
3. Allebei
4. Geen van beide

Welke formule klopt?

1. A
2. B
3. C

UIT HV BOEK klas 2

Bereken de dichtheid

55) Bereken de dichtheid (gebruik een ,) m= 6 g en V= 5 cm3

55) Bereken de dichtheid...
(gebruik een , en rond af op 1 decimaal)

55) Bereken de dichtheid...
(gebruik een , en rond af op 1 decimaal)

56) Bereken:

1. De dichtheid...

2. Welk soort stof dat het is

Dichtheid van stof D

Van wat voor stof is D gemaakt?

Dichtheid van stof E

Van wat voor stof is E gemaakt?

Dichtheid van stof F

Van wat voor stof is F gemaakt?

Practicum: Dichtheid berekenen

Bereken van de volgende materialen de dichtheid

Laat zien hoe je het hebt berekend

Kun je achterhalen van welke stof het is gemaakt?

Zijn er afwijkingen? Hoe zijn die te verklaren?

huiswerk antwoorden blz 23

1. per cm3 weegt het meer (grotere dichtheid)
2. V=lxbxh V=10x7x2 = 140 dm3  m = p x V m=140 x 1,6= 224 kg
3. m=6750 g
4. V=750 m3, m=750000 kg = 750 ton
5. In zeewater zitten ook zouten opgelost.
6. V= 51,8 cm3
7. V=10000cm3
8. V= 166,7 cm3, m=135g

huiswerk antwoorden blz 23

9. V=6944cm3 of m=3600g (ipv 5kg)

10.V=400 dm3. m = 409,6 kg (p zeewater = 1,024 g/cm3)

11. onderdompelmethode (volume bepalen), daarna massa en dan berekenen met p = m/V

12. p = 7,9 g/cm3

13.a. m=108g

13.b. V= 40 cm3, l=1, b=5, h=?, dus V=lxbxh 40= 1x5x? h= 40/5 = 8 cm

14. p = 0,8 g/cm3