4H thema 7 B7

Voedselproductie
4 havo
Thema 7
Basisstof 7
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voedselproductie
4 havo
Thema 7
Basisstof 7

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Leerdoelen:
  • Je kunt methodes beschrijven om een optimale voedselproductie te krijgen
  • Je kunt uitleggen hoe insecten resistent worden tegen insecticide
  • Je kunt beschrijven wat accumulatie van gifstoffen in een voedselketen is.

Programma:
  1. Wat weet je nog van ecologie en milieu
  2. Uitleg: voedselproductie dl1
  3. Zelf werken

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen biotische en abiotische factoren?

Slide 3 - Open vraag

Wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
Nitriet
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat

Slide 4 - Quizvraag

Is klimaatverandering voordelig of nadelig voor de landbouw?
A
Voordelig
B
Nadelig
C
Ligt eraan waar op de wereld je kijkt
D
Geen van beide

Slide 5 - Quizvraag

Noem drie factoren waardoor trofische niveaus steeds kleiner worden in een piramide van biomassa. tip: Binas 93A

Slide 6 - Open vraag

Waarom moet je altijd een antibiotica kuur helemaal afmaken?

Slide 7 - Open vraag

Waarom moet je altijd een antibiotica kuur helemaal afmaken?

Slide 8 - Open vraag

Voedselproductie
  • Onze voedselproductie is relatief langzamer dan onze bevolkingsgroei
  • Om onze bevolking van genoeg eten te voorzien is de manier van voedselproductie enorm efficient
  • Grote akkers met monoculturen en grote bedrijven met intensieve veehouderijen zorgen voor een enorme voedselproductie.

Slide 9 - Tekstslide

Voedselproductie
Om de voedselproductie zo efficient mogelijk te maken proberen boeren invloed te hebben op de abiotische en biotische factoren

Abiotische factoren:
  • Mest
  • Extra CO2
  • Kassen

Biotische factoren:
  • Bestrijding van ongedierte

Slide 10 - Tekstslide

Bescherming
Één van de grootste uitdagingen voor boeren: beschermen van hun gewassen en vee tegen ziekten en plagen (insecten, bacteriën en schimmels)

Om gewassen en vee te beschermen maken boeren gebruik van bestrijdingsmiddelen:
  • Chemische bestrijdingsmiddelen
  • Biologische bestrijdingsmiddelen

Slide 11 - Tekstslide

Chemische bestrijdingsmiddellen
Boeren maken vaak gebruik van pesticiden om hun gewassen te beschermen tegen insecten

Er zijn 2 verschillende soorten insecticiden:
  • Niet-soort specifiek (doodt alle insecten)
  • Soortspecifiek (doodt één specifieke soort)

Wat zijn de voor- en nadelen van beide?

Slide 12 - Tekstslide

Probleem insecticiden: resistentie
leg aan je klasgenoot uit hoe deze resistentie kan ontstaan.... Evolutievraag!

Slide 13 - Tekstslide

Probleem pesticiden: Accumulatie
Sommige pesticiden zijn persistent: kan niet of zeer langzaam natuurlijk worden afgebroken

De pesticiden hopen op door de voedselketen heen: Accumulatie

De biomassa neemt af in ieder trofisch niveau, maar de hoeveelheid pesticide blijft gelijk.
Toppredator krijgt hierdoor teveel pesticide binnen en kan hiervan ziek worden.

Slide 14 - Tekstslide

Biologische bestrijding
Gebruik maken van natuurlijke vijanden.

Voorbeeld: sluipwespen om de witte vliegen uit te roeien. De sluipwespen leggen eitjes in de larven van de witte vlieg. De larve van de sluipwesp eten deze van binnen uit op.

Slide 15 - Tekstslide

Zelf werken
Lezen
BS 7 t/m 'Biologische bestrijding' (blz. 162 t/m 164)

Maken
BS 7 opdr. 57 t/m 60

Kun je: bespreek een van deze vragen met je klasgenoot.
  • methodes beschrijven om een optimale voedselproductie te krijgen?
  •  uitleggen hoe insecten resistent worden tegen insecticide?
  • beschrijven wat accumulatie van gifstoffen in een voedselketen is?

Slide 16 - Tekstslide

Voedselproductie dl2
4 havo
Thema 7
Basisstof 7

Slide 17 - Tekstslide

Vandaag
Leerdoelen:
  • Je kunt methodes beschrijven om een optimale voedselproductie te krijgen
  • Je kunt de oorzaken, gevolgen van en enkele oplossingen voor eutrofiëring benoemen

Programma:
  1. Uitleg: wat is eutrofiëring?
  2. Opdracht: gevolgen van eutrofiëring
  3. Zelf werken

Slide 18 - Tekstslide

Verhoging voedselproductie door: 
-Bescherming tegen ziekten en plagen
-Bemesting
Planten hebben mineralen nodig:
  • nitraat
  • fosfaat
  • sulfaat
  • natrium
  • kalium
  • calcium

Mineralen verdwijnen uit de grond door uitspoeling, waarbij mineralen wegzakken met regenwater naar diepere lagen in de bodem.

Om de grond weer van genoeg mineralen te voorzien gebruiken boeren kunstmest of stalmest. Bij meer mest dan de planten op kunnen nemen is er sprake van overbemesting.

Slide 19 - Tekstslide

https://www.greenpeace.org/nl/natuur/56666/greenpeace-demonstreert-bij-rabobank-en-plakt-rekening-voor-de-stikstofcrisis-op-meer-dan-100-filialen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Eutrofiëring 
'troof' heeft te maken met voeding, 'eu' is 'goed' (eigenlijk 'teveel')
Overbemesting kan leiden tot eutrofiëring van oppervlaktewater. 

Een deel van de mest spoelt met regen van het land af en komt terecht in oppervlaktewater.

De hoeveelheid mineralen in het oppervlaktewater neemt sterk toe






Slide 22 - Tekstslide

Opdracht eutrofiëring blz 166-167
Teken in een groepje van 4 de gevolgen van eutrofiëring:
  • minstens 4 stappen van begin van eutrofiëring tot aan de totale omslag in het ecosysteem
  • Schrijf erbij wat er in elke stap gebeurt
  • Denk daarbij ook aan de voedselketen/het voedselweb in het ecosysteem
  • Als je klaar bent met tekenen, bedenk dan ook enkele oplossingen
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Stappenplan eutrofiëring
1. Er is eutrofiëring: teveel mineralen in het water
2. Door deze mineralen kunnen algen snel vermenigvuldigen: waterbloei
3. De laag algen blokkeert de doorgang van zonlicht naar planten op de bodem, waardoor de bodemplanten niet aan fotosynthese kunnen doen. 
4. De bodemplanten gaan dood en worden afgebroken door reducenten, die hierbij zuurstof verbruiken (aerobe dissimilatie)
5. Zonder zuurstof gaan de vissen ook dood. 

Oplossingen bijvoorbeeld: minder/geen kunstmest gebruiken, circulaire landbouw (niets van buiten het gebied), bufferstroken aanleggen tussen sloten en landbouwgrond, rietkragen in sloten (nemen veel mineralen op)

Slide 24 - Tekstslide

andere oorzaak eutrofiëring
- afvalwater ongezuiverd of onvoldoende gezuiverd  geloosd op oppervlaktewater. 
De oplossing :  reductie van de productie van afvalwater en verbeteren afvalwaterzuivering .

Slide 25 - Tekstslide

Veredelen en fokken
Om voedselproductie te verhogen selecteren boeren de planten met de hoogste productie en planten die onderling verder voort. Dit noemen we veredelen (bij planten) en fokken (bij dieren).

Veredelen en fokken worden ook gebruikt om genetische eigenschappen van organismen te veranderen. 


Slide 26 - Tekstslide

Zelf werken
Uitwisselen met klasgenoot.
Kun je:
  • methodes beschrijven om een optimale voedselproductie te krijgen?
  • de oorzaken, gevolgen van en enkele oplossingen voor eutrofiëring benoemen?

Klaar? 
Lezen
BS 7 (blz. 166 t/m 168)
Maken
BS 7 opdr. 61 t/m 66

Slide 27 - Tekstslide

Sterke toename van mineralen in het water
Een sterke algengroei in het water
Het selecteren op gunstige eigenschappen en onderling voortplanten van planten
Het ophopen van gifstoffen door de voedselketen
Vorm van bestrijding waarbij gebruik wordt gemaakt van natuurlijke vijanden
Zet de begrippen op de juiste plaats in de tabel.
Veredelen
Eutrofiëring
Waterbloei
Biologische bestrijding
Accumulatie

Slide 28 - Sleepvraag

Autotroof
Heterotroof
Fotosynthese
Afhankelijk van andere organismen voor voedsel
Producenten
Consumenten
Bloedgroenkorrels
Omnivoor, carnivoor, herbivoor
Zelfvoedend; maken energie/voedsel voor hele voedselketen

Slide 29 - Sleepvraag