4.1 Nederland geheel geordend

§4.1 Nederland geheel geordend 

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

§4.1 Nederland geheel geordend 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
(17) de sociaal- culturele en demografische ontwikkeling van
        de Nederlandse steden beschrijven 
vanaf 1800 tot heden;

(18) een buurtprofiel opstellen;

Slide 2 - Tekstslide

Benodigde voorkennis 
Je weet wat (sub)urbanisatie is;
Je weet wat push- en pull factoren zijn;
Je weet wat vinex-wijken zijn;
Je weet wat gentrificatie is;

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Stad van NL
  • 90% van NL woont tegenwoordig in stedelijk gebied.
  • Vanaf 1870 ontstaan van veel steden in NL
  • Waarom?

Slide 5 - Tekstslide

Urbanisatie
  • Stad groeide
  • Woonwijken uit de grond gestampt
  • Woonwijken waren niet vaak schoon, dicht op elkaar gebouwd en dichtbij de fabrieken
  • Na 1901 woning wet met eisen voor woningkwaliteit

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Na WOII
  •     Na WOII ruimte gebruik in stad
  •     Verhuizing naar     
            randgemeenten stad
  •     Stad groeit vast aan dorpen
  •     Rol auto bezit
  •     Ruimte voor kinderen

Twee begrippen, welke?
- suburbanisatie
- seletieve migratie

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen van suburbanisatie
  • Vertrekoverschot
  • Welke groep bleef denk je achter?
  • Migranten gingen in de stad wonen
  • Tweedeling stad: 'verwaarloosde' wijken en 'goede' wijken
  • Binnenstad meer werkfunctie dan woonfunctie
  • Ontstaan files --> toename mobiliteit
  • Minder open ruimtes
Toename ruimtelijke segregatie

Slide 14 - Tekstslide

Vraag naar woningen
  • gezinsverdunning
  • huishoudensverdunning
  • lagere woningdichtheid

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Reactie: Groeikernenbeleid: gebundelde deconcentratie en stadsvernieuwing
  • Om verstedelijking rondom landelijke gebieden van stad tegen te gaan --> gebundelde deconcentratie (1974)
  • Buiten groene hart
  • Stedelijke vernieuwing oude woonwijken
  • Korte duur door crisis



Groeikernen
Groeisteden

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Compacte stad (v.a. 1980)
Rijke mensen gingen stad uit
Plan om ze in de stad te houden

O.a. voormalige fabrieksterreinen (herstructurering)
Nieuwbouw op open plekken binnenstad 
Tegen de stad aan (Vinexwijken)

  1. luxe woningen
  2. hoog voorzieningenniveau

Slide 20 - Tekstslide

Vinex wijk
Vooral midden- en hoge klasse

Slide 21 - Tekstslide

Stedelijke vernieuwing
Wijken met slechte leefbaarheid

Stedelijke vernieuwing
Verbetering van achterstandswijken door aandacht te besteden aan drie aspecten: kwaliteit van de woningen, kwaliteit van de leefomgeving en problematiek van de bewoners

Slide 22 - Tekstslide

Drie aspecten
  1. Vernieuwing van woningen
  2. Veiligheid --> sociale cohesie
  3. Aandacht voor bewoners

Slide 23 - Tekstslide

Herstructurering
Proces waarbij een verouderd en verloederd gebied in de stad planmatig en meestal grootschalig wordt vernieuwd, zodat het voldoet aan huidige eisen op het gebied van wonen, werken, recreëren en mobiliteit. 

Vaak verandert daardoor de functie van het gebied.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Gentrification
Het proces van opwaardering van een buurt of stadsdeel op sociaal, cultureel en economisch gebied, het aantrekken van kapitaalkrachtige nieuwe bewoners/gebruikers en de daarmee gepaard gaande verdrijving van de lagere klassen uit het stadsdeel.

Slide 26 - Tekstslide

Gentrificatie

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

5

Slide 30 - Video

01:40
Welke bewonerskenmerken hebben Yuppen en Dinky's gemeen?
A
Laag inkomen en niet HO of WO opgeleid.
B
Hoog inkomen en niet HO of WO opgeleid.
C
Hoog inkomen en HO of WO opgeleid.
D
Geen.

Slide 31 - Quizvraag

02:30
Wat is een gevolg van gentrification?
A
Toename sociale cohesie.
B
Oorspronkelijke inwoners van de wijk verdwijnen.
C
Het voorzieningenniveau in de wijk stijgt.
D
Het gemiddelde inkomen in de wijk neemt toe.

Slide 32 - Quizvraag

05:23
Vestia is een woningbouwvereniging of woningcorporatie. Wat is dat?
A
Instelling die sociale woningen in een plaats beheerd.
B
Woningen die samenwerken in een vereniging.
C
Vereniging waarin bewoners van sociale huurwoningen samenwerken.
D
Vereniging die woningen bouwt.

Slide 33 - Quizvraag

08:44
Waarom zouden de bewoners graag terugkeergarantie willen?

Slide 34 - Woordweb

09:46
Wat vind jij:
Nieuwkomers moeten uit de wijk geweerd worden.
A
Eens
B
Oneens

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Lezen en verwerken
Lezen paragraaf 4.1

Maken opgaven 3, 6 en 7

15 minuten 
straks nabespreken

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide