Spelling 9.3.3.

spelling blok 9 week 3 les 3
grammatica, werkwoorden en dictee
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

spelling blok 9 week 3 les 3
grammatica, werkwoorden en dictee

Slide 1 - Tekstslide

Je bent de bal vergeten.

De persoonsvorm is:
A
vergeten
B
de bal
C
je
D
bent

Slide 2 - Quizvraag

Je bent de bal vergeten.

Het werkwoordelijk gezegde is:
A
je bent
B
de bal
C
bent vergeten
D
bent de bal vergeten

Slide 3 - Quizvraag

Je bent de bal vergeten.

Je is ...

Slide 4 - Open vraag

Veel vogels hebben vrolijke kleuren.

De persoonsvorm is:
A
kleuren
B
vrolijke
C
hebben
D
vogels

Slide 5 - Quizvraag

Veel vogels hebben vrolijke kleuren.

Het werkwoordelijk gezegde is:
A
veel vogels
B
hebben kleuren
C
hebben
D
vrolijke

Slide 6 - Quizvraag

Veel vogels hebben vrolijke kleuren.
Wat is het onderwerp?

Slide 7 - Open vraag

Veel vogels hebben vrolijke kleuren.

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 8 - Open vraag

Zet de zin in de tegenwoordige tijd.
Verslond je hond het voer?

Slide 9 - Open vraag

Zet de zin in de voltooide tijd.
Verslond je hond het voer?

Slide 10 - Open vraag

In welke tijd staat deze zin?
Heb je het gebraden?
A
tegenwoordige tijd
B
voltooide tijd
C
verleden tijd

Slide 11 - Quizvraag

Zet de zin in de tegenwoordige tijd.
Heb je het gebraden?

Slide 12 - Open vraag

Zet de zin in de verleden tijd.
Heb je het gebraden?

Slide 13 - Open vraag

Rik zegt: 'Ik ga op reis en neem mee: mijn borstel, mijn gestreepte bal en mijn twee huisdieren.'

Hoeveel zelfstandige naamwoorden staat er in deze zin?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 14 - Quizvraag

Rik zegt: 'Ik ga op reis en neem mee: mijn borstel, mijn gestreepte bal en mijn twee huisdieren.'
Welk zelfstandig naamwoord staat in het meervoud?

Slide 15 - Open vraag

Rik zegt: 'Ik ga op reis en neem mee: mijn borstel, mijn gestreepte bal en mijn twee huisdieren.'
Typ het persoonlijk voornaamwoord:

Slide 16 - Open vraag

Rik zegt: 'Ik ga op reis en neem mee: mijn borstel, mijn gestreepte bal en mijn twee huisdieren.'
Mijn is een ...

Slide 17 - Open vraag

Welke voegwoorden ken je?

Slide 18 - Woordweb

Welke voorzetsels ken je?

Slide 19 - Woordweb

Dicteewoord 1

Slide 20 - Open vraag

Dicteewoord 2

Slide 21 - Open vraag

Dicteewoord 3

Slide 22 - Open vraag

Dicteezin 1

Slide 23 - Open vraag

Dicteezin 2

Slide 24 - Open vraag

Dicteezin 3

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide