Present perfect

Present perfect 
You learn...:
To tell in what situations you use the present perfect
To create your own sentence
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Present perfect 
You learn...:
To tell in what situations you use the present perfect
To create your own sentence

Slide 1 - Tekstslide

Ik heb mijn huiswerk
afgemaakt

Slide 2 - Woordweb

I have finished my homework
A
Iets is in het verleden een tijdje bezig geweest
B
Als iets nog moet gebeuren
C
Het is in het verleden gebeurd, niet belangrijk wanneer

Slide 3 - Quizvraag

Ik woon hier
sinds vorig jaar

Slide 4 - Woordweb

I have lived here since last year
A
Iets is gebeurd, niet belangrijk wanneer
B
Iets is begonnen, nog steeds bezig
C
Iets is in het verleden gebeurd, nu klaar

Slide 5 - Quizvraag

Ik heb mijn kamer nog niet schoongemaakt

Slide 6 - Woordweb

I haven't cleaned my room yet
A
Iets is gebeurd, niet belangrijk wanneer
B
Iets is nog niet gebeurd
C
Iets is in het verleden gebeurd, nu klaar

Slide 7 - Quizvraag

Present perfect
Iets is in het verleden gebeurd, niet belangrijk wanneer 
Iets is in het verleden begonnen, is nog bezig (for/since)
Iets is nog (net) niet gebeurd (yet)

Slide 8 - Tekstslide

Vorm
  • Have of has (he / she / it) + voltooid deelwoord
  • Voltooid deelwoord:
  1. regelmatig: werkwoord + ed  (have finished)
  2. onregelmatige vorm: CB p. 149, 3e rijtje (have seen)

Slide 9 - Tekstslide

Gisteren heb ik mijn
huiswerk afgemaakt

Slide 10 - Woordweb

Yesterday I finished my homework
A
Iets is gisteren begonnen, nog bezig
B
Iets was gisteren even aan de gang
C
Iets is gisteren gebeurd, nu klaar

Slide 11 - Quizvraag

Past simple
Iets is in het verleden gebeurd, belangrijk wanneer
VB: yesterday, last week, a year ago
Yesterday I finished my homework

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Last week I studied for a test
A
present perfect
B
past simple
C
D

Slide 14 - Quizvraag

I ______ my sister when I was young
A
don't like
B
didn't like
C
wasn't liking

Slide 15 - Quizvraag

She ______ a lot of pictures yet
A
has taken
B
hasn't taken
C
didn't take
D
took

Slide 16 - Quizvraag

______ she ________ enough breakfast already?
A
Has eaten
B
Does eat
C
Did eat

Slide 17 - Quizvraag

I ... to my teacher yet (not - talk)

Slide 18 - Open vraag

____ you ____ (see) your friends last summer?

Slide 19 - Open vraag

Translate the sentence: We hebben nieuwe boeken gekocht

Slide 20 - Open vraag

In welke 3 situaties
gebruik je de present perfect

Slide 21 - Woordweb

Afgelopen zondag sliep ik te laat

Slide 22 - Open vraag

Practise
Ex. 15 + 16

Slide 23 - Tekstslide

Write down what
you did yesterday

Slide 24 - Woordweb

I haven't cleaned my room yet
A
In verleden gebeurd
B
Iets is nog niet gebeurd
C
Iets gaat gebeuren over een jaar

Slide 25 - Quizvraag

Hoe maak je de present perfect?
A
am/are/is + ww + ing
B
Hele werkwoord
C
Have/has + voltooid deelwoord
D
werkwoord + ED

Slide 26 - Quizvraag

Create your own sentence in the present perfect

Slide 27 - Open vraag

Practise: 
Ex. 16 WB p. 55

Slide 28 - Tekstslide

Which sentence is written in the present perfect?
A
We are doing our homework right now
B
We have done our homework
C
We did our homework yesterday
D
We do our homework everyday

Slide 29 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de present perfect?

Slide 30 - Open vraag

Hoe ziet de vorm eruit?

Slide 31 - Open vraag

Signaalwoorden
present perfect

Slide 32 - Woordweb

... your friend ... to the supermarket? (go)

Slide 33 - Open vraag

Wij hebben sinds vanochtend niks meer gegeten

Slide 34 - Open vraag

Create your own sentence in the present perfect

Slide 35 - Open vraag