herhaling h1-5

Goedemorgen
😒🙁😐🙂😃
1 / 39
volgende
Slide 1: Poll
BedrijfsadministratieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels
- Geen telefoons op tafel
- Oortjes uit
- Petten af
-Jassen uit
- Geen huiswerk= geen toegang
- Te laat? Volgend lesuur naar binnen
 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat het op de balans? 
(sleep de begrippen naar het rode kader)
debetzijde
creditzijde
eigen pand
lening van ouders
lening van bank
eigen vermogen
inventaris
voorraad goederen

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de rechterzijde van de balans ?
timer
1:00
A
Liquide middelen
B
Passiva
C
Debet
D
Activa

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de balans altijd in evenwicht?
Of zijn er uitzonderingen
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een balans is een overzicht van
A
bezit, schuld en vreemd vermogen.
B
bezit, winst en vreemd vermogen.
C
bezit, schuld en eigen vermogen.
D
bezit, winst en eigen vermogen.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke stelling klopt niet ?
A
een balans is altijd in evenwicht
B
een balans is een momentopname
C
heeft een debetzijde en een creditzijde
D
wordt altijd opgemaakt op 31 december

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat het Eigen vermogen op de balans?
A
De linkerkant ( debet)
B
De rechterkant (credit)
C
De linkerkant (credit)
D
De rechterkant (debet)

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De rechterkant van de balans heet
A
Rechts
B
Creditzijde
C
bezit
D
Activa

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De linkerkant van de balans wordt ook wel passiva genoemd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen wij de linkerkant van de balans?
A
Debet
B
Credit

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke balanspost zetten we de debiteuren
A
Vaste activa
B
Eigen Vermogen
C
Liquide middelen
D
Vlottende activa

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

credit
eigen
vermogen
schulden
bezittingen
Debet

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Liquide middelen
Vaste activa
Vlottende activa
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Gebouw
Bedrijfsterrein
Rabobank rekening
Kas
Debiteuren
Aandelen
Lening (5 jaar)
Hypothecaire lening
Crediteuren
Lening (<1 jaar)

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is een voorbeeld van vaste activa?
A
Bedrijfscomputer
B
Voorraad
C
Crediteuren
D
Debiteuren

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een langlopende lening?
A
Crediteuren
B
Banklening
C
Hypothecaire lening
D
Schuld vriend

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je het eigen vermogen?
A
Schulden-bezittingen
B
Bezittingen- Schulden
C
Eigen vermogen + Bezittingen
D
Debet- Credit

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij een bezitting?
A
Crediteuren
B
Debiteuren
C
Bank
D
Kas

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen voorbeeld van kort vreemd vermogen?
A
Crediteuren
B
Af te dragen BTW
C
Hypothecaire lening

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van vaste activa?
A
gebouwen
B
voorraden
C
debiteuren
D
crediteuren

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

leveranciers die wij nog moeten betalen omdat we iets bij hun hebben gekocht zijn...
A
debiteuren
B
crediteuren
C
langlopende schulden
D
voorraad

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedragen op de rekening kas en bank samen zijn.
A
permanent vermogen
B
Financiële vaste activa
C
Liquide middelen
D
Rekening courant

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke balansmutaties vinden er plaats?
Als:
De onderneming verkoopt goederen op rekening voor €14.200. De inkoopwaarde is €9.400.
A
Debiteuren +€14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800
B
Debiteuren -€14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800
C
Debiteuren +€14.200 Voorraad -€14.200
D
Debiteuren +14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen-€4.800

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De rekening van voorraad wordt tijdens het open van een grootboek...
A
gecrediteerd
B
gedebiteerd

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welk soort rekening behoort de grootboekrekening Administratiekosten
A
bezit
B
schuld
C
eigen vermogen
D
hulprekening van het eigen vermogen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke grootboekrekening is een voorbeeld van bezit?
A
Eigen vermogen
B
Crediteuren
C
Bank
D
Energiekosten

Slide 27 - Quizvraag

C Bank (staat aan de linker kant van de balans = bezit) 
Welke grootboekrekening is een voorbeeld van een HEV?
A
Energiekosten
B
Voorraad
C
Crediteuren
D
Inventaris

Slide 28 - Quizvraag

A Energiekosten (zorgt voor een toe- of afname van het eigen vermogen).


Alle grootboekenrekeningen bij elkaar noem je
A
Het grootboek
B
de balans
C
de financiële feiten
D
boekingen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De rekening van crediteuren wordt tijdens het open van een grootboek...
A
gecrediteerd
B
gedebiteerd

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Liquide middelen
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Vaste activa
Vlottende activa

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke categorie valt een hypothecaire lening?
A
Liquide middelen
B
Eigen vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Kort vreemd vermogen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het eigen vermogen (EV) bereken je door de het vreemd vermogen (VV) van het totale vermogen (TV) af te trekken:
EV = TV - VV
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rubriek 0, 1, 2, 7 horen bij...
A
Proefbalans
B
Saldibalans
C
Winst en verliesrekening
D
Eindbalans

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rubriek 4, 8 en 9 horen bij...
A
Proefbalans
B
Saldibalans
C
Winst en verliesrekening
D
Eindbalans

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen die nog onduidelijk zijn?

Slide 37 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat? stensel Journaliseren en balans opstellen
Hoe? In tweetallen of alleen
Hulp? Vraag eerst aan je buurman of buurvrouw, vervolgens vraag de docent
Tijd: tot 10:00
Uitkomst: geen huiswerk
Klaar? vraag docent om antwoordmodel

Slide 38 - Tekstslide

Leerlingen worden aan de slag gezet door middel van een visueel WHHTUK-model.
Hoe vonden jullie de les gaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

Deze slide heeft geen instructies