2.3 De sociale kwestie

2.3 De sociale kwestie
Werken en wonen als een fabrieksarbeider
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2.3 De sociale kwestie
Werken en wonen als een fabrieksarbeider

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je:

Uitleggen waarom het leven van de fabrieksarbeider erg zwaar was.

Uitleggen wat de sociale kwestie is.

Uitleggen hoe de situatie van de arbeiders iets verbeterde. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

https://schooltv.nl/video/vroeger-zo-kinderarbeid/#q=kinderarbeid

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken in de fabriek
  • Nieuwe technieken zorgen voor meer voedselproductie.
       - Machines doen intrede in de landbouw.
       - Nieuwe technieken zorgen voor betere productie.

  • Hierdoor zijn er minder landarbeiders en boeren nodig in voedselproductie.
       - Mensen op het platteland raken hun baan kwijt..

  • Maar door industrialisatie worden nieuwe werkplekken gecreëerd in fabrieken.
       - Machines moeten bedient worden.
       - Geen scholing nodig, dus iedereen kan er werken.



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fabriekseigenaren willen veel winst maken. Wat kan een manier zijn om veel geld over te houden als fabrieksdirecteur?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De werkomstandigheden

  • Arbeiders hadden slechte arbeidsomstandigheden:
      - Twaalf/veertien uur werken per dag
      - Zes dagen per week
      - Lage lonen
      - Kinderarbeid om rond te kunnen komen
      - Gevaarlijke en ongezonde werkomgeving


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onveilig werk
  • Het werk dat de fabrieksarbeiders moesten doen was erg zwaar, onveilig en eentonig.
      - Steeds dezelfde handelingen uitvoeren achter de machine.
      - Op een hoog tempo moest worden doorgewerkt.
      - Geen veiligheidsvoorschriften, waardoor de machines erg gevaarlijk konden zijn.
      - Vieze en soms zelfs giftige werkplekken, waardoor veel arbeiders ziek werden.

  • Ook gingen fabrieksopzichters slecht om met hun arbeiders.
      - Kon een arbeider geen goed werk meer leveren, werd deze ontslagen!
  • Er werd niets geregeld om arbeiders op te vangen als ze niet meer konden werken
       - Te oud, invalide, ontslagen, enz
  • Arbeiders werden dan aan hun lot overgelaten. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zouden fabrieksarbeiders hier alsnog gaan werken?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zou je niet gaan klagen bij je baas?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De woonomstandigheden
  • De woonsituatie van de arbeiders was net zo erg als hun werkomstandigheden.
       - Arbeiders vaak te arm om fatsoenlijke woningen te betalen
  • Te kort aan goede woonplekken door snelle verstedelijking
       - In Rap tempo waren zo goedkoop mogelijk woningen neergezet.
       - Vaak van slechte kwaliteit

  • De woningen van de arbeiders waren vaak niet meer dan een aantal vierkante meters
      - Woonden ze vaak met hele gezinnen in één ruimte.
      - Vaak enorm vochtig
      - Weinig daglicht.
      - Geen wc of stromend water. 



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op: De weekinkomsten van een mannelijke arbeider
was ongeveer 900 cent (9 gulden)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verandering?
  • Eind 19e eeuw komt er steeds meer kritiek op de leef- en werkomstandigheden
      - Arbeiders willen verandering!
      - Ook willen zij mee mogen beslissen in de politiek!

  • Probleem: Angst voor ontslag
      - Iedereen heeft zijn baan nodig




Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zouden arbeiders wel kunnen proberen om hun situatie te verbeteren?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie helpt de arbeiders? 
  • Sommige fabrikanten gaven de arbeiders wél wat extra's (soms ook uit eigen belang: een fittere arbeider werkt harder...)

  • Arbeiders gaan staken: dit werkt alleen als iedereen gaat staken, en dat was moeilijk vol te houden

  • Arbeiders gaan samenwerken in vakbonden.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Sociale kwestie
  • Ook de politiek krijgt te horen over de slechte leef- en werkomstandigheden
        - Door protesten en stakingen
        - Ook door bijvoorbeeld verhalen, gedichten

  • Zij noemen dit probleem de Sociale kwestie
       - De discussie over het probleem van de leef- en werkomstandigheden                van de arbeider EN wat de overheid hier aan moet doen.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale wetten
  • Om de arbeiders te helpen ontstaan er langzaam aan sociale wetten
       - Wetten die de zwakkeren beschermen

  • In 1874 komt de eerste sociale wet
       - Het kinderwetje van Samuel van Houten
       - Kinderen t/m 12 jaar mogen niet langer werken in fabrieken

  • Het Kinderwetje is alleen niet heel succesvol…
       - Tot in 1901 de leerplicht komt
  • Kinderen tussen 6 en 13 jaar naar school



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zou het kinderwetje in het begin er niet voor zorgen dat kinderen niet meer gingen werken?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zouden nog meer sociale wetten kunnen zijn die de arbeiders zouden kunnen helpen?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Meer sociale wetten
  • Na het kinderwetje kwamen er langzamerhand meer sociale wetten:
       - Er kwamen kortere werkdagen en iets hogere lonen.
       - Er werden veiligheidswetten ingesteld voor in de fabrieken.
       - Er kwamen uitkeringen voor mensen die werkloos of arbeidsongeschikt            werden.
       - Er werden woningwetten ingevoerd waardoor er betere                                              arbeiderswoningen kwamen.
       - Er kwamen ondergrondse riolen in plaats van bovengrondse.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit op welke manier jij vandaag nog profijt hebt van de sociale wetten.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakte het leven van de arbeiders tijdens de industriële revolutie zo zwaar?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de sociale kwestie?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manier konden arbeiders proberen hun situatie te verbeteren?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een sociale wet?

Slide 25 - Open vraag

1 , 3-5, 31-47
Geef eens een voorbeeld van een sociale wet

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies