Leerjaar 1 kader/GL, 1.4 cilinder, kegel en cirkel (G&R 13e editie)

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Aan het einde van deze les:

• Kun je een cilinder, een kegel en hun uitslagen herkennen.
• Kun je een cirkel tekenen.

Boekcontrole 1.3.

Cirkel en cirkel tekenen.

Een cirkel heeft

• een middelpunt
• een straal
• een diameter

• Een ander woord voor diameter is middellijn.

• Bij het middelpunt staat een hoofdletter. Hiernaast is dat de letter M.

• De diameter of middellijn loopt van de ene kant van de cirkel door het middelpunt M naar de andere kant van de cirkel.
• Een straal loopt van het middelpunt naar de rand van de cirkel.
• De straal past 2x in de diameter.

• Voor het tekenen van een cirkel gebruik je een passer.
• De plaats waar de metalen punt van je passer staat, wordt het middelpunt van de cirkel.
• De afstand tussen de metalen punt en de potloodpunt is de straal.

Waar bestaat een cilinder uit?

1. 2 rechthoeken en een gebogen vlak
2. 3 cirkels en een rechthoek
3. 2 cirkels en een rechthoek
4. 2 cirkels en een gebogen vlak

Dit is de...?

1. Diameter
2. Straal

Zie je in dit plaatje de straal of de diameter?

1. straal
2. diameter

De diameter is..

1. Hetzelfde als de straal
2. 2 keer de straal

Teken een cirkel met middelpunt M en een diameter van 6 cm.
Teken de diameter in de cirkel.

Hieronder zie je zes piramiden.

• Het grondvlak van de piramiden is blauw gekleurd en ligt altijd tegenover de top.
• Je ziet de dat een piramide niet altijd op het grondvlak staat. 
• De top is dus niet altijd bovenaan. 

Wat heb je deze les geleerd?

• Je een cilinder, een kegel en hun uitslagen herkennen.
  
• Je kunt een cirkel tekenen.

Huiswerk

Maken de volgende opdrachten van H1
65, 67, 68, 74, 76, 78, 87, 89, 91, 92 

In je schrift.