Formuleren H3 fouten met beknopte bijzin

Formuleren
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Foutief beknopte bijzin
Wat is een bijzin?
Wat is een beknopte bijzin?
Wat is een foutief beknopte bijzin?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan: 
  • foutieve beknopte bijzinnen herkennen en verbeteren.

Slide 3 - Tekstslide

Bijzin
  • Toen de trein op het perron aankwam, stond het daar helemaal vol met forensen. 
  • Omdat we morgen een proefwerk hebben, ga ik vanmiddag heel hard leren. 
  • Ik blijf vandaag voor de zekerheid thuis, omdat ik gisteren pijn in mijn keel had.  

Slide 4 - Tekstslide

Bijzin
* Toen de trein (ow) op het perron aankwam (pv), stond het daar helemaal vol met forensen. 
* Omdat we (ow) morgen een proefwerk hebben (pv), ga ik vanmiddag heel hard leren. 
*Ik blijf vandaag voor de zekerheid thuis, omdat ik (ow) gisteren pijn in mijn keel had (pv).  

Slide 5 - Tekstslide

Beknopte bijzin
1. Zwervend door Griekenland, kwam Oedipus op een driesprong zijn vader tegen. 
2. Op het strand aangespoeld, kreeg hij gelijk een deken om zich heen.  
3. Om een hoog cijfer te krijgen, moest hij echt een middagje blokken. 

Slide 6 - Tekstslide

Beknopte bijzin
1. Zwervend door Griekenland, kwam Oedipus op een driesprong zijn vader tegen. (Oedipus zwierf)
2. Op het strand aangespoeld, kreeg hij gelijk een deken om zich heen.  ('hij' spoelde aan)
3. Om een hoog cijfer te krijgen, moest Jantine echt een middagje blokken. ('Jantine' wil een hoog cijfer)

Slide 7 - Tekstslide

Voorwaarde!
Je mag het onderwerp wel uit een beknopte bijzin weglaten, maar er is wel één voorwaarde:

Het weggelaten onderwerp is uit de bijzin is hetzelfde onderwerp als het onderwerp uit de hoofdzin. 

Slide 8 - Tekstslide

Standaardfoutenlijst
  • Dubbelop (vijf soorten: herhaling, dubbele ontkenning, pleonasme, tautologie, contaminatie)
  • Verwijswoord (onduidelijk verwijswoord, foutief verwijswoord)
  • Incongruentie  (onderwerp en persoonsvorm zijn niet goed op elkaar afgestemd)
  • Dat/als-constructie 
  • Foutieve samentrekking (twee zinnen zijn foutief samengetrokken)
  • Onjuist beknopte bijzin (de beknopte bijzin is ten onrechte beknopt)
  • Onjuist begrenzen van zinsgedeeltes
  • Onjuiste inversie (verkeerde volgorde persoonsvorm en onderwerp)
  • Geen symmetrie (zinsdelen met andere grammaticale vorm opgesomd)

Slide 9 - Tekstslide

Foutief beknopte bijzin
1. Dromend van zijn vriendin, stond de lantaarnpaal ineens in de weg en stootte hij zijn hoofd. 
ow hoofdzin = de lantaarnpaal
ow bijzin= 'hij'
2. In het stadion aangekomen, bleken de ballen allemaal lek.
ow hoofdzin = de ballen
ow bijzin = het elftal (of wij)

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
H3 Formuleren blz. 98-99
maken opdracht 1

Als je daarmee klaar bent, ga je verder met opdr. 3 en 4. (huiswerk week 16)

Na 10 minuten kijken we samen opdracht 1 na.
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Na te zijn overleden op 1 januari jongstleden, brachten wij onze opa naar zijn laatste rustplaats.
A
correct
B
niet correct

Slide 12 - Quizvraag

Na koffie te hebben gedronken in Hamburg, reed de bus richting Denemarken.
A
correct
B
niet correct

Slide 13 - Quizvraag

Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd.
A
correct
B
niet correct

Slide 14 - Quizvraag

Op onze vakantiebestemming aangekomen, vielen de mussen van het dak.
A
correct
B
niet correct

Slide 15 - Quizvraag

Lekker in onze stoelen liggend, dronken we het koude bier.
A
correct
B
niet correct

Slide 16 - Quizvraag

Na drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open.
A
correct
B
niet correct

Slide 17 - Quizvraag

Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
A
correct
B
niet correct

Slide 18 - Quizvraag