In het onderwijs draait het niet altijd om goed of fout. Soms wil je vooral dat leerlingen nadenken, keuzes maken en hun mening onderbouwen. De werkvorm Sleepvragen zonder goed/fout antwoord is hiervoor ideaal. Door leerlingen items te laten verslepen zonder vaststaand antwoord, ontstaat ruimte voor discussie, samenwerking en reflectie.
Instructies
Wat is het?
Een Sleepvraag zonder goed/fout antwoord is een interactieve opdracht waarbij leerlingen afbeeldingen, begrippen of symbolen slepen naar een plek op het scherm — zonder dat er één juist antwoord is. Het doel is om leerlingen hun mening te laten geven, een inschatting te maken of verbanden te leggen vanuit hun eigen perspectief. Denk aan een schaal van ‘eens’ tot ‘oneens’, een indeling op gevoel of een persoonlijke keuze. Je kunt deze werkvorm bijvoorbeeld gebruiken om gesprekken op gang te brengen of inzicht te krijgen in denkpatronen van leerlingen.
Wat maakt deze werkvorm zo krachtig?
Deze werkvorm nodigt uit tot denken, kiezen en onderbouwen. Omdat er geen goed of fout is, voelen leerlingen zich vrijer om hun eigen standpunt in te nemen. Het verlaagt de drempel om mee te doen, zeker voor leerlingen die onzeker zijn bij traditionele quizvragen. Daarnaast stimuleert het gesprekken in de klas: waarom heeft iemand iets op een bepaalde plek gezet? Hoe denken anderen daarover?
Hoe maak je het?
Hoewel LessonUp standaard vraagt om een goed antwoord bij sleepvragen, kun je dit slim omzeilen door te werken met ‘verplaatsbare’ onderdelen op een gewone slide. Zo doe je dat:
Maak een normale slide aan.
Voeg afbeeldingen of hotspots toe.
Klik op het onderdeel en vink in de instellingen ‘Verplaatsbaar tijdens de presentatie’ aan.
Herhaal dit voor alle onderdelen die leerlingen moeten kunnen slepen.
Vink 'toon bij leerling' tijdens het lesgeven bij deze slide(s).
Zo ontstaat een interactieve slide waar leerlingen op hun eigen device items kunnen verslepen. Je kunt hierbij ook gebruikmaken van een afbeelding als ondergrond, bijvoorbeeld een schaal van ‘eens’ tot ‘oneens’, een tijdlijn of een lege plattegrond.
Hoe zet je hem in?
De sleepvraag zonder goed/fout antwoord is bijzonder flexibel en inzetbaar in verschillende fasen van de les, afhankelijk van je doel. Aan het begin van de les kun je deze werkvorm gebruiken als activerende opener om voorkennis op te halen of om meningen te peilen over een thema. Dit maakt leerlingen direct betrokken en nieuwsgierig naar het onderwerp. In het midden van de les kun je de werkvorm inzetten om stof te verwerken, perspectieven te verkennen of samen te discussiëren over begrippen, begrippenrelaties of maatschappelijke kwesties. Aan het einde van de les is het een krachtig middel voor reflectie: laat leerlingen bijvoorbeeld stellingen slepen naar ‘eens’ of ‘oneens’ na een les over ethische dilemma’s, of laat ze begrippen ordenen van ‘begrijp ik goed’ naar ‘moet ik nog oefenen’.
Wil je deze werkvorm direct toepassen? In deze les staan meerdere voorbeelden voor verschillende vakken, waaronder: burgerschap, Engels, mentorles, Nederlands, beeldende vorming, geschiedenis en verkeer. Zet deze direct in, in jouw les of laat je inspireren. Sla jouw favoriete slide op via de 'Bewaar' knop en pas de lesslides eenvoudig aan voor jouw les.
Onderdelen in deze les
Werkvormen: Praten met citaten
Sleepvragen zonder goed/fout antwoord
Werkvormen
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
1. Grondwet en grondrechten
Welke invloed hebben deze posts op jou?
positief
negatief
Slide 2 - Tekstslide
Sleepvraag
Vraag: Welke invloed hebben deze posts op jou?
Opdracht: Op deze slide staan vijf neppe sociale media posts. Klik onderaan de slide op 'Toon bij leerling'. Laat de leerlingen op hun eigen scherm de posts verslepen naar welke voor hun een positieve of negatieve invloed hebben.
Tip: Klik op de posts om ze te vergroten en de tekst beter te lezen.
Doe: Laat de leerlingen na het invullen met hun buurman in gesprek gaan. Welke antwoorden hadden jullie hetzelfde? Welke waren anders?
OTHELLO
JEALOUSY AND MISTRUST
Most Jealous
Least Jealous
Slide 3 - Tekstslide
Share this on to student devices - the idea is they can drag the characters on to the hexagons.
Alternatively this can be teacher led, with students directing you where they think they should go.
I deliberately made the pattern ambigous to encourage discussion.
Another way is to put students into groups either with their own screen or they can feedback and you can rearrange the characters based on what they say.
Je weet wat je slaap kan verstoren. Dus...hoe goed zorg jij voor jouw nachtrust?
Welke (slaap-)gewoontes herken jij bij jezelf?
Dek de gewoontes die jij herkent bij jezelf af met een slaapmasker.
Kijk eens goed naar het resultaat.
Zorg jij voor een goede nachtrust?
Vast
slaapritme
Gamen
Genoeg
buitenlucht
Social
Media
Werk
Plannen
(Te) Laat
sporten
Rustige
slaapkamer
Nog tot laat eten
Mobiel
naast bed
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Pak hier het zoeklicht
Zoek je tijd
Opdracht#1
Ben jij je tijd wel eens kwijt?
En ben jij je dan ook bewust waar je jouw tijd aan verliest?
Pak het zoeklicht en sleep het over je scherm.
Kan jij de tijd vinden?
Uiterlijk
Lezen
gamen
Muziek
Online
Slapen
Sociale
Vrienden
Winkelen
Sport
Hobby
Buiten
Bank
Dieren
Liefde
hangen
shoppen
media
Je hebt
de tijd!
Scrollen
TV
kijken
Chatten
Familie
Spelletjes
Slide 5 - Tekstslide
Voor de docent
Op deze slide staan allemaal tijdverslinders. Activiteiten waarin de leerlingen veelal veel tijd spenderen. Het is met deze activiteiten vaak lastig de tijd in de gaten te houden.
De slide heeft als doel dat de leerlingen beseffen dat ze op een dag best veel tijd spenderen aan bepaalde zaken.
Met devices:
Laat je de leerlingen deze opdracht individueel of in groepjes op hun eigen device uitvoeren, klik dan in de presentatiemodus op 'Devices in de klas' en vervolgens op 'Toon bij student'.
Zonder devices:
Doe je de opdracht klassikaal op het digibord? Sleep dan zelf met het zoeklicht over de slide en sta stil bij de activiteiten die je tegenkomt.
Of vraag een leerling te slepen. Heeft deze een activiteit in het zoeklicht, bespreek de activiteit en laat een andere leerling verder zoeken.
Stel vragen als:
Herken je de tijdsverslinders op deze slide?
Hoeveel tijd denk jij dat je er per dag aan besteedt?
Raak jij dan ook wel eens de tijd kwijt?
Hoe komt dat? En hoe voel je je daarbij?
Tip 1: Laat de klas eens hun schermtijd checken. Schrikken ze daarvan of hebben ze thuis misschien restricties wat dat betreft? Wat vinden ze van hun schermtijd?
Tip 2: Bereken met de klas eens de gemiddelde schermtijd per dag. Niet om deze te veroordelen, maar puur om een eerlijk gesprek erover te hebben.
Volwassenen vinden schermtijd verloren tijd, maar hoe kijken de kinderen daar tegenaan?
.
Draai driemaal de spinner.
Maak met de drie plaatjes een verhaal.
Slide 6 - Tekstslide
Storybord
Doelen:
Leerlingen leren improviseren en interpreteren.
Leerlingen schrijven met elkaar a.d.h.v. iconen een kort verhaal.
Instructie:
Met 'Storybord' gaan de leerlingen zelfstandig, in twee- of drietallen, aan de slag met het schrijven van een kort verhaal.
- De leerlingen draaien de spinner en verzetten de pion dat aantal stappen op het spelbord.
- De eerst bereikte icoon wordt naar het vak BEGIN versleept.
- De spinner wordt gedraaid en het tweede icoon wordt naar MIDDEN versleept.
- Na de derde keer draaien wordt de bereikte icoon op EIND gezet.
Met deze drie iconen schrijven de leerlingen een kort verhaal.
Deze werkvorm vind je in de LessonUp Academy onder Experts in de les Gamification en valt onder de noemer Ganzenbord.
Carnaval
Maak jouw outfit voor carnaval!
Sleep de verschillende items naar jouw figuurtje.
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Beeld uit...
Slide 8 - Tekstslide
Mozaïek
Extra ideeën inzetbaarheid:
- Maak een indeling voor een klaslokaal/keuken/werkplaats/etc
- Tetris-achtige puzzel
Welke stad heeft de Olympische Spelen het vaakst georganiseerd?
3
Start
Waar werden de eerste moderne Olympische Spelen gehouden?
1
Je hebt een harde sprint getrokken! Klim door naar nummer 12.
2
Hoeveel Nederlandse deelnemers doen er dit jaar mee aan de Olympische Zomerspelen? (-/+ 25)
4
Waar of niet waar? Professionele atleten zijn altijd toegestaan geweest in de Olympische Spelen.
5
Waar of niet waar? Anky van Grunsven is een Nederlandse dressuurkampioen die de enige ruiter is die drie Olympische overwinningen op rij heeft behaald in hetzelfde onderdeel.
7
Waar of niet waar? De winter van 1956 was de enige met zowel de Elfstedentocht als de Olympische Winterspelen.
8
Waar of niet waar? De Olympische Spelen werden altijd elke vier jaar gehouden zonder onderbreking.
9
Waar of niet waar? Alle Olympische sporten zijn al sinds het begin van de moderne Spelen in 1896 ongewijzigd gebleven.
10
Welke Nederlander won de meeste medailles op de Olympische Spelen? Als je dit antwoord fout hebt, glij je terug naar nummer 5.
11
Je gaat als een speer door naar nummer 18.
14
Waar of niet waar? Vrouwen mochten voor 1900 nog niet deelnemen aan de Olympische Spelen.
16
Waar staat de afkorting van de organisatie IOC voor?
18
Waar of niet waar? Atleten leggen een eed af voor ze meedoen aan de Olympische Spelen om eerlijk te spelen.
19
Je mag rustig ademhalen bij nummer 28.
20
Waarmee wordt het Olympisch Vuur altijd aangestoken?
21
In welk jaar mocht Duitsland niet mee doen aan de Olympische Spelen in Londen door de nasleep van de Tweede Wereldoorlog?
22
Waar of niet waar? Gesynchroniseerd zwemmen is geen sport op de Olympische Zomerspelen.
23
In hoeveel landen hebben de moderne Olympische Spelen zich al afgespeeld? (-/+ 5)
24
Waarop zijn de moderne Olympische Spelen gebaseerd? Als je dit antwoord fout hebt, glij je terug naar nummer 21.
25
Je ziet een olifantenpaadje en rent snel door naar nummer 35.
26
Wat vertegenwoordigen de vijf ringen van de Olympische Vlag?
27
Welke Amerikaanse atleet won 8 gouden medailles tijdens de Olympische Spelen van 2008 in Peking?
28
Nederland is zeer succesvol in langebaanschaatsen. Hoeveel medailles hebben we in deze sport gehaald op de Olympische Spelen?
A. Minder dan 120
B. Meer dan 120
29
Welke atleet bekend als "De Vliegende Huisvrouw" won vier gouden medailles op de Olympische Spelen van 1948 in Londen?
30
Waar of niet waar? Voor 1992 mochten professionele atleten niet deelnemen aan de Olympische Spelen.
32
De hoeveelste editie is deze Olympische Zomerspelen in 2024?
33
Vanaf welk jaar werden de Paralympische Spelen gehouden? Was dit:
A. Vanaf 1950
B. Vanaf 1960
C. Vanaf 1970
D. Vanaf 1980
35
Hoe lang duurde de oude Griekse Spelen vroeger?
36
Waar of niet waar? Tussen 1912 en 1945 deden ook kunstenaars mee aan het olympisch toernooi.
37
Dobbel
Welk land heeft de meeste Olympische medailles ooit gewonnen? Als je dit antwoord fout hebt, glij je terug naar nummer 15.
17
Zijn alle landen altijd toegestaan geweest of de Olympische Spelen?
12
Goed of fout? Adolf Hitler was aan de macht tijdens de Olympische Spelen in Berlijn te Duitsland in 1936. Als je dit antwoord fout hebt, glij je terug naar nummer 16.
31
Waar of niet waar? Nederland heeft het meeste aantal Olympische medailles voor schaatsen ter wereld.
6
Waar of niet waar? Tijdens de oude Griekse Olympische Spelen sportten de atleten naakt.
34
In welk land wordt het Olympisch vuur altijd aangestoken?
13
Wanneer werden de eerste oude Olympische Spelen gehouden in Olympia te Griekenland?
15
Finish
Het was een lange tocht, maar je hebt de finish bereikt!
38
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Stel de voorrangsborden samen
De hotspots 1 t/m 8 omschrijven naar welke voorrangsborden we op zoek zijn. Stel het bord samen door een of meer vormen naar het lege vlak onder de hotspot te slepen.
Controleer je voorrangsbord, door op het vinkje te klikken.
Voorrang ten opzichte van naderend verkeer
Bestuurders uit tegengestelde richting moeten je voor laten gaan.
1
Voorrangsweg
Bestuurders uit zijstraten moeten aan jou voorrang verlenen.
2
Voorrangskruispunt
Je nadert een kruising met twee zijwegen, bestuurders op deze zijwegen moeten aan jou voorrang verlenen.
3
Einde voorrangsweg
Bestuurders uit zijstraten hoeven geen voorrang te verlenen.
4
Voorrangskruising zijweg links
Je nadert een kruising met een zijweg van links, bestuurders op deze zijweg moeten aan jou voorrang verlenen.
5
Voorrangsweg buigt af naar links
De weg waar je je op bevindt buigt af naar links. Bestuurders van de twee aansluitende wegen moeten voorrang verlenen.
6
Voorrang verlenen
Je moet hier volledig stilstaan en voorrang verlenen aan bestuurders die op de voor jou kruisende weg rijden.
7
Voorrang verlenen aan fietsers
Je moet hier voorrang verlenen aan fietsers op de kruisende weg. De fietsers kunnen uit twee richtingen komen.
8
Slide 10 - Tekstslide
Voor de docent
Deze werkvorm heeft als titel 'Sleepvragen zonder goed/fout antwoord' en tóch is deze slide wel degelijk opzoek naar het goede antwoord.
Waarom is deze slide dan toch opgenomen in deze les? Omdat het een voorbeeld is dat laat zien hoe je zonder sleepvraag, maar met versleepbare afbeeldingen, de leerlingen het juiste antwoord kunt laten samenstellen. Hadden we dezelfde layout in een sleepvraag gemaakt, dan was het een onoverzichtelijke slide geworden met al die blauwe kaders om de sleepcomponenten. Vandaar de keus voor deze werkvorm.
Uitleg van de werkvorm:
De hotspots 1 t/m 8 omschrijven naar welke voorrangsborden we opzoek zijn.
Leerlingen verslepen aan de hand van de omschrijving elementen uit het groene vlak naar het witte vierkant onder de desbetreffende hotspot.
Hebben ze het bord samengesteld, dan klikken ze op de kleinere hotspot met het vinkje. In de groene cirkel rechtsboven verschijnt een afbeelding van het juiste bord.