Mens en Omgeving Schoonmaak en onderhoud JdW

Mens en omgeving
Schoonmaak en onderhoud 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Mens en omgeving
Schoonmaak en onderhoud 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar 
Welkom klas! In 5 minuten starten we de les!
Jassen uit 
Oortjes in de tas 
Mobiel in de Zakkie
Schoolspullen op tafel 
Laptop dicht op tafel
Tas van tafel 
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les...
Terugblik vorige les...

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen 
  • Je kunt volgens de schoonmaakregels de werkzaamheden uitvoeren
  • Je kunt onderhoudsvoorschriften lezen en interpreteren
  • Je kunt schoonmaakmiddelen en -apparatuur kiezen en gebruiken
  • Je kunt werkzaamheden uitvoeren volgens plan
  • Je kunt schoonmaken en de gebruikte materialen opruimen 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schoonmaak, reinigen en onderhoud
Thuis schoonmaken:
Wie?
Waarom?
Hoe vaak?
Jouw kamer?
schoonmaakmiddelen?
professioneel schoonmaken?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom maken we schoon?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom we schoonmaken

  • Schoonmaken bevordert de hygiëne.
  • Schoonmaken verlengt de levensduur van je interieur.
  • Een schone ruimte is prettiger

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schoonmaak en onderhoud

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schoonmaak en onderhoud
Schoonmaak- en reinigingsmethoden

  • stoffen - droog vuil van kasten of tafels verwijderen
  • stofzuigen - droog vuil van de grond verwijderen
  • dweilen - aangekleefd vuil van de vloer verwijderen
  • ramen zemen
  • ...

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoonmaakregels
  • Eerst opruimen, ruimte goed bekijken 
  • Werk van schoon naar vuil
  • Maak eerst droog schoon, daarna nat
  • Werk van boven naar beneden
  • Maak een nieuw sopje bij het schoonmaken van de keuken en bij de badkamer en het toilet
  • Vuil sop? Maak nieuw sop. Sop na gebruik meteen weggooien i.v.m. hygiëne 
  • Controleer aan het eind de ruimte. Ruim de schoonmaakspullen op.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schoonmaak en onderhoud
Werkvolgorde
Werk van:
  • Van schoon naar vuil,
  • Van hoog naar laag.
  • Van droog naar nat

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus eerst stof afnemen (droog schoonmaken) en daarna stofzuigen (van boven naar beneden werken). Daarna nat reinigen: de vloer dweilen.

Aandachtspunten:
  • Bedenk een vaste route door de ruimte.
  • Gebruik de juiste schoonmaakmaterialen.
  • Gebruik de juiste schoonmaakmiddelen.
  • Werk veilig.
  • Werk ergonomisch.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boek
blz 113 tot 120 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schoonmaak en onderhoud

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoonmaakregels

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

schoonmaak en onderhoud

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schoonmaak en onderhoud
Vuil
  • Droog vuil - zand/hondenharen
     verwijderen (droog): Vegen, stofzuigen, stofwissen, afstoffen 
  • Aangekleefd vuil - modder/koffievlekken
     verwijderen (nat): Met sopje. Boenen, schrobben, dweilen
  • Onzichtbaar vuil - bacteriën in keuken/op toetsenbord 
     verwijderen (desinfecteren): Eerst reinigen daarna   desinfecteren met speciaal schoonmaakmiddel

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reader blz 40
OPDRACHT 1; Inventariseer
- Inventariseer de voorraad schoonmaakmiddelen in het magazijn op school
- Maak een schema met daarin de naam van het product, waarvoor het gebruikt wordt en hoeveel er nog zijn
- Maak in het schema nog een kolom voor 'gewoon gebruik of professioneel gebruik'

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schoonmaak en onderhoud
Ergonomie = verstandig omgaan met je lichaam, letten op een goede houding

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schoonmaak en onderhoud
Schoonmaakplan
= een goede planning waardoor je efficiënt (doelgericht) gaat werken.
In een schoonmaakplan staan de volgende onderdelen:
  • Wat je moet schoonmaken.
  • Wanneer je moet schoonmaken.
  • Hoe je moet schoonmaken.
  • Wie er moet schoonmaken.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schoonmaak en onderhoud
Dagelijks
Wekelijks
Periodiek

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schoonmaak en onderhoud
Schoonmaakmaterialen:

Emmers.
Doekjes.
Schrobber.
Trekker.
Zeem.
Dweil.
Toiletborstel.
Veger/bezem.
Stofzuiger.
Mop

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke schoonmaakmiddelen
Synthetische schoonmaakmiddelen 
Gemaakt van aardolie 
Gemaakt van planten, heet ook wel ecologische schoonmaakmiddelen

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reader blz 40
OPDRACHT 3; Schoonmaken van het aanrecht
- Van welk materiaal is het aanrecht gemaakt
- Welk schoonmaakmiddel past daarbij
- Wat heb je nog meer nodig om een aanrecht schoon te maken
- Pak de juiste spullen
- Ga aan de slag
- Heb je het aanrecht ook droog gemaakt?
- Waarmee heb je het aanrecht droog gemaakt?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schoonmaak en onderhoud
Milieuvriendelijk
Biologisch afbreekbare schoonmaakmiddelen:
  • Ossengalzeep (verwijdert vlekken)
  • soda (vervanger van chloor)
  • groene zeep (allesreiniger en vlekverwijderaar)
  • schoonmaakazijn ( ontkalker, ramen wassen, vloeren)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schoonmaak en onderhoud
Etiketten
Schoonmaakmiddelen kunnen gevaarlijke stoffen bevatten. Op het etiket wordt via pictogrammen de gevaren van een schoonmaakmiddel aangegeven.

Pictogram= Een afbeelding die snel iets duidelijk maakt.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

schoonmaak en onderhoud
schoonmaakmiddelen

  1. Reinigingsmiddelen= Een middel om het zichtbare vuil te verwijderen.
    Gebruiken voor alle oppervlakten en materialen.
    Voorbeeld: allesreiniger
  2. Desinfecteermiddelen= Een middel waarmee je onzichtbare vuil verwijdert. Het doodt micro-organismen (bacteriën en schimmels)
    Voorbeeld: chloor

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is chloor een milieuvriendelijk schoonmaakmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een voorbeeld van een natuurlijk schoonmaakmiddel
A
Allesreiniger
B
afwasmiddel
C
Spiritus
D
Groene zeep

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk schoonmaakmiddel is biologisch afbreekbaar
A
Ossengalzeep
B
Chloor
C
Groene zeep
D
Soda

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de afbeeldingen en tekst naar de juiste schoonmaakmiddelen
Desinfecteermiddelen
Reinigingsmiddelen
Onderhoudsmiddelen
Om een beschermlaagje aan te brengen

Om aangekleefd vuil los te maken

Om micro-organismen (bacteriën) te doden

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij wat?
Slaapkamer stofzuigen
Schoonmaken met een doek waarin schoonmaakmiddel is verwerkt
Ramen wassen
Oppervlak reinigen met alcohol
Nat schoonmaken
Droog schoonmaken
Desinfecteren
Klamvochtig schoonmaken

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reader blz 40

OPDRACHT 2
- Kijk op internet
- Zoek 15 verschillende schoonmaakmiddelen 
- Maak een schema met daarin de naam van het product, waarvoor het gebruikt wordt en welke gevarenpictogram deze hebben

Doe dit in tweetallen

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie invullen

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les

  • ...
  • ...
  • ... 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ben je blij met het resultaat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin af
Dit leerde ik tijdens de les .....
Dit ging goed ......
Dit vind ik nog moeilijk.....

Slide 38 - Open vraag

Les 2