Signaalwoorden deel 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Signaalwoorden deel 1

Oefenen met de tekstverbanden en signaalwoorden

Wat is het signaalwoord? Hij is allergisch voor katten, toch werkt hij in een dierenpension.

Wat is het tekstverband? Hij is allergisch voor katten, toch werkt hij in een dierenpension.

Wat is het signaalwoord?
Daar verzorgt hij onder andere katten

Wat is het tekstverband?
Daar verzorgt hij onder andere katten

Wat is het signaalwoord?
Ook maakt hij de hokken en stallen schoon

Wat is het tekstverband?
Ook maakt hij de hokken en stallen schoon

Wat is het signaalwoord?
Hij is dus breed inzetbaar

Wat is het tekstverband?
Hij is dus breed inzetbaar

Wat is het signaalwoord?
Desondanks laat hij het liefst de honden uit.

Wat is het tekstverband?
Desondanks laat hij het liefst de honden uit.

Geef van het volgende verband 3 signaalwoorden: voorbeeld

Geef van het volgende verband 3 signaalwoorden: conclusie

Geef bij het signaalwoord aan om welk tekstverband het gaat:
ten slotte

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Conclusie
4. Voorbeeld

Geef bij het signaalwoord aan om welk tekstverband het gaat:
Echter

1. Conclusie
2. Tegenstelling
3. Voorbeeld
4. Opsomming

Geef bij het signaalwoord aan om welk tekstverband het gaat:
Kortom

1. Conclusie
2. Tegenstelling
3. Voorbeeld
4. Opsomming