Thema 4 B2&B3

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 2 Bouw van botten
Leerdoelen
- Je kunt de bouw van botweefsel en kraakbeenweefsel beschrijven.
-Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Kraakbeenweefsel is stevig en heel buigzaam
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Botweefsel is heel stevig en een klein beetje buigzaam
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

B2 Bouw van botten
Botten bestaan uit kalkzouten en collageen (lijmstof).
Kalkzouten; geven stevigheid aan het botweefsel
Collageen; zorgt ervoor dat botweefsel een beetje buigzaam blijft.
Botten van kinderen bevatten veel collageen (lijmstof), als je ouder wordt neemt de hoeveelheid collageen af en hoeveelheid kalkzouten toe.

Slide 6 - Tekstslide

B2 Bouw van botten
In het skelet komen 2 typen weefsel voor: 
Tussen de cellen van beide weefsels zit tussencelstof. 
1. kraakbeenweefsel; weefsel dat stevig en goed buigzaam is. Tussencelstof is vooral collageen (lijmstof) daardoor is kraakbeen buigzaam.
2. botweefsel; weefsel dat heel stevig is en een beetje buigzaam. De tussencelstof van bot bestaat vooral uit kalkzouten en collageen. Daardoor is botweefsel hard en niet buigzaam.

Slide 7 - Tekstslide

B2 Bouw van botten
Schedelbeenderen van een baby zitten niet aan elkaar vast, er zit ruimte tussen=> fontanellen. Na 1,5 jaar zijn de ruimten dichtgegroeid. Door de fontanellen kan de schedel van de baby zich tijdens de geboorte aanpassen aan de vorm van het geboortekanaal. Verder geven de fontanellen de hersenen van de baby ruimte om te groeien.

Slide 8 - Tekstslide

Basisstof 3 Beenverbindingen
Leerdoelen
- Je kunt de beenverbindingen beschrijven
- Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven
- Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Welke beenverbindingen is 1
A
vergroeid
B
naadverbinding
C
kraakbeenverbinding
D
gewricht

Slide 11 - Quizvraag

Welke beenverbindingen zijn niet beweeglijk?
A
Kraakbeen
B
Gewricht
C
Vergroeid & naad
D
Naad

Slide 12 - Quizvraag

Kogelgewricht: hierbij is een draaiende beweging mogelijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Voorbeeld van een rolgewricht is:
A
spaakbeen en ellepijp
B
Pink
C
Schouder
D
Knieschijf

Slide 14 - Quizvraag

B3 Beenverbindingen
4 manieren waarop botten met elkaar verbonden zijn:
- vergroeid
- met een naad
- met kraakbeen
- met een gewricht

Slide 15 - Tekstslide

B3 Beenverbindingen
Verbindingen zonder beweging:
- vergroeid; bijv heiligbeen, staartbeen-> wervels die met elkaar zijn vergroeid
- naad; schedel
Verbindingen met beweging:
- kraakbeen
- gewricht

Slide 16 - Tekstslide

B3 Beenverbindingen
Gewricht=> een verbinding tussen twee botten. Een bot heeft een gewrichtskogel, het andere bot een gewrichtskom.
3 typen gewrichten:
- kogelgewricht; beweging in verschillende richting mogelijk-> schouder
- rolgewricht; ene bot draait in de lengte-as om het andere bot, draaien-> elleboog
- scharniergewricht; ene bot beweegt als een scharnier ten opzichte van het andere bot-> vingerkootjes

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen B2 & B3
Maken:
B2: 1 t/m 7
B3: 1 t/m 8
Af voor dinsdag 6 oktober

Slide 19 - Tekstslide