Le6b U2

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?

Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?

Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Programme d'aujourd'hui

  • Apprendre 1-4
  • Savoir
  • poser des questions
  • corriger les devoirs
  • le futur / l'imparfait

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vocabulaire

Slide 4 - Tekstslide

Vocabulaire

Slide 5 - Tekstslide

Les devoirs

Répéter Apprendre 1-4.
Savoir et poser des questions.
 l'imparfait


Slide 6 - Tekstslide

Apprendre 1-4
Room: DEKE2023

Slide 7 - Tekstslide

Corriger les devoirs
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden exercices 8.
   Extra oefenen?  Klik hier en of hier

Slide 9 - Tekstslide

Le futur
Het werkwoord "zullen" bestaat NIET in het Frans.
Als je iets ZAL gaan doen, wordt dit verwerkt in het werkwoord zelf......
Hoe dan ?

Slide 10 - Tekstslide

L'imparfait. ( voltooid verleden tijd)
Je beschrijft wat je bijvoorbeeld deed toen je klein was.
(een gewoonte, een gebruik)


Dus niet wat je zojuist in de pauze hebt gedaan!  Daar gebruik je de passé composé voor.

Slide 11 - Tekstslide

Onderwerp  +  hele werkwoord (infinitief)  + vaste uitgang.
je: infintief + ai
tu: infintief + as
il/elle/on: infintief + a
nous: infintief + ons
vous: infintief + ez
ils/elles:infintief + ont

Slide 12 - Tekstslide

Onderwerp  +  (nous vorm présent - ons) + vaste uitgang.
je:            nous vorm présent- ons+ ais
tu:            nous vorm présent- ons+ ais
il/elle/on:  nous vorm présent- ons+ ait
nous:        nous vorm présent- ons+ ions
vous:        nous vorm présent- ons+ iez
ils/elles:    nous vorm présent- ons+ aient

Slide 13 - Tekstslide

L'imparfait recept voor savoir
Onderwerp  +  (savons - ons) + vaste uitgang.
je:            savons- ons+ ais         = je savais
tu:            savons- ons+ ais         = tu savais
il/elle/on:  savons- ons+ ait          = il/elle/on savait
nous:        savons- ons+ ions      = nous savions
vous:        savons- ons+ iez         = vous saviez
ils/elles:   savons- ons+ aient      = ils/elles savaient

Slide 14 - Tekstslide

Klik hier voor instructies
Kies bij "temps" de imparfait
Kies bij verbes irreguliers :  savoir
Kies bij verbes réguliers : aimer, arriver, chercher, donner, parler, regarder, rester, tomber/

Slide 15 - Tekstslide

Gewoonte uit het verleden

Recept
  1. Nous vorm (pr) - ons
  2. toevoegen ais, ais, ait, ions, iez, aient

Voornemen in de toekomst

Recept
  1. hele werkwoord
  2. toevoegen ai, as, a, ons, ez, ont

Slide 16 - Tekstslide

Imparfait
Gewoonte uit het verleden
  • ik sprak (parler)
  • Zij eindigden (finir)

Nous parlons   ->    parl-
      ->    je parlais
Nous finissons -> finiss-
-> ils finissaient


Futur
Voornemen in de toekomst
ik zal spreken (parler)
zij zullen eindigen (finir)

-> je parlerai

-> ils finiront


Slide 17 - Tekstslide

Les devoirs

Répéter Apprendre 1-4.
Savoir et poser des questions.
Le futur et l'imparfait

Faire: exercice 16abc, page 67-69/ 2.5 Grammaire II

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide